Het CBS meldt vanmorgen dat het aantal land- en tuinbouwbedrijven in de periode tussen 1 april 2011 en 1 april 2012 opnieuw is gedaald. De teller staat nu op 68.500. 8.700 daarvan zorgen voor 60% van de totale productie gemeten in omzet.
Het CBS schrijft: In 2012 waren er nog 36 duizend grote of middelgrote land- en tuinbouwbedrijven. Dit is iets meer dan de helft van alle boerenbedrijven. Met elkaar waren zij goed voor 95 procent van de economische omvang uitgedrukt in standaardopbrengst. Het grootste deel van de landbouwproductie komt van de 8,7 duizend grote land- en tuinbouwbedrijven. Zij vertegenwoordigen 13 procent van de bedrijven, maar leveren bijna 60 procent van de totale standaardopbrengst.
Op de grote land- en tuinbouwbedrijven is de laatste jaren fors geïnvesteerd om optimaal te kunnen profiteren van de voordelen van schaalvergroting. Al decennia lang is dit een gangbare bedrijfsstrategie. Onder andere hierdoor is ondanks een daling van het aantal land- en tuinbouwbedrijven de totale economische productie van deze bedrijven niet afgenomen. De standaardopbrengst ligt al jaren rond de 19 miljard euro. Een doorsnee bedrijf had in 2012 een standaardopbrengst van 277 duizend euro, dit is 40 procent meer dan in 2000.
Het CBS berekende dat slechts de helft van de bedrijven goed is voor 95% van de productie. In de periode van 1 april 2011 tot 1 april 2012 stopten bijna 5 bedrijven per dag.
Fotocredits: werkeloos geworden klompen, Paul Downey
Dit artikel afdrukken
Op de grote land- en tuinbouwbedrijven is de laatste jaren fors geïnvesteerd om optimaal te kunnen profiteren van de voordelen van schaalvergroting. Al decennia lang is dit een gangbare bedrijfsstrategie. Onder andere hierdoor is ondanks een daling van het aantal land- en tuinbouwbedrijven de totale economische productie van deze bedrijven niet afgenomen. De standaardopbrengst ligt al jaren rond de 19 miljard euro. Een doorsnee bedrijf had in 2012 een standaardopbrengst van 277 duizend euro, dit is 40 procent meer dan in 2000.
Het CBS berekende dat slechts de helft van de bedrijven goed is voor 95% van de productie. In de periode van 1 april 2011 tot 1 april 2012 stopten bijna 5 bedrijven per dag.
Fotocredits: werkeloos geworden klompen, Paul Downey
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Bij de jaarvergadering van de NVLJ was er vandaag een speciale presentatie van de 'kakelverse' CBS-cijfers. Ook daar kwam het getal van vijf per dag aan de orde. Achterliggende oorzaak is 'natuurlijk verloop': het merendeel van de stoppers heeft geen opvolger, ziekte of sterfgeval speelt een rol en in een - relatief beperkt - aantal gevallen zorgt faillisement voor het einde van een bedrijf. Toch zal dit getal, zoals wellicht ook in de titel van dit bericht, het komende jaar frequent ge- of misbruikt worden om 'de staat van de boerenstand' te duiden. Wie turft er mee?
Geert, wat mij boeit: wat doet die 50% van de bedrijven die 5% van de productie maken. Verdienen die geld?
Circa 20.000 bedrijven vallen in de categorie 'hobby'. In CBS-termen is dat de categorie met een standaardopbrengst tot 25.000 euri ("ga er maar vanuit dat deze hobby geld kost", zei de CBS'er gister). Economisch zou je die volgens het CBS niet missen, als ze zouden stoppen. Qua landschapsbeeld wel. Dan volgen de categorieën klein (25.000 - 100.000 euri), midden (100.000 - 500.000 euri) en groot (vanaf 500.000 euri). De 'stoppers' komen overigens vooral uit de groepen klein en midden. Uit de CBS-tabel valt op te maken dat de 50% met de laagste opbrengst (grens bij circa 34.000) bedrijven zijn uit de categorieën hobby en klein, laten we dat schatten op een standaardopbrengst tot zo'n 80.000 euri. Ik heb er geen zicht op of ze dan écht geld verdienen (in de zin van netto geld overhouden) en waarmee. Ik kan me goed voorstellen dat in die gevallen de waardestijging van de grond forser aantikt in het jaarlijkse rendement dan het geld dat afnemers van melk, varkens, schapen, groenten, etc. afrekenen.
Geert, dank! Nu komen we in de discussie. Ik pik er twee elementen uit en voeg er twee aan toe:
- hobbyboeren maken het landschap onevenredig mooi naar rato van hun economische bijdrage
- hun hobby kost geld
- ik durf de gok wel aan dat dat in een fors aantal gevallen zo is, maar ik durf ook te zeggen dat er een aantal is dat meer verdient dan boeren met 300 hectare akkerland, 30.000 varkensplaatsen of 4o hectare kas; wat mij betreft dus een opmerkelijke, wat 'gelovige' opmerking van de CBS'er
- als de eerste opmerking klopt: moeten de GLB subsidies (30% van het beschikbare bedrag) voor vergroening dan misschien naar hobbyboeren (die grote hebben het nl. alleen maar nodig om niet om te vallen, en dat kan beter eerder dan later in de vrije markt waar we voor kiezen - zo behoort die CBS'er dan ook te redeneren)?
Boeren met 300 ha. land (die zijn er overigens maar heel weinig in NL) moeten wel heel erg hun best doen om minder te verdienen dan een hobbyboer Dick. Financiele problemen in de landbouw in NL, Europa zijn er vooral bij boeren die geen of te weinig grond hebben.
Of hobbyboeren in NL dan wel rendement geeft? Zou goed zijn eens een aantal voorbeelden te laten zien, maar ik verwacht het niet. Onder kleine boeren wel denk ik.