Volksgezondheidsdeskundige Jaap Seidell opende met deze metafoor uit zijn boek Het Voedsellabyrint de 5e Publiekslezing van de Nederlandse Academie voor Voedingswetenschappen (NAV). Samuel Sarphati, de Amsterdamse arts die door de hygiëne van Amsterdam te verbeteren het leven van Amsterdammers gemiddeld met 15 jaar wist te verlengen, blijkt zijn grote inspirator. “Zoiets hebben we nu weer nodig”, zegt Seidell.
Rol voor de overheid
Seidell richt zich al jaren op het aanpakken van de, zoals hij dat noemt, obesogene omgeving waarin we leven. Overal en altijd worden mensen volgens Seidell verleid tot het eten en drinken van ultrabewerkt voedsel. Onderzoeken laten zien dat juist die, veelal van bekende merken voorziene, voedingsmiddelen tot overgewicht, obesitas en andere welvaartsziekten leiden. Seidell wil behalve communicatie over gezonde voeding ook nadrukkelijke aandacht voor wat ongezond is.
Vergaand geïndividualiseerde voedingsadviezen op basis van DNA-profielen zijn volgens een groeiende stroom wetenschappers en beleidsmakers de manier om ongezonde voeding tegen te gaan. Seidell noemt het zonder omhaal een 'stroomafwaartse aanpak'.Hij vindt dat de overheid de belangrijkste rol heeft om daar voor te zorgen door middel van regulering. Dat kan bijvoorbeeld door ongezonde producten op scholen wettelijk te verbieden. Nu is gezonde voeding in het nadeel. Seidell: “Zolang er zoveel verleidingen zijn voor ultrabewerkte producten, is het moeilijk om te kiezen voor de gezonde variant. Het bedrag wat bedrijven uitgeven aan marketing van ongezonde producten is 3000x hoger dan voor het marketingbedrag voor wat gezond is.”
Collectief probleem
Obesitas is geen individueel probleem, maar een collectief probleem dat integraal aangepakt moet worden, benadrukt Seidell. Dat betekent wat hem betreft dat betere voeding om welvaartsziekten te bestrijden een vraagstuk is dat collectief moet worden aangepakt. Om die reden verzet hij zich tegen personalized nutrition als oplossing. Vergaand geïndividualiseerde voedingsadviezen op basis van DNA-profielen zijn volgens een groeiende stroom wetenschappers en beleidsmakers de manier om ongezonde voeding tegen te gaan.
Seidell noemt hun keuze zonder omhaal een 'stroomafwaartse aanpak'. “Dat is leuk voor mensen die toch al veel met voeding bezig zijn en er veel geld aan uitgeven." Seidell gelooft niet dat personalized nutrition de explosie van te dikke mensen in landen als Mexico en India ook maar in het minst kan voorkomen.
Niettemin wijst hij maatregelen gericht op individuele preventie niet af. "Je moet", zegt hij, "een drenkeling natuurlijk wel redden en mensen leren zwemmen". Bijvoorbeeld door gezinnen in achterstandswijken te leren over gezondheid, voeding en zelf-management. “Als we goed luisteren naar hoe mensen leven, kunnen we leren wat mensen nodig hebben. Daarmee kunnen we dingen veranderen”, aldus Seidell.
Sleutelrol voor diëtisten en voedingswetenschappers
De uitvoering van stroomopwaarts beleid moet volgens Seidell gebeuren op verschillende niveaus tegelijk, van ouders tot scholen en van gemeentes tot de levensmiddelenindustrie. Er ligt een collectieve verantwoordelijkheid die vergeten wordt door de nadruk op individuele verantwoordelijkheden en oplossingen. Seidell ligt de vinger op de plek waar het volgens hem zeer doet: er is geen beroepsgroep die de op een gestructureerde manier verantwoordelijk is voor de stroomopwaarste aanpak. Seidell bepleit een samenwerking tussen overheid, voedingswetenschappers, diëtisten en artsen. "Stop met symptoombestrijding en sla de handen ineen om de achterliggende oorzaken van ongezond voedingsgedrag aan te pakken." Met dat politieke advies sloot hij zijn academie-lezing af.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Hear hear.
Stroomopwaarts aan de rivier Obesitas staan de fabrieken die ongehinderd hun waren lozen en de dorpelingen aan zee overspoelen. Het wordt tijd dat de overheid (maar ook types als de boeren achterban van het CDA die tegen Buma's plan voor een suikertaks zijn en de GroenLinksers die zich nu alleen druk maken om windmolens) doordrongen raken van het feit dat de voeding de volksgezondheid bedreigt. Geen slappe convenanten en zelfregulering door de industrie meer, daar wordt smakelijk om gelachen in die fabrieken, ja ook bij het voorbeeldige Unilever. Geen poespas meer om dat beetje zout in brood, maar beperkende maatregelen voor de productie, handel en verkoop van werkelijk schadelijke producten. Geen cola en snoepautomaten op school, geen snoep bij kassa's. En voorlichting aan leerlingen en hun ouders, want die weten ook niets meer over gezonde voeding sinds de Huishoudschool is afgeschaft.
