Er is lang gesteggeld binnen de coalitie van VVD en PvdA over de regulering van de groei van de Nederlandse melkveehouderij na de afschaffing van het melkquotum. Afgelopen donderdag bereikte de coalitie een akkoord. Vanmorgen werd het nieuws bekend via een Kamerbrief.
De Melkveewet hield de afgelopen maanden boer en parlement in spanning. Terwijl de VVD om economische redenen meer groei wil toestaan, wil de PvdA die groei om ecologische reden beperken. Zelfs de Eerste Kamer bemoeide zich uitzonderlijk actief met het beleid. Nadat de Melkveewet eind 2014 snel door de Tweede en Eerste Kamer was gejaagd, vroeg de Eerste nadrukkelijk om betrokkenheid bij de Algemene Maatregel van Bestuur die politiek nodig was om de Wet alvast aan te nemen door uitvoeringsaspecten in een later stadium nog via de Maatregel te kunnen toevoegen.
Rem op niet-gegrondgebonden groei
Melkveebedrijven moeten hun grondgebonden karakter behouden en versterken.
In de parktijk betekent dit dat boeren die een fosfaatoverschot (een van de voedingsstoffen in mest) hebben via een staffel deel niet-grondgebonden kunnen groeien. Tot 20 kilo overschot per hectare mogen ze via mestverwerking (en dus zonder grondgebonden toepassing van hun mest) groeien. Bij overschotten tussen de 20-50 kilo moeten ze 25% van hun mest grondgebonden toepassen. Bij overschotten boven de 50 kilo moeten ze 50% van hun overschot via bemesting op akkers weten te realiseren.De maatregel betekent dat grote melkveehouders met weinig grond, 50% van hun overschot niet-grondgebonden hoeven te maken. Naar verwachting zullen de kleinere bedrijven geen gebruik maken van hun mogelijkheid tot niet-grondgebonden groei.
Deze maatregelen moeten voorkomen dat bedrijven gemakkelijk door kunnen groeien. Investeringen in grond zijn immers kostbaar. De kleinere bedrijven zullen vermoedelijk weinig gebruik maken van verwerking; de grotere zien een rem op groei omdat ze zich niet los kunnen maken van de verplichting om tevens in grond te investeren.
De PvdA toont zich bij monde van Kamerlid Sjoera Dikkers tevreden met het behaalde resultaat.
'Draagvlak voor groeimarkt belangrijk'
De vraag is of de AMvB de instemming van de beide Kamers haalt. In Trouw zegt Dijksma vandaag dat ze hoopt op 'brede politieke steun'.
De gedeeltelijke grondgebonden groei is belangrijk, zegt de staatssecretaris in Trouw, "voor het draagvlak van de melkveesector. Maar de oplossing moet ook werkbaar zijn voor de bedrijven. Dit is wel een groeimarkt." Dat zegt ze in lijn met EU-commissaris Phil Hogan die afgelopen week duidelijk maakte dat de EU inzet op een specialisatie van de EU in zuivel.
De Kamerbrief en de 21 pagina's toelichting die daarbij horen zijn te vinden op de website van het ministerie van EZ.
Toegevoegd 16:00h:
Boerderij meldt dat de verwachte politieke meerderheid inderdaad is bereikt in de Tweede Kamer en dat CDA en D66 positief zijn over de AMVB. De ChristenUnie vindt het voorstel minder streng dan verwacht. Naar verwachting is ook in de Eerste Kamer voldoende steun voor de AMVB georganiseerd, zodat die als een feit mag worden beschouwd.
Fotocredits: Koeien in de Krimpenerwaard, Bert Knot
Dit artikel afdrukken
Rem op niet-gegrondgebonden groei
Melkveebedrijven moeten hun grondgebonden karakter behouden en versterken.
De maatregel betekent dat grote melkveehouders met weinig grond, 50% van hun overschot niet-grondgebonden hoeven te makenDat schrijft staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken in een brief aan de Tweede Kamer waarmee ze de Algemene Maatregel van Bestuur (AMVB) grondgebondenheid aanbiedt. Dat betekent dat melkveebedrijven die uitbreiden dat voor een deel moeten baseren op meer grond.
In de parktijk betekent dit dat boeren die een fosfaatoverschot (een van de voedingsstoffen in mest) hebben via een staffel deel niet-grondgebonden kunnen groeien. Tot 20 kilo overschot per hectare mogen ze via mestverwerking (en dus zonder grondgebonden toepassing van hun mest) groeien. Bij overschotten tussen de 20-50 kilo moeten ze 25% van hun mest grondgebonden toepassen. Bij overschotten boven de 50 kilo moeten ze 50% van hun overschot via bemesting op akkers weten te realiseren.De maatregel betekent dat grote melkveehouders met weinig grond, 50% van hun overschot niet-grondgebonden hoeven te maken. Naar verwachting zullen de kleinere bedrijven geen gebruik maken van hun mogelijkheid tot niet-grondgebonden groei.
