Mensen nemen een gezondheidsadvies meer ter harte als de zorgverlener die het geeft een normaal gewicht heeft. Is de dokter dik, dan wordt hij niet serieus genomen.
De Australische dokter George Fielding is een van de pioniers op het gebied van bariatrische chirurgie (maagbandjes, maagverkleiningen) in Australië. Ondanks het feit dat hij een van de toppers in zijn vak was, werd hij regelmatig door zijn patiënten niet serieus genomen. Hij woog namelijk 150 kilo. Nieuwe patiënten kwamen na het eerste consult niet meer terug, omdat ze niet geloofden dat iemand met zijn gewicht iets zou kunnen betekenen in zijn eigen specialisme.
Dr. Fielding, die 13 jaar geleden een maagband heeft laten plaatsen en inmiddels 95 kilo weegt, kan zich dan ook helemaal herkennen in de resultaten van een onderzoek dat recent gepubliceerd werd in The International Journal of Obesity. Dit onderzoek bewees dat patiënten stiekem - en zelfs openlijk - neerkijken op te zware dokters. Zoals obese mensen een stigma opgedrukt krijgen in allerlei professionele en persoonlijke situaties, worden dokters met overgewicht als minder geloofwaardig gezien en volgen patiënten minder goed hun advies op.
Het onderzoek werd uitgevoerd onder leiding van dr. Rebecca M. Puhl van het Rudd Center for Food Policy & Obesity van Yale University en wordt door Jan Hoffman aangehaald in The New York Times. De onderzoekers lieten 358 proefpersonen een online vragenlijst invullen over drie hypothetische artsen. Ze moesten een arts kiezen en aangeven of ze deze dokter als behandelaar zouden kiezen, zijn advies over bewegen en afvallen zouden opvolgen en of ze deze arts als geloofwaardig en betrouwbaar beoordeelden. Het enige verschil tussen de hypothetische artsen - zelfs het enige onderscheidende kenmerk tussen de verder sexe-neutrale cases - was of de dokter een 'normaal gewicht' of 'overgewicht' had of 'obees' was. Ook moesten de proefpersonen de zogenaamde 'fat phobia' scorelijst invullen; waaruit blijkt hoe de respondent obesitas percipieert. Typische voorbeelden van woordparen uit de lijst: lui - nijver, goede zelfcontrole - geen zelfcontrole, aantrekkelijk - niet aantrekkelijk.
Uit het onderzoek bleek dat degenen die de vragenlijst over de te zware of obese arts invulden veel vaker van behandelaar zouden veranderen dan degenen die een dokter met een normaal gewicht kregen toegewezen. Dit was onafhankelijk van hun eigen gewicht. Op een schaal van 1 tot 5 scoorde het patiëntenvertrouwen in een arts met een normaal gewicht 4.0, bij een arts met overgewicht was dat 3.4 en bij een obese arts 3.3. Hoe hoger de 'fat phobia' score, des te meer vertrouwen de patiënten plaatsten in een arts met een normaal gewicht.
Het is zo normaal en sociaal geaccepteerd om met een scheef oog naar te dikke mensen te kijken, dat zelfs hoogopgeleide en gespecialiseerde medici niet ongestigmatiseerd door hun leven kunnen gaan. Een gesprek over de gezondheid van de patiënt kan hierdoor ernstig ondermijnd worden. Patiënten vinden blijkbaar dat voor artsten een hogere standaad geldt: "Een zorgprofessional hoort geen gewichtsproblement te hebben", zegt onderzoeksleider Rebecca Puhl.
Fotocredits: Life Mental Health
Dit artikel afdrukken
Dr. Fielding, die 13 jaar geleden een maagband heeft laten plaatsen en inmiddels 95 kilo weegt, kan zich dan ook helemaal herkennen in de resultaten van een onderzoek dat recent gepubliceerd werd in The International Journal of Obesity. Dit onderzoek bewees dat patiënten stiekem - en zelfs openlijk - neerkijken op te zware dokters. Zoals obese mensen een stigma opgedrukt krijgen in allerlei professionele en persoonlijke situaties, worden dokters met overgewicht als minder geloofwaardig gezien en volgen patiënten minder goed hun advies op.
