De voorgestelde vettax gaat ons niet aan een betere gezondheid helpen. We moeten ons realiseren dat we veel te veel eten. Dat verbloemen we door het over goed en fout eten te hebben. Dat vindt NRC culi-schrijver Janneke Vreugdenhil. Ze schreef er afgelopen vrijdag in de printeditie van de NRC een opiniestuk over. Met publicatie hier komt het online beschikbaar.
Ook culi en slowfoodie Michiel Bussink is tegen de vettax die in navolging van Denemarken nu in Nederland door de RVZ wordt voorgesteld. Hij schreef een opiniestuk in de Volkskrant. Op LinkedIn barstte er een levendige discussie over los.
Foodlog vroeg een aantal mensen die professioneel werkzaam zijn in voedingsmiddelentechnologie en gezondheid hun opinie over een vettax. Ze zullen hier de komende maand verschijnen.
Wat smeerde u vanochtend op uw boterhammen? Water, plantaardige oliën en vetten, plantensterolester, gemodificeerd zetmeel, droge melkbestanddelen, emulgator (E471, E322), conserveermiddel E202, voedingszuur E330, vitamines (E, B6, A, foliumzuur, D, B12), aroma’s en kleurstof E160a? Of was het melkvet, water, melksuiker en een handjevol natuurlijke vitamines en mineralen?
In het eerste geval krijgt u een tien met een griffel. Op uw broodsmeerselkuipje prijkt een blauw vinkje. U hebt gezond gekozen. De Hartstichting heeft haar zegen uitgesproken over uw boterhammenbalsem. Wellicht wordt u zelfs gesubsidieerd door uw zorgverzekeraar, omdat u eet wat u eet: Becel pro-activ.
Roomboter smeert u daarentegen geheel op eigen risico. Bijlappen voor een dotterbehandeling of bypass is weliswaar nog niet aan de orde, maar een standje van de huisarts of cardioloog is niet uitgesloten. Als het aan de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg ligt, betaalt u straks voor uw bestreken boterhammetje in elk geval extra belasting.
Nederland zou met de invoering van de ‘vettaks’ – waarover de Raad de minister van Volksgezondheid vorige week positief adviseerde – niet het eerste land zijn waar accijns wordt geheven op verzadigde vetten. In Denemarken werd een dergelijke belasting ingevoerd. Hongarije doet ongeveer hetzelfde. Het is te vroeg om de effectiviteit van deze maatregel te peilen. Zeker is dat hij een administratieve nachtmerrie oplevert.
Een kwart van alle welvaartsziekten wordt veroorzaakt door een ongezonde leefstijl. Nu de volksgezondheid op het spel staat, is overgewicht niet langer een privéaangelegenheid, maar een politieke zaak. Persoonlijk heb ik er weinig op tegen een groter deel van mijn budget te besteden aan eten. Voedsel in Nederland is relatief goedkoop. Ook gezondheidsbevorderend optreden van de overheid stuit me niet tegen de borst. Ik ben slechts een hartstochtelijk voorstander van fatsoenlijk, vers eten. Mijn voornaamste aarzeling rond het invoeren van een vettaks luidt: wie beslist straks precies wat goed voor mij is en wat slecht?
Vetten, ook die vermaledijde verzadigde vetten, zijn essentieel voor het functioneren van het menselijk lichaam. Je zou het bijna vergeten, maar het is nog helemaal niet zo lang geleden dat we onbekommerd speklappen aten en het bestaan van zoiets als slagroomijs light onbestaanbaar was. Pas in de laatste pakweg dertig jaar is vet langzaam maar zeker in de taboesfeer beland. Vet maakt dik. Vet is ongezond. Vet is gevaarlijk. Het verbluffende resultaat van deze demonisering: we zijn dikker dan ooit.
Het is een beetje flauw om de gehele wetenschap in twijfel te trekken sinds het debacle rond Diederik Stapel, maar de realiteit is dat onder medici en onderzoekers ernstige verdeeldheid bestaat over de vraag wat gezonde voeding is. De lobby van de voedingsindustrie is invloedrijker dan we zouden moeten willen in een weldenkend land. Deze twee factoren maken een indeling van voedingsmiddelen in gezond of ongezond, in goed of slecht, op z’n minst arbitrair.
De waarheid over eten is dat er in veel gevallen nog geen waarheid is. Zo lijkt het decennialang gepropageerde drinken van melk een averechts effect te hebben op botontkalking. Zo bleef recent (door Unilever gesponsord) wetenschappelijk onderzoek naar de vermeende positieve invloed van omega-3-vetzuren in margarine op hart- en vaatziekten zonder resultaat. Zo is gebleken dat je van lightproducten meer eet en dus uiteindelijk juist dikker wordt.
Ik ben niet medisch geschoold, maar mijn gezond verstand zegt me dat er niet zoiets bestaat als een apert ongezond product. Wij worden niet dik van een randje vet aan de karbonade, noch van de boter waarin we haar bakken, of van dat ene koekje bij de thee. Wij worden dik van een ongezond eetpatroon.