Natuurlijk heeft Jaap helemaal gelijk. Maar in deze moderne maatschappij, hebben gezinnen niet altijd tijd om van scratch te koken.
Denk even met mij mee: een gezin met drie kinderen, acht, tien en twaalf jaar. Zij is om zes uur thuis nadat ze de kinderen her en der heeft opgehaald, hij is om half zeven thuis.
Wat eten zij?
Nou bijvoorbeeld wél gemaksproducten! Anders wordt het gezin gek en moet zij haar baan opgeven.
Ik doe een menusuggestie:
Direct thuis zet ze een pan water op met aardappelen, al voorgewassen gekocht, maar niet geschild. Ze voegt zout aan het kookwater toe.
Ze haalt sperziebonen uit de diepvries, dan hoef je de puntjes en draadjes er niet zelf meer af te halen. Kipfilets goed bakken in de koekenpan met voorgesneden uitjes, gekocht uit de afdeling panklare verse groente. Dan hoeft ze zelf geen uien meer te snijden. Kipfilets behoorlijk kruiden met kerrie door de uitjes. Ze blust ze af met sojasaus, zo heeft ze jus voor de aardappels. (of met ketjap manis? daar zit ook suiker in).
Ze hebben nog sla staan van gisteren. Zij mikt snel olie, azijn, mosterd, peper en soja door elkaar als dressing, ze voegt bieslook en peterselie uit een doosje uit de vriezer toe. (of pakt ze de fles dressing?)
De kinderen hebben veel trek als ze binnen komen. Daarvoor heeft ze fruit staan op de keukentafel. De kinderen eten een banaan als ze niet kunnen wachten tot het eten.
Ze is binnen een half uur klaar. Aan tafel schillen de gezinsleden zelf de in de schil gekookte aardappelen. Wat doet ze met de sperziebonen? Ja, nootmuskaat, maar ook een klontje boter?
Is dit gezond?
En het toetje? Mogen ze geen ijs?
Hear hear mbt het afkraken van personalised nutrition!
Simone Hertzberger #2
Ik ben met je eens; de tegenstelling gemaksproducten-gezond is vals. Het werkelijke punt is, dat een beetje fabrikant wel oppast om iets te maken dat verzadigt; frisdrank is zo'n succes omdat je er nooit genoeg van krijgt.
De strijd gaat (wat mij betreft) dan ook niet tegen pakjes-en-zakjes, maar tegen eten dat niet verzadigt. In lijn met het 5% WHO advies: De gangpaden met frisdrank, vruchtensap, zoet broodbeleg, zoete desserts en snoep dienen ernstig gesaneerd te worden.
Mee eens, mee eens, maar hoe moet het?
De regering kan snoepfabrikanten verbieden om snoep te maken. Snackbars mogen geen snacks meer verkopen. De wildgroei in grote steden aan ijssalons en Nutellabars is op slag ten einde als ze niet meer mogen verkopen wat hun corebusiness is. Alle blikjes bruine bonen waar een snuf suiker in zit worden van de schappen gehaald. Johma salades failliet, geen chips meer te bekennen en alle supermarkten met een paarhonderd meter lege schappen waar ze moeilijk nog meer soorten olijfolie en wasmiddelen op kunnen zetten. Het spreekt tot de verbeelding.
Alles wat aan lekkers en prettigs en makkelijks te koop wordt aangeboden, wordt verkocht. Is het er niet, dan koopt de argeloze burger het vanzelf niet, maar iets anders. Aldus is de mensheid gered.
Maar er knaagt iets.
De redenering. Burgers van jong tot oud worden aan verleidingen blootgesteld die ze niet kunnen weerstaan. Dus dan maar de verleiding verbieden (zie de woeste reactie van Huib Stam hieronder).
Daarmee komen we in vreemd vaarwater.
In mijn gevecht in huiselijke kring tegen snoep en frisdrank voor mijn kinderen en vriendjes die ze mee brachten en me er een lul om vonden, heb ik nooit gedacht, ze zouden Coca Cola moeten bombarderen. Nee, ik haatte buurvrouw van verderop, waar ze maar al te graag gingen spelen want daar kreeg je alles wat ik ze wilde onthouden, als lul.
Het is nog aardig goed gekomen met de kinderen, in kilo’s ook.
Maar vergis je niet. De obesogene omgeving (wat een vondst van een uitdrukking) is niet puur de straat in achterstandswijken en de school met snoep, de supermarkt met snaai bij de kassa. Het Nederlandse huishouden en de samenleving is er van dooraderd. Opoe, oom, buurvrouw, moeder, vader, collega op kantoor en koekje bij de koffie. Aardig gevonden willen worden: de industrie maakt het ons gemakkelijk.
Maar burgers zijn geen slachtoffer van de verleidingsindustrie, hoe gewiekst die ook te werk kan gaan. Burgers doen het zelf.
Dat moet het uitgangspunt zijn bij de door Jaap Seidell voorgestelde broodnodige ingreep. Heel moeilijk.