Martijn Katan is een man waar Nederland naar luistert. Op het gebied van voeding en gezondheid is hij 's lands onbetwiste autoriteit. Nog onlangs toonde hij aan wat iedereen wist, maar niemand ooit had bewezen: van frisdrank word je dikker. In dat soort dingen is hij een kei.

In zijn NRC-column van zaterdag jl. maakte Katan Nederland duidelijk dat we maar beter niet kunnen geloven dat groenten helpen tegen kanker. Het is niet bewezen en valt niet te bewijzen. Pak liever wel bekende of met redelijke zekerheid bekende oorzaken aan. Nu het roken is aangepakt, adviseert hij het aanpakken van alcoholgebruik. Natuurlijk, dat is verstandig. Je weet dat je wat bereikt, want alcohol heeft een redelijk bewezen effect op kanker. Wat groenten doen, weten we niet. Het effect van of de combinaties waarin groenten effect zouden kunnen hebben, valt niet vast te stellen.

Mensen die toch denken dat groenten - en fruit, waar je nog dik van wordt ook vanwege de suiker daarin - helpen, vindt Katan gelovigen.

Je kunt er ook anders naar kijken. Vanuit een perspectief van verstandigheid.

Wij zijn genetisch nagenoeg identiek aan onze vroege, nog aapachtige voorouders. Die aten voornamelijk planten en vruchten en - naarmate ze slimmer werden - steeds regelmatiger vis of een hap wild. Wij eten teveel, anders (vnl. koolhydraten uit graangewassen en eveneens daarop gebaseerd vlees), bewegen minder, hebben heel andere sociale stress, krijgen de zon minder op onze huid en beschermen ons teveel tegen de kou. We hebben last gekregen van welvaartsziekten - van hart- en vaatziekten tot reuma, Alzheimer en ADHD (of hadden die oudjes dat ook al?) - toen we gingen leven en eten zoals we dat nu doen.

We weten niet wat onze gezondheid helpt, maar we weten wel dàt er iets is veranderd. Kiezen voor het menu waarop we mensen zijn geworden is misschien wel verstandig zolang we te weinig weten. De wetenschap bracht ons bijvoorbeeld geharde vetten omdat we niet wisten wat die deden. Inmiddels weten we dat ze ons ziek maken. Ook bracht de wetenschap ons margarine die geen bewezen causaal effect heeft op het voorkomen of bestrijden van hart- en vaatziekten. Martijn Katan stond nota bene zelf aan het roer van die Becel-onderzoeken. Er zijn inmiddels hordes niet-gelovige wetenschappers die de Becel-causaliteit als onbewezen afwijzen en zelfs aanwijzingen zien voor tegengestelde effecten. Katan staat met lege handen, want het is - net als de gezonde effecten van groenten - te ingewikkeld om te bewijzen. Zelfs de knappe onderzoeker Katan kan zijn causale gelijk niet halen. Hij is dan ook geen haar beter dan de onwetenschappelijke gelovigen waarvan hij - zie zijn stukje - niets moet hebben.

Wat is Katans alternatief? Hij lijkt immers te zeggen dat je de ontwikkeling van kanker niet kunt beteugelen door anders te eten, behalve dan door je consumptie van bier en wijn te beperken.

Katan trekt als wetenschapper ten strijde tegen gelovigen, maar vergeet de pragmaticus die zijn eigen plan trekt en concludeert dat eten zoals onze voorouders dat zo'n beetje deden het verstandigst is. Dat maakt de kans op een ernstige vergissing immers het kleinst. Dat is geen wetenschap maar keiharde rationaliteit waar wetenschap tekort schiet. Met geloof heeft dat niets te maken. Met dit soort rationaliteit hebben mensen altijd weten te overleven. Sinds Aristoteles helpt onze rede ons tegen wetenschappers die ons dingen willen laten geloven die volgens de logica niet helemaal kloppen. De wetenschap gaf ons eerst geharde margarine vol dodelijke transvetten en later Katans Becel. Laten we bidden tot God dat ook dat laatste goed afloopt.

Fotocredits: Fresh vegetable cups prepared for the National School Lunch Program, USDAgov
Dit artikel afdrukken