Deze maatregelen moeten voorkomen dat bedrijven gemakkelijk door kunnen groeien. Investeringen in grond zijn immers kostbaar. De kleinere bedrijven zullen vermoedelijk weinig gebruik maken van verwerking; de grotere zien een rem op groei omdat ze zich niet los kunnen maken van de verplichting om tevens in grond te investeren.
De PvdA toont zich bij monde van Kamerlid Sjoera Dikkers tevreden met het behaalde resultaat.
is tevreden met de voorwaarden die @sharon_dijksma stelt aan de groei van de melkveesector, blogt @SjoeraDikkers: http://t.co/pYEfPOaogr ^L
— Partij van de Arbeid (@PvdA) March 30, 2015
'Draagvlak voor groeimarkt belangrijk'
De vraag is of de AMvB de instemming van de beide Kamers haalt. In Trouw zegt Dijksma vandaag dat ze hoopt op 'brede politieke steun'.
de oplossing moet ook werkbaar zijn voor de bedrijven. Dit is wel een groeimarktDat zinnetje duidt erop dat de coalitie zowel in de Tweede als in de Eerste Kamer steun heeft weten te organiseren om alle gedoe over de Melkveewet eindelijk af te kunnen sluiten. Boerenkoepel LTO toont zich tevreden omdat de AMvB "eindelijk duidelijkheid" biedt voor de melkveehouders. Het melkquotum wordt immers per 1 april afgeschaft. Er mag dan ook rustig gesteld worden dat het landsbestuur en de politieke verhoudingen hebben gezorgd voor een bestuurlijk onelegante omgang met de belangen van ondernemers.
De gedeeltelijke grondgebonden groei is belangrijk, zegt de staatssecretaris in Trouw, "voor het draagvlak van de melkveesector. Maar de oplossing moet ook werkbaar zijn voor de bedrijven. Dit is wel een groeimarkt." Dat zegt ze in lijn met EU-commissaris Phil Hogan die afgelopen week duidelijk maakte dat de EU inzet op een specialisatie van de EU in zuivel.
De Kamerbrief en de 21 pagina's toelichting die daarbij horen zijn te vinden op de website van het ministerie van EZ.
Toegevoegd 16:00h:
Boerderij meldt dat de verwachte politieke meerderheid inderdaad is bereikt in de Tweede Kamer en dat CDA en D66 positief zijn over de AMVB. De ChristenUnie vindt het voorstel minder streng dan verwacht. Naar verwachting is ook in de Eerste Kamer voldoende steun voor de AMVB georganiseerd, zodat die als een feit mag worden beschouwd.
Fotocredits: Koeien in de Krimpenerwaard, Bert Knot
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
@Dick Het is niet zo belangrijk om nu over de verantwoordelijkheid van een schuldvraag te spreken voor het geval "het mis gaat". Een gezonde en duurzame melkveehouderij is in het belang van individuele melkveehouders, van de zuivelbedrijven (en collectief van de melkvee-/zuivelsector) en niet in de laatste plaats van de gehele Nederlandse samenleving. Daarom mijn oproep om nu gezamenlijk de handschoen op te pakken.
Dan jouw vraag "What if Nederland het fosfaatplafond overschrijdt?
In eerste instantie geeft overschrijding van het fosfaatplafond veel discussie met 'Brussel'. Daarbij zal Nederland aangeven dat er nog tal van maatregelen en mogelijkheden zijn om in latere jaren beneden het plafond te komen (bijv. efficiëntere melkveehouderij en krimp van varkens- en/of pluimveehouderij). Tijdens die gesprekken brengt Nederland natuurlijk ook het punt in of het fosfaat dat in verwerkte mest zit mee moet tellen mbt het overschrijden van het fosfaatplafond. Het in de sector veel gehoorde argument daarbij is dat de verwerkte fosfaat niet bijdraagt aan een (extra) milieubelasting.
Als Brussel het voorgaande onvoldoende (overtuigend) vindt, dan zal Nederland dierrechten moeten invoeren om de derogatie niet te verliezen. Dierrechten kunnen op verschillende manieren worden ingevoerd. Bijv. op basis van enkel het aantal dieren dat een melkveehouder heeft, maar ook een combinatie met grond (grondgebonden dierrechten) is een mogelijkheid.
