De Amerikaanse staat Texas staat bekend om zijn oliebaronnen - denk maar aan de populaire TV-serie Dallas. Nog altijd wordt er olie aangetroffen in de bodem en slaan nieuwe oliebezitters putten om het zwarte goud te winnen. Dat kan voor 15 of 50 jaar zijn, afhankelijk van de exacte omstandigheden. In 1980 leidde de vrijwel volledige afhankelijkheid van de Texaanse economie van olie bijna tot het failliet van de staat. Daarom pleiten economen al jaren voor diversificatie - en met succes.
Een ander soort olie
De nieuwste ontwikkeling? Een ander soort olie - olijfolie. In Texas zijn inmiddels zo'n 70 olijfolieboeren actief (in 2008 waren dat er nog 24), schrijft Bloomberg. Op dit moment, met de laagste prijsnotering voor ruwe olie in jaren, zien zij hun olijfboomgaarden tevreden aan. In 2013 plantten Texanen zo'n 500.000 olijfbomen. Eind volgend jaar zullen dat er zo'n 2 miljoen olijfbomen zijn. Die moeten een merkbare aanvulling gaan leveren aan de eigen Amerikaanse productie van olijfolie.
VS groot-importeur van olijfolie
De VS horen bij de grootste importeurs van olijfolie: 97% van de gebruikte olijfolie komt uit het buitenland, vooral Spanje en Italië, meldt de American Olive Oil Producers Association. Vorig jaar importeerde de VS voor $ 1,1 miljard aan olijfolie. Het kleine beetje dat in eigen land geproduceerd wordt, komt met name uit Californië. Daar werd de olijventeelt in de 17e eeuw geïntroduceerd door Spaanse missionarissen. Vorig jaar produceerde Californië zo'n 13,25 miljard liter olijfolie. Texas kwam daar met 57.000 liter ver achteraan.
'Hernieuwbare' olie
Van aardolie naar olijfolie brengt een nieuwe houding tot de aarde met zich mee. Het klimaat in (delen van) Texas leent zich uitstekend voor de van oorsprong mediterrane olijventeelt. Vandaar de toenemende belangstelling voor deze nieuwe olie-economie. In tegenstelling tot aardolie, is olijfolie echter 'hernieuwbaar'. Als de olijfbomen na 25 jaar niet productief meer zijn, kun je een nieuwe boomgaard aanplanten. Dat is met een aardolieveld nog nooit iemand gelukt en laat de nieuwe olieboeren hun stukje land koesteren in plaats van het alleen maar te gebruiken tot het 'op' is.
Fotocredits: 'oil green bottles', dahorsburg
Dit artikel afdrukken
Een ander soort olie
De nieuwste ontwikkeling? Een ander soort olie - olijfolie. In Texas zijn inmiddels zo'n 70 olijfolieboeren actief (in 2008 waren dat er nog 24), schrijft Bloomberg. Op dit moment, met de laagste prijsnotering voor ruwe olie in jaren, zien zij hun olijfboomgaarden tevreden aan. In 2013 plantten Texanen zo'n 500.000 olijfbomen. Eind volgend jaar zullen dat er zo'n 2 miljoen olijfbomen zijn. Die moeten een merkbare aanvulling gaan leveren aan de eigen Amerikaanse productie van olijfolie.
VS groot-importeur van olijfolie
De VS horen bij de grootste importeurs van olijfolie: 97% van de gebruikte olijfolie komt uit het buitenland, vooral Spanje en Italië, meldt de American Olive Oil Producers Association. Vorig jaar importeerde de VS voor $ 1,1 miljard aan olijfolie. Het kleine beetje dat in eigen land geproduceerd wordt, komt met name uit Californië. Daar werd de olijventeelt in de 17e eeuw geïntroduceerd door Spaanse missionarissen. Vorig jaar produceerde Californië zo'n 13,25 miljard liter olijfolie. Texas kwam daar met 57.000 liter ver achteraan.
'Hernieuwbare' olie
Van aardolie naar olijfolie brengt een nieuwe houding tot de aarde met zich mee. Het klimaat in (delen van) Texas leent zich uitstekend voor de van oorsprong mediterrane olijventeelt. Vandaar de toenemende belangstelling voor deze nieuwe olie-economie. In tegenstelling tot aardolie, is olijfolie echter 'hernieuwbaar'. Als de olijfbomen na 25 jaar niet productief meer zijn, kun je een nieuwe boomgaard aanplanten. Dat is met een aardolieveld nog nooit iemand gelukt en laat de nieuwe olieboeren hun stukje land koesteren in plaats van het alleen maar te gebruiken tot het 'op' is.