We eten veel en veel te veel. Dit is onze volksziekte. Hiertegen is een vettaks niet het juiste medicijn. Als ik in de supermarkt in de karretjes om mij heen kijk – een onschuldige, maar heerlijke vorm van voyeurisme – en zie hoeveel snacks erin worden gemieterd, tegenover de hoeveelheid verse groenten en fruit, en als je weet dat een gemiddelde zak chips duurder is dan een komkommer of een bos radijs, vraag ik me af of het zou helpen. Dan lijkt het zinvoller om reclame op frisdrank, snoep en fastfood te verbieden, opdat we niet voortdurend in de verleiding worden gebracht.
De bal ligt in Den Haag. Willen we het Deense model, of toch een verfijndere aanpak van dit gecompliceerde welvaartsprobleem? Smeren we straks op last van de staat allemaal Becel? Tot die tijd houd ik me vast aan wat Joan Gussow, een Amerikaanse professor in de voedingskunde, ooit heeft gezegd: „Als het over boter versus margarine gaat, stel ik meer vertrouwen in een koe dan in een chemicus.”
Fotocredits: donkeyhotey
Dit artikel afdrukken
In het eerste geval krijgt u een tien met een griffel. Op uw broodsmeerselkuipje prijkt een blauw vinkje. U hebt gezond gekozen. De Hartstichting heeft haar zegen uitgesproken over uw boterhammenbalsem. Wellicht wordt u zelfs gesubsidieerd door uw zorgverzekeraar, omdat u eet wat u eet: Becel pro-activ.
Roomboter smeert u daarentegen geheel op eigen risico. Bijlappen voor een dotterbehandeling of bypass is weliswaar nog niet aan de orde, maar een standje van de huisarts of cardioloog is niet uitgesloten. Als het aan de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg ligt, betaalt u straks voor uw bestreken boterhammetje in elk geval extra belasting.
Nederland zou met de invoering van de ‘vettaks’ – waarover de Raad de minister van Volksgezondheid vorige week positief adviseerde – niet het eerste land zijn waar accijns wordt geheven op verzadigde vetten. In Denemarken werd een dergelijke belasting ingevoerd. Hongarije doet ongeveer hetzelfde. Het is te vroeg om de effectiviteit van deze maatregel te peilen. Zeker is dat hij een administratieve nachtmerrie oplevert.
Een kwart van alle welvaartsziekten wordt veroorzaakt door een ongezonde leefstijl. Nu de volksgezondheid op het spel staat, is overgewicht niet langer een privéaangelegenheid, maar een politieke zaak. Persoonlijk heb ik er weinig op tegen een groter deel van mijn budget te besteden aan eten. Voedsel in Nederland is relatief goedkoop. Ook gezondheidsbevorderend optreden van de overheid stuit me niet tegen de borst. Ik ben slechts een hartstochtelijk voorstander van fatsoenlijk, vers eten. Mijn voornaamste aarzeling rond het invoeren van een vettaks luidt: wie beslist straks precies wat goed voor mij is en wat slecht?
Vetten, ook die vermaledijde verzadigde vetten, zijn essentieel voor het functioneren van het menselijk lichaam. Je zou het bijna vergeten, maar het is nog helemaal niet zo lang geleden dat we onbekommerd speklappen aten en het bestaan van zoiets als slagroomijs light onbestaanbaar was. Pas in de laatste pakweg dertig jaar is vet langzaam maar zeker in de taboesfeer beland. Vet maakt dik. Vet is ongezond. Vet is gevaarlijk. Het verbluffende resultaat van deze demonisering: we zijn dikker dan ooit.
Het is een beetje flauw om de gehele wetenschap in twijfel te trekken sinds het debacle rond Diederik Stapel, maar de realiteit is dat onder medici en onderzoekers ernstige verdeeldheid bestaat over de vraag wat gezonde voeding is. De lobby van de voedingsindustrie is invloedrijker dan we zouden moeten willen in een weldenkend land. Deze twee factoren maken een indeling van voedingsmiddelen in gezond of ongezond, in goed of slecht, op z’n minst arbitrair.
De waarheid over eten is dat er in veel gevallen nog geen waarheid is. Zo lijkt het decennialang gepropageerde drinken van melk een averechts effect te hebben op botontkalking. Zo bleef recent (door Unilever gesponsord) wetenschappelijk onderzoek naar de vermeende positieve invloed van omega-3-vetzuren in margarine op hart- en vaatziekten zonder resultaat. Zo is gebleken dat je van lightproducten meer eet en dus uiteindelijk juist dikker wordt.
Ik ben niet medisch geschoold, maar mijn gezond verstand zegt me dat er niet zoiets bestaat als een apert ongezond product. Wij worden niet dik van een randje vet aan de karbonade, noch van de boter waarin we haar bakken, of van dat ene koekje bij de thee. Wij worden dik van een ongezond eetpatroon.