Op het moment dat dierrechten worden ingevoerd, overschrijdt Nederland al het fosfaatplafond. Om dan beneden dat plafond uit te komen, zullen melkveehouders gekort moeten worden op het aantal dierrechten dat ze hebben gekregen. Die korting kan voor alle melkveehouders gelijk zijn (zoals destijds bij de melkquotering) of specifiek worden toegekend aan melkveehouders die .... (noem maar een criterium).
Is dit een antwoord op je vraag?
Frits, ik bedoel dit: als het bestuurlijk kader niet bestaat, dan kun je toch ook niemand verantwoordelijk houden voor het breken van regels?
Ik vind het dan ook een prachtige zet van de staats, want eigenlijk zegt ze tegen de beide Kamers: 'als u mij het wetten maken onmogelijk maakt, dan bent u verantwoordelijk voor de puinhoop'. Aangezien het parlement altijd gelijk heeft, zal dat zichzelf geen boete opleggen. Brussel wel. En terecht. Ik vroeg me dus eigenlijk af: wat zwaait er voor Nederland als het zichzelf - hét koeien- en zuivelland van Europa - niet in de greep krijgt?
@Dick #64 Dijksma heeft meerdere keren aangegeven dat ALS de melkveehouderij door het fosfaatplafond gaat, zij dierrechten zal invoeren om de derogatie veilig te stellen. Het instrumentarium daarvoor is voorbereid en zou klaar liggen. Maar daarover kan zij je beter informeren.
Uiteraard kan de sector nu zelf nog ingrijpen door de fosfaat efficiëntie van de bedrijven te verhogen. Dan is een snelle actie nodig mede omdat ervaring leert dat efficiëntie verhoging het beste gaat in een stabiele situatie en juist moeilijk is tijdens uitbreiding. Ook verwacht ik meer van een 'business-model' voor alle melkveehouders waarmee zij worden gestimuleerd om de fosfaat efficiëntie te verhogen dan van een verplicht gebruik van bijv. de Kringloopwijzer voor bedrijven met een fosfaatoverschot.
Je spreekt over een "periode van normen- en wetteloosheid". In zekere zin zitten we reeds in die fase doordat met de AMvB Grondgebondenheid een latere referentie (2014) is gekozen dan eerder met de Wet Verantwoorde Groei Melkveehouderij (2013), en er aanvullend een knelgevallen regeling wordt ingesteld.
Mochten dierrechten nodig zijn, dan zal op dat moment gekeken moeten worden welke referentie (juridisch bezien) mogelijk is en of daarbij nieuwe knelgevallen ontstaan waarvoor een aanvullende voorziening moet worden getroffen.
Frits, wat gebeurt er dan? Dat is spannend, want we kunnen nu in een periode van wette- en normenloosheid verzeild kunnen raken.
Groei aantal melkkoeien
In dec. 2014 waren er ca. 150.000 stuks jongvee méér dan dec. 2012; veel meer jongvee dan nodig om te voorzien in een gebruikelijke vervanging van melkkoeien. Dit extra jongvee komt dit en volgend jaar ‘aan de melk’ en wordt melkkoe. Eind 2016 zijn dat dus 150.000 melkkoeien méér dan ten tijde van einde melkquotering.
Dit zou betekenen dat er eind 2016 10% meer melk- en fosfaatproductie is
Benutting potentiële melkproductie per koe
De melkproductie per koe steeg tot 2011 met ca. 75 kg per koe per jaar, maar sinds 2011 is juist er sprake van een daling met eenzelfde hoeveelheid per koe per jaar. Drie jaar lang een daling in plaats van stijging met 75 kg per koe per jaar komt overeen met een niet benutte productie potentie van ca. 450 kg per koe per jaar. Door iets meer voer is die hogere productie vrij gemakkelijk te realiseren.
Dit zou betekenen dat er eind 2015 5% meer melk- en fosfaatproductie is.
Overschrijding fosfaatplafond, nationaal en sectoraal
De met Brussel en de sector afgesproken fosfaatplafonds bedragen respectievelijk 172,8 en 84,9 miljoen kg. De huidige situatie (raming 2014) is respectievelijk 168 en 82,4 miljoen kg.
De ruimte binnen het nationale plafond bedraagt derhalve ca. 5 miljoen kg en binnen het sector plafond ca. 2,5 miljoen kg.
De hiervoor genoemde groei van melkproductie met 15% met daarbij een toegenomen fosfaatexcretie van 15% komt overeen met ca. 12–13 miljoen kg fosfaat.
Als de potentie van de veestapel wordt benut (aantal dieren en productie per dier) dan zal de melkveehouderij op korte termijn zowel het sectorale als nationale fosfaatplafond overschrijden.