Fotocredits: 'oil green bottles', dahorsburg
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Na 25 jaar niet meer productief…. kom op zeg. Doe t nou in één keer goed. Bij olijfbomen kun je je een duurzamer perspectief permitteren. Uit n willekeurig stukkie: "De olijfboom groeit heel traag, en het duurt gemiddeld 7 jaar voordat de boom fruit geeft. De productiviteit van de boom neemt langzaam toe in de jaren daaropvolgend. De boom bereikt volwassenheid op 35-jarige leeftijd. Daarna kan hij zeker 150 jaar fruit geven, vaak nog wel langer. "
Fransjan, je hebt mogelijk gelijk. Alleen ben je weinig kritisch. Ik proef de mythe van abundance (overvloed). Vier tot acht liter olie per boom/jaar, ook nog met veel kunstmest, waar laat je al die bomen. (Vergelijk dit met 3.000.000.000.000 liter fossiele olie per jaar) Suggestie andere samenleving? Gestaffelde brandstofprijzen voor fossiel?
Fransjan, kom je wel eens op olijfplantages? Ik ben er niet zo zeker van zijn dat - net als appelbomen bij ons - het leven van een olijfboom (die vele honderden jaren oud kan worden) niet ook is beïnvloed door intensieve teeltwijzen vanwege de geweldig toegenomen vraag naar olijfolie. Die moet snel geproduceerd kunnen worden. Kijk eens hoe snel dat gaat met de, overigens alomtegenwoordige, Arbequina-varieteit.
Wij hebben zelf bij toeval zo'n boompje gepland en zijn stomverbaasd over zijn groeisnelheid. We hebben ook een oude grote olijfboom. Hun groeisnelheden na snoei zijn sterk verschillend, hebben we kunnen vaststellen. Allemaal reden om de 25 jaar die (de beginnende olijfolieboer in) het Bloombergartikel noemt te handhaven.
Cécile, Patzek misschien even lezen?
Physics, chemistry and biology say clearly that there can be no sustained net mass output from any ecosystem for more than a few years. A young forest in a temperate climate grows fast in a clear-cut area, and transfers nutrients from soil to the young trees. The young trees grow very fast (there is a positive NPP), but the amount of mass accumulated in the forest is small. When a tree burns or dies some or most of its nutrients go back to the soil. When this tree is logged and hauled away, almost no nutrients are returned. After logging young trees a couple of times the forest soil becomes depleted, while the populations of insects and pathogens are well-established, and the forest productivity rapidly declines (Patzek and Pimentel, 2006). When the forest is allowed to grow long enough, its net ecosystem productivity becomes zero on the average.
Waar het om gaat:
It seems that with the exponentially accelerating mining of global ecosystems for biomass, the time scale of our extinction is shrinking with each crop harvest. Compare this statement with the feverish proclamations of sustainable biomass and agrofuel production that flood us from the confused media outlets, peer-reviewed journals, and politicians.
Hai @Cecile, 't is ff geleden dat mijn bosbouwcarrière tussen de olijfbomen begon en ik heb het niet strak bijgehouden, maar wilde hiermee vooral n algemeen punt maken - dat 'tree cropping' een ander soort sport is dan wat de hoogintensieve agro is geworden. Het mooie ervan is dat je met de jaren je productiekapitaal opbouwt, want anders dan in de overheersende teelt van éénjarigen, begin je niet telkens helemaal van de kale grond af overnieuw. En van dat kapitaal pluk je dan nog jarenlang de rente. Dat is economie op basis van de ecologische werkelijkheid.
Het is wel weer even schrikken dat de referentiekaders voor hoe voedsel vanuit zijn biologische oorsprong kan groeien zo geërodeerd zouden zijn. Appels en olijven vergelijken :-) mwah - hoogstens de arbequina met een elstar.. Maar het is echt wel een ander soort boom. Zeker anders dan de tot norm geworden snelle jongens en meisjes. Dat olijfbomen werkelijk zo worden afgebeuld dat ze na 25 jaar al economisch afgeschreven zijn, stuit mij volkomen tegen de borst. En het onderstreept beter dan wat ook hoezeer de exponentiële groeidwang van de heersende economie de boel uit het lood heeft geslagen. Want met de gegeven biologische werkelijkheid van de olijfboom heeft het in elk geval niets meer te maken.