Het onderzoek werd uitgevoerd onder leiding van dr. Rebecca M. Puhl van het Rudd Center for Food Policy & Obesity van Yale University en wordt door Jan Hoffman aangehaald in The New York Times. De onderzoekers lieten 358 proefpersonen een online vragenlijst invullen over drie hypothetische artsen. Ze moesten een arts kiezen en aangeven of ze deze dokter als behandelaar zouden kiezen, zijn advies over bewegen en afvallen zouden opvolgen en of ze deze arts als geloofwaardig en betrouwbaar beoordeelden. Het enige verschil tussen de hypothetische artsen - zelfs het enige onderscheidende kenmerk tussen de verder sexe-neutrale cases - was of de dokter een 'normaal gewicht' of 'overgewicht' had of 'obees' was. Ook moesten de proefpersonen de zogenaamde 'fat phobia' scorelijst invullen; waaruit blijkt hoe de respondent obesitas percipieert. Typische voorbeelden van woordparen uit de lijst: lui - nijver, goede zelfcontrole - geen zelfcontrole, aantrekkelijk - niet aantrekkelijk.
Uit het onderzoek bleek dat degenen die de vragenlijst over de te zware of obese arts invulden veel vaker van behandelaar zouden veranderen dan degenen die een dokter met een normaal gewicht kregen toegewezen. Dit was onafhankelijk van hun eigen gewicht. Op een schaal van 1 tot 5 scoorde het patiëntenvertrouwen in een arts met een normaal gewicht 4.0, bij een arts met overgewicht was dat 3.4 en bij een obese arts 3.3. Hoe hoger de 'fat phobia' score, des te meer vertrouwen de patiënten plaatsten in een arts met een normaal gewicht.
Het is zo normaal en sociaal geaccepteerd om met een scheef oog naar te dikke mensen te kijken, dat zelfs hoogopgeleide en gespecialiseerde medici niet ongestigmatiseerd door hun leven kunnen gaan. Een gesprek over de gezondheid van de patiënt kan hierdoor ernstig ondermijnd worden. Patiënten vinden blijkbaar dat voor artsten een hogere standaad geldt: "Een zorgprofessional hoort geen gewichtsproblement te hebben", zegt onderzoeksleider Rebecca Puhl.
Fotocredits: Life Mental Health
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Hallo Willem,
Wij hadden vroeger thuis een ontzettend dikke huisarts - maar we waren met hem veel blijer dan met z'n gezond geproportioneerde zoon, die later de praktijk overnam. Overigens had niemand thuis last van overgewicht, dus vergelijkbaar met het hier beschreven Australische geval was het helemaal niet.
Wat je tweede opmerking betreft, die moet ik nu zelfs nog tientallen jaren later beamen, wat m'n huidige huisarts betreft. Over goede voeding (voor mij als diabeticus van belang) heb ik hem nog niks verstandigs horen zeggen; erger nog: ook de in de praktijk werkzame diëtiste, toch een jonge meid, houdt er fossiele ideeën op na - waar ze alleen bij ons nationale Voedingscentrum nog in geloven. Ik vrees - en weet het eigenlijk wel zeker - dat veel diabetici met zo'n huisarts en/of diëtist hebben te kampen & het net als ik allemaal zelf moeten uitzoeken om echt resultaat te boeken.
Ik kan mij volledig vinden in de reactie van de patienten die een dikke dokter gewoon simpel niet zien zitten. Ik ben er zelf zo een en heb toevallig nog niet zo lang geleeden demonstratief rechtsomkeer gemaakt toen ik nota bene om een voedingsadvies mij tot een (tot dan toe mij onbekende) dokter wende. Dat rechtsomkeer maakte ik in de deuropening, direct bij de eerste aanblik.
Er is te weinig aandacht voor de preventieve geneeskunde; zelfs. ja juist onder de artsen is het nog niet doorgedrongen dat de juiste voeding essentieel is als het erom gaat te voorkomen dat je ziek(kelijk dik) wordt.