Steel vertelde mij nou juist dat ze alleen maar zoekende is: hoe herstellen we ons gevoel voor wat eten betekent en hoe krijgen we het weer zo geproduceerd dat we voelen dat het klopt? Nederland, zei ze, is een modelland als het aankomt op haar pleidooi voor landbouw rond steden. We zijn alleen de band en het zicht erop kwijtgeraakt. De emotionele, wel te verstaan. Kennelijk is nabijheid alleen niet genoeg.
De wind en de geluiden draaien. Via Giedo de Snijder kwam ik gisteravond op een site die een interview met Michael Pollan met de Canadese Globe and Mail citeert. Michael Pollan, de held van menigeen die ook Steel scheef leest, blijkt een Grote Landbouw niet als een tegenspraak tot Kleine Landbouw te zien. Dat is opmerkelijk. Hij gaat zover om grootsuper WalMart te promoten waar het bedrijf voor Big Local gaat en aarzelde bovendien niet om te zeggen dat het Groot/Klein onderscheid niet relevant is:
There are people in the food movement who aim to replace Big Ag with Small Ag. But I think there are many more people in the food movement who seek to reform Big Ag. And to cast it as a choice between the small, diversified, sustainable farm and the highly productive massified farm is a false choice.
Een nieuw geluid? Ik weet het wel zeker. Het oude - dat leidde tot de inmiddels gevestigde gedachte 'small Ag' only - was te eenkennig. Een tegenspraak? Nee. Ik vroeg Michael Pollan 2 jaar geleden of hij tegen tech of groot was. Nee, zei hij ook bij die gelegenheid. Mac van Dinther en Slow Food's Sandor Schiferli wilden het niet horen en verweten me het een en ander. Pollan is wijzer. Steel ook. Een nieuwe revolutie in de denkwereld over landbouw is onderweg. Journalisten moeten hun penpunten opnieuw slijpen en van de automatische piloot halen. In een interview met ondergetekende ging Liesbeth van Tongeren (GroenLinks), na een korte hik, al mee in dat nieuwere beeld.
Nu ook Pollan, een van de oudste helden van de Food Revolution, anders uit de kast komt nogmaals de vraag: wat is dat, die Food Revolution?
Een voorzet alvast. Het grote verschil met de oude landbouw is en blijft dat het moet kloppen, dat we echt willen weten hoe het zit en er nog over mee willen beslissen ook.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Het wordt weer in om over tech te gaan praten. Leuk!
http://wdeheij.blogspot.com/p/technologie.html
Uit de commentaar die El Dragón op de site 'Fair Food Fight' levert op bewust interview met Pollan:
"Reforming Big Ag into Big Local might be the Omnivore’s next initiative, his newest tune. That’s his choice, and I’m honest when I say it might be a good idea. Seriously."
"But I’m still throwing down with small farmers — not because I think they’ll ever “replace” Big Ag, but because (a) the economy already benefits and rewards big players, and (b) THE WHOLE CHAIN MATTERS TO ME, NOT JUST THE FARM FIELD."
"But I’m far more interested in supporting something less monolithic and sprawling than Walmart, such as more direct food chains that empower small farmers, democracy, and local food systems with a single purchase."
Wat verder haalt hij een nieuw project aan: Principle Six (P6): the Co-op Trade Movement.
Principle Six is a new initiative launched by Equal Exchange, a worker-owned co-operative, and 6 consumer grocery co-ops who are currently piloting this initiative.
The goal? increasing market access for small farmers, building co-operative supply chains and, ultimately, changing our food system.
Steel: "hoe herstellen we ons gevoel voor wat eten betekent en hoe krijgen we het weer zo geproduceerd dat we voelen dat het klopt?" Stadslandbouw en andere pergolatoestanden (zoals men dat in NL benoemt) zijn middelen, niet het doel an sich. Middelen om de schrijnende voedselvervreemding op te heffen, om de kloof te dichten tussen wie voedsel produceert en wie het opeet, om aan te zetten tot grotere voedselonafhankelijkeid en -zelfredzaamheid. Niet voor de 20% believers, maar voor de 80% anderen die, kort-door-de-bocht, vreten zonder (ge)weten.