We eten veel en veel te veel. Dit is onze volksziekte. Hiertegen is een vettaks niet het juiste medicijn. Als ik in de supermarkt in de karretjes om mij heen kijk – een onschuldige, maar heerlijke vorm van voyeurisme – en zie hoeveel snacks erin worden gemieterd, tegenover de hoeveelheid verse groenten en fruit, en als je weet dat een gemiddelde zak chips duurder is dan een komkommer of een bos radijs, vraag ik me af of het zou helpen. Dan lijkt het zinvoller om reclame op frisdrank, snoep en fastfood te verbieden, opdat we niet voortdurend in de verleiding worden gebracht.
De bal ligt in Den Haag. Willen we het Deense model, of toch een verfijndere aanpak van dit gecompliceerde welvaartsprobleem? Smeren we straks op last van de staat allemaal Becel? Tot die tijd houd ik me vast aan wat Joan Gussow, een Amerikaanse professor in de voedingskunde, ooit heeft gezegd: „Als het over boter versus margarine gaat, stel ik meer vertrouwen in een koe dan in een chemicus.”
Fotocredits: donkeyhotey
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Klopt Frank. Ken je deze site?
Hoeveel suiker er in ons eten zit http://suikerwijzer.nl/hoeveel-suiker-er-in-ons-eten-zit/
Gebleken is dat bij het willen aanbieden van gezond eten op school er een goede infrastructuur op deze scholen moet zijn. Hier ontbreekt het in Nederland geheel aan.
Scholen zijn niet uitgerust op het bereiden van eten voor grote groepen leerlingen en ook ontbreekt het vaak aan professioneel opgeleid personeel.
Personeel dat de hygiënevoorschriften kent mbt het bereiden van voedsel ontbreekt. Kennis over lekkere en gezonde voeding ontbreekt ook. Ik vind dat gek.
Als we willen, dat ouders kunnen werken, dat kinderen gezond kunnen opgroeien, moeten we zorgen voor goede voorzieningen op scholen.
Ik wil niet dat Nestelé & Co gaan bepalen wat op scholen in Nederland in de toekomst wordt gegeten.
ps ik bedoel natuurlijk obseditas...
De grootste boosdoener lijkt niet vet te zijn, maar suiker (en suikervervangers) in drinken. Een suikernorm zou veel effectiever zijn: niet meer dan 8 % toegevoegde suiker in drinken en toetjes (14% is vaak het geval).
@Doris: het belang hiervan is enorm. Beginnen op scholen - met streekproducten en n uitstapje naar de boer. In Frankrijk en de UK steeds normaler.
Het tegengewicht van alle gladde reclame met blinkende filmsterren - voor ongezonde producten - is enorm. Zeker pubers zijn daar erg gevoelig voor.
Daarnaast is er natuurlijk het belang van beweging, maar daar wil ik het nu niet over hebben.
Het probleem ligt nog veel breder, en dat mis ik in alle discussies: door allerlei stoffen in consumptieproducten en leefomgeving raakt ons hormonale stelsel aanzienlijk aangetast, en veroorzaakt daarmee mede obesitas.
Voorbeelden hiervan zijn geurtjes met Galaxolide en Tonalide (2 synthetische muskstoffen die in 80% van de geurtjes voorkomen), haargel/verf en crèmes met Parabenen en andere hormoonverstorende stoffen, PET flessen en vlamvertragers in textiel.
Voor een groot deel producten waarvoor ook uitbundig reclame wordt gemaakt. Met stoffen, waaraan we voortdurend worden blootgesteld - zoals geurstofwolken in het klaslokaal, en weekmakers in de sportschoenen.
Hormoonverstorende stoffen die we door milieuvervuiling binnenkrijgen (uit lucht en drinkwater) kunnen we zelf niet tegenhouden. Dat is een zaak van de politiek, die hier (ook) geen oog voor heeft.
Het grote verband en de overdracht van kennis ontbreekt.
Hallo Dick,
Deze documentaire ' Consuming Kids: The Commercialization of Childhood'
is zeer goed gemaakt en interessant ( duurt wel ca een uur..)
2 de helft gaat o.a over invloed van grote bedrijven binnen scholen / voeding.
http://www.youtube.com/watch?v=0uUU7cjfcdM
Op de hieroven gelinkte LinkedIn discussie stelde ik voor geen vettax, maar een gezondheidstax te heffen.
Zoals bekend, ben ik geen voorstander van een vettax. Die gaat leiden tot vreemde uitvindingen en nog slechter eten dat nog meer gegeten gaat worden.
Ik ben gedraaid. De overheid treedt terug en zal dat alleen maar meer doe; die trend is ononkeerbaar. Tegelijk zal de reclame en communicatie push om meer te eten toenemen, zelfs als eten duurder wordt (bedenk zelf maar waarom: goedkoper = meer = je bedrijf laten draaien). In zo'n situatie zijn buffers nodig voor ons eetexcedent.