Eten doen we allemaal. Het liefst lekker en gezond. En zonder dat we er ziek of dik van worden. Voedingsclaims krijgen daarom al gauw veel aandacht in de media. Zoals bijvoorbeeld het eind maart verschenen persbericht: chocolate eaters are thinner, dat binnen no-time bij chocoladeliefhebbers over de hele wereld werd opgepikt.
Maar zo makkelijk zat dat niet. Science Palooza, een kritische wetenschapssite, vertelt hoe de vork in de steel zat: Het ging om dikke mensen, waarvan gevraagd werd hoeveel ze consumeerden van bepaalde voedingsmiddelen, waaronder chocola. Ook werden BMI en lichamelijke activiteit gemeten, werd wat statistiek op de data losgelaten, en bleek dat de dikkerds die chocolade aten net iets minder dik waren.
Wat hier tot uiting kwam was niets meer of minder dan het pimpen van onderzoeksresultaat om publiciteit te genereren. Onderzoekers worden tegenwoordig haast gedwongen hun resultaten als spectaculair en 'groots' te presenteren. Persafdelingen van universiteiten brengen de (vaak genuanceerde) resultaten terug tot pakkende karikaturen, zoals: “Chocola eten maakt dun“, Vis verkleint de kans op darmkanker”, “Stof in appels en uien voorkomt bloedprop”, “Zwarte peper als vetbestrijder” en “Knoflook effectiever dan antibiotica”.
Vorige week hield prof. dr. ir. Sander Kersten zijn inaugurele oratie als hoogleraar Moleculaire Voeding in Wageningen. Hij waarschuwde tegen de versimpeling van dit soort boodschappen. Volgens hem raken mensen door dit soort berichtgeving in verwarring, en raken ze het vertrouwen in de voedingswetenschap kwijt.
Wat er in een laboratorium vastgesteld wordt, hoeft immers nog niet tot vergelijkbare effecten te leiden in het menselijk lichaam. Kersten roept zijn wetenschappelijke collega's op zich drie eenvoudige basisvragen te stellen: past een gevonden effect in een (biologische) hypothese, is het effect 'groot' (niet alleen maar significant), en sluit het aan bij eerder onderzoek of wijkt het juist erg af. De antwoorden op deze integriteitsvragen zouden kunnen helpen bij het bepalen van de publicitaire impact.
Het begint dus bij de wetenschappers zelf. Vaak zijn het echter de communicatie-afdelingen die een smakelijk persbericht de wereld insturen en mediasites en blogs die het klakkeloos overnemen. En dus bereiken opgeblazen claims het grote publiek. Dat er serieuze onderzoeksjournalisten zijn die in de betaalde kwaliteitskranten dit soort claims weten te nuanceren, komt bij dat grote publiek niet aan. Kersten doet daarom een appèl op de onderzoekers: [als zij] met dit in hun achterhoofd iets langer nadenken voor ze een kop boven een persbericht schrijven, kan er een hoop onzin in de media voorkomen worden.
Als toegift voor de lezer die zich onmíddellijk gaat afvragen welke gezondheidsclaims van voedingsmiddelen wel betrouwbaar zijn, verwijst Science Palooza naar deze prachtige infographic. Die wil de redactie de foodloglezers dan ook niet onthouden.
Fotocredits: Pascal-o
Dit artikel afdrukken
Wat hier tot uiting kwam was niets meer of minder dan het pimpen van onderzoeksresultaat om publiciteit te genereren. Onderzoekers worden tegenwoordig haast gedwongen hun resultaten als spectaculair en 'groots' te presenteren. Persafdelingen van universiteiten brengen de (vaak genuanceerde) resultaten terug tot pakkende karikaturen, zoals: “Chocola eten maakt dun“, Vis verkleint de kans op darmkanker”, “Stof in appels en uien voorkomt bloedprop”, “Zwarte peper als vetbestrijder” en “Knoflook effectiever dan antibiotica”.
Vorige week hield prof. dr. ir. Sander Kersten zijn inaugurele oratie als hoogleraar Moleculaire Voeding in Wageningen. Hij waarschuwde tegen de versimpeling van dit soort boodschappen. Volgens hem raken mensen door dit soort berichtgeving in verwarring, en raken ze het vertrouwen in de voedingswetenschap kwijt.
Wat er in een laboratorium vastgesteld wordt, hoeft immers nog niet tot vergelijkbare effecten te leiden in het menselijk lichaam. Kersten roept zijn wetenschappelijke collega's op zich drie eenvoudige basisvragen te stellen: past een gevonden effect in een (biologische) hypothese, is het effect 'groot' (niet alleen maar significant), en sluit het aan bij eerder onderzoek of wijkt het juist erg af. De antwoorden op deze integriteitsvragen zouden kunnen helpen bij het bepalen van de publicitaire impact.
Het begint dus bij de wetenschappers zelf. Vaak zijn het echter de communicatie-afdelingen die een smakelijk persbericht de wereld insturen en mediasites en blogs die het klakkeloos overnemen. En dus bereiken opgeblazen claims het grote publiek. Dat er serieuze onderzoeksjournalisten zijn die in de betaalde kwaliteitskranten dit soort claims weten te nuanceren, komt bij dat grote publiek niet aan. Kersten doet daarom een appèl op de onderzoekers: [als zij] met dit in hun achterhoofd iets langer nadenken voor ze een kop boven een persbericht schrijven, kan er een hoop onzin in de media voorkomen worden.
Als toegift voor de lezer die zich onmíddellijk gaat afvragen welke gezondheidsclaims van voedingsmiddelen wel betrouwbaar zijn, verwijst Science Palooza naar deze prachtige infographic. Die wil de redactie de foodloglezers dan ook niet onthouden.
Fotocredits: Pascal-o
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Lees wekelijks Hans van Maanen in de VK.
Ach ja, van de categorie Hollandse Pot levert beste sperma. Dat was in 2010.
http://www.mergenmetz.nl/sf.mcgi?6376