Alle organismen kennen een fase van exponentiële groei - zeg maar puberteit - en daarna vlakt de kwantitatieve groei af en komt er vooral kwaliteit, afstemming en verfijning bij. Vruchtdragende bomen hebben een paar jaar nodig om op stoom te komen en ontwikkelen dan hun productiepotentieel - wortelstelsel, een passend bodemleven (mycorrhizae!), vertakking, ed. Als je die de basis van je systeem maakt, is het dus complete waanzin om de hele boel weer uit te rukken als er eenmaal iets robuusts staat. Daar is een term voor en die eindigt met 'vernietiging'. Zeker weten dat je planten en bomen kunt opjutten om 'hoogproductief' te worden. Maar dat gaat alleen over de output. Hoeveel moet je er daarvoor instoppen? En hoevaak gaat t dáárover? We zijn geobsedeerd door de pieken in de gorie - en tegelijk blind voor de consequenties van onze geambieerde exponentiële uitbreiding - maar n compleet economisch verhaal op basis van blijvende waarde en potentieel is daar helemaal niet van te bakken, en juist zoiets meerjarigs als een boomteeltcultuur prikt die bubble door.
Op zich benieuwd van iemand te vernemen hoe en hoeveel er de laatste tientallen jaren aan olijven is veredeld; sowieso loopt de boomteelt daarin achter bij andere subsectoren, en de traditionele teelten zijn vast en zeker te verbeteren in termen van efficiëntie en productiviteit. Met alle respect, maar jullie eigen experiment snijdt niet zoveel hout - er doen wel erg weinig variabelen mee. Hoe een boom groeit en produceert hangt enorm af van hoe je hem behandelt - zoals je snoei-regime. Natuurlijk reageert n piepjong ding anders op snoei dan zo'n ouwe baas. Sowieso is die laatste daar msch. niet aan gewend? In die zin is dit nl. gewoon n self-fulfilling bizniz: opjutten kan best, en dan krijg je dus iets dat al snel is uitgeput. En dat niet meer zonder die inputs kan. Het echte potentieel is dan allang uit beeld. Vroeg of laat wordt er dan een 'wondermiddel' uitgevonden (zoals actueel in bodemsferen: biochar, ME, mycorrhizae (!) ea.) maar dat was gewoon n element in de ecologische constellatie die per oerknal tot ons heeft weten te komen en er de laatste tig jaar monomaan is uitgejaagd.
Agroforestry, polycultuur, ze waren ooit de belofte voor de 'arme landen', vervolgens in de revolutie-jaren volstrekt genegeerd, maar vanuit oa. Zuid-Europa komen we erachter dat ze als economisch model voor de toekomst zo gek nog niet zijn.
Vaak nog zeer smal opgevat, nl. als combinaties van maar liefst twéé soorten en dat zie ik dan maar als teentje in het water van een nieuwe mindset en paradigma. De zuidelijke boomteeltculturen - olijf, granaatappel, amandel, abrikoos, cherimoya, kastanje, carobe, eikels etc. - zijn deels verouderd, maar er begint wat beweging in te komen, en als ik t in Texas voor t zeggen had, zou ik voor zo'n nieuwe teelt bepaald eens wat verder rondkijken, zeker als je iets met 'duurzaam' wilt. Want ook in de boomteelt is monocultuur vermoedelijk niet de meest fortuinlijke optie, en bij bomen is t toch al helemaal duidelijk dat ze niet in hun eentje zouden hoeven groeien. Een goed jaar terug stond ik weer tussen de olijven, en toen ging t meer over wat er daaronder en tussenin zou kunnen - plantaardig en/of dierlijk - en ik zie uit naar de vernieuwingen die oa. in Andalusië en Extremadura vanuit de branche geboren lijken te worden, want een seminar daarover swingde wel. Hoe meer ruimte en steun voor experimenten hoe beter, voor iedereen, en daarvoor moeten de luiken maar eens wat verder open.