Het is nu net een jaar dat ik heel intensief het local food fenomeen (inter)nationaal volg. IMHO zijn er 2 stromingen: de
food movement en de food revolution.
Het eerste blijft vaak, maar niet altijd, een knuffelfenomeen, teddybeertjes met een groot aaibaarheidsgehalte. The 'old' same thinking, product push in een nieuw kleedje, hedendaags opgesmukt. Top-down verhalen.
Het laatste tracht onze voedselketen 'wezenlijk' in vraag te stellen, te veranderen en zoekt naar bottom-up (lang houdbare, om het woord duurzaam niet te gebruiken) oplossingen. Een revolutie kan nooit succesvol zijn als er niet getracht wordt alle stakeholders te betrekken bij de cultuurshift waarvoor het staat.
Met een cultuurshift , in dit geval een food revolution, raken we dan hopelijk ook van de labels af en wordt er gehandeld vanuit waarden en niet normen. Voor mij gaat de Food Revolution hierover:
- een verantwoordelijke, transparante keten
- een lean & mean keten, ontdaan van niet-meerwaarde leverende meeëters
- een keten die 'zorg' draagt voor good, fair and clean food
If you can't beat them, join them. Pollan kiest eieren voor zijn geld. Dag revolutie.
Ik ben blij met de andere klank, of anders 'verstaan' ervan, van Pollan. De toenadering tussen het 'unilever-duurzaam' en het Shiva-duurzaam. Als grote spelers een klein stapje doen, levert dat meer op dan kleine spelers die de marathon afleggen. Meer ook in de in van houdbare systeemaanpassing. (Doet me denken aan pragmatische idealisme, en aan Fresco en Willem&Drees;.)
Wat kunnen nederlandse boeren hiermee? 'Mega' mag dus weer, mits betekenisvol? Mindfulmegastal, met 's middags leuke voedselcatechisatie, zoiets.
Om kennis en ontwikkeling van ons eten goed te houden heb je expertise nodig. Ik merk dat met het zelf telen en de producten die wij van onze telers krijgen.
Ik krijg echt niet de lekkere aardbeien van mijn planten zoals Jan Robben dat kan. Ook al heb ik nu zijn plantjes en krijg ik straks instructies via de aardbeienacademie. Als ik een verkoopcursus aan een teler geef, kan die ook niet opeens zo verkopen.
Eenvoudig gezegd: telen is een vak. Marketing en verkoop is ook een vak. Logistiek en distributie ook. Overal waar ik kom, zeg ik: leer een ambacht.
Om anno 2011 een professioneel bedrijf op te zetten dat levensvatbaar is, is het noodzakelijk een visie te hebben hoe je jouw product onderscheidend neer kan zetten en dat bijdraagt aan het verbeteren van onze leefomstandigheden. Het telen van biodiverse rassen is hiervan een keuze. Het kan ook zijn dat je op biologisch inzet en dat op een professionele manier neerzet. Andere vormen zoals pergola, community supported agriculture etc. zijn hartstikke mooi, maar vaak moeilijk om economisch rendabel te krijgen. Het vereist dus een enorme toewijding van de producenten en eigenlijk vragen we hen om afstand te nemen van materiële rijkdom. Immaterieel kan die rijkdom natuurlijk groter zijn, maar dat is afhankelijk van de persoon.
Dat geeft mij dus ook het gevoel van de noodzaak om telers en hopelijk in de toekomst ook andere producenten de kans te geven toegang te krijgen tot het ´grote´ kanaal. Supermarkten nemen 86% van onze groenten en fruit af en dat betekent eenvoudig gezegd: als je daar als specialist/ambachtsman iets aan kan leveren dan heb je volume en dus een kans het goed neer te zetten.
M.a.w. je hebt grootschaligheid nodig om kleinschalig te kunnen werken. Willem&Drees;werkt door de grootschaligheid, want wij kunnen daar een niche invullen. Dat lokaal eten straks misschien mainstream wordt, het zou geweldig zijn. Dan nog blijven er uitdagingen om met onze expertise en de kunde van onze leveranciers de markt steeds beter te maken: in kwaliteit, in smaak, in duurzaamheid, in plezier en in oprechtheid.
Dus Steele en Pollan zijn voor mij helden. En bieden juist principes om de volgende stap voor het ´Nederlandse´ agropark te zetten.