Dat is een boude stelling. Maar Robert Hoenselaar durft hem aan. Hij trekt het argument breed en komt op een spannende manier tot boeiende wetenschappelijke twijfels.
U heeft vast wel eens gehoord van de "Franse paradox". Het viel onderzoekers op dat de Fransen een laag risico op hartinfarcten hebben, terwijl ze toch relatief veel dierlijk vet eten. Wereldwijd geloven gezondheidsorganisaties dat verzadigde vetten het risico op hartziekten verhogen. Omdat dierlijk vet veel verzadigd vet bevat, zouden de Fransen volgens de verzadigd vet theorie meer hartinfarcten moeten hebben dan andere volken. En toch hebben ze die niet.
Vluchtroutes
Omdat de theorie plausibel werd geacht, zochten wetenschappers naar een verklaringen voor deze 'paradox'. Omdat de theorie die je wilt geloven, altijd ruimte voor vluchtroutes langs de feiten biedt werden die ook gevonden. De meest gangbare verklaring luidt dat de Fransen veel wijn drinken. Wijn zou een beschermende werking hebben tegen een hartinfarct. Gelukkig kon verzadigd vet zo een belangrijke oorzaak van hartinfarcten blijven. Afgelopen week kwam het nieuws naar buiten dat die verklaring niet sterk is en misschien zelfs maar beter verlaten kan worden.
In 1999 volgde een andere verklaring voor de Franse paradox [1]. Onderzoekers suggereerden dat het een tijd duurt voor de consumptie van dierlijke vetten leidt tot een verhoogd cholesterol en een verhoogd risico op een hartinfarct. Ze namen 20 landen onder de loep. Uit hun analyse bleek, dat het risico op een hartinfarct sterk samenhing met de consumptie van dierlijke vetten en het cholesterol van 30 jaar terug. Op basis hiervan bestond de Franse paradox volgens hen niet meer. Het risico te overlijden aan een hartinfarct was het hoogste in landen met een hoge consumptie van dierlijke vetten.
170 landen
Onlangs maakte ik aannemelijk dat de hypothese dat een hoge consumptie van dierlijk vet samengaat met een verhoogd risico op hartinfarcten twijfelachtig is [2]. In bestaande onderzoeken zijn slechts enkele tientallen landen betrokken. Ik heb gekeken naar de consumptie van dierlijk vet per hoofd van de bevolking in relatie tot de ziektelast door hart- en vaatziekten, gebruik makend beschikbare gegevens uit maar liefst 170 landen. De gegevens over ziektelast en de voedselconsumptie zijn gepubliceerd door de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) en de Voedsel en Landbouworganisatie (FAO) [3, 4].
Een onverwacht effect
Hart- en vaatziekten omvatten niet alleen hartinfarcten, maar een heel scala aan andere ziekten [5]. De ziektelast door hart- en vaatziekten is uitgedrukt in DALY's. De term DALY staat voor Disability-Adjusted Life Years. De DALY is een combinatie van 2 factoren:
• Het aantal jaren verloren door vroegtijdig overlijden en
• Het aantal jaren verloren als gevolg van leven met een ziekte
Hoe hoger de DALY, hoe hoger de ziektelast door hart- en vaatziekten is.
Uit mijn analyse bleek dat de ziektelast door hart- en vaatziekten het hoogste was in landen met een lage consumptie van dierlijke vetten. Een onverwacht effect.
Om erachter te komen of dit effect verklaard kan worden door de theorie van de Franse paradox, voerde ik 2 analyses uit. Ik heb gekeken:
• of de consumptie van wijn verantwoordelijk is voor de gevonden relatie tussen consumptie van dierlijk vet en de ziektelast door hart- en vaatziekten, via lineaire regressie m.b.v. SPSS.
• of de ziektelast door hart- en vaatziekten verklaard kan worden door de consumptie van dierlijk vet 30 jaar daarvoor.
De resultaten zijn te zien in figuur 1 en 2. In beide gevallen gaat hoge consumptie van dierlijke vetten nog steeds samen met een significant dalende trend voor de ziektelast door hart- en vaatziekten. Beide verklaringen voor de Franse paradox zijn dan ook niet valide voor het gemeten effect.
Figuur 1. Dierlijk vet consumptie in relatie tot de ziektelast door hart- en vaatziekten. Gecorrigeerd voor de wijn consumptie.
Figuur 2. De ziektelast door hart- en vaatziekten in relatie tot de consumptie van dierlijke vetten 30 jaar daarvoor.
Dierlijk vet kán geen verklaring zijn
De ziektelast door hart- en vaatziekten ligt duidelijk het hoogst in landen met een lage consumptie van dierlijk vet. Dit blijkt uit een analyse van 170 landen. Daar kan de Franse paradox weinig mee te maken hebben. Het effect blijft immers overeind staan als we rekening houden met de hoeveelheid wijn die wordt gedronken. Tevens blijkt dat de consumptie van dierlijk vet 30 jaar voordat de hart-en vaatziekten zich voordoen geen verklaring kan zijn.
Wie bereid is deze feitelijke resultaten op face value te accepteren, zal moeten besluiten dat de consumptie van dierlijke vetten geen verklaring kan vormen voor de ziektelast door hart- en vaatziekten. Daarvoor is het aantal verschillen tussen de landen veel te groot. Wel laat het resultaat zien dat resultaten uit bestaande onderzoeken en mogelijk zelfs de opzet daarvan misschien minder relevant zijn dan wetenschappers willen en kunnen aanvaarden.
Referenties
[1] Law M. Wald N. Why heart disease mortality is low in France: the time lag explanation. BMJ. 1999 May 29;318(7196):1471-6. http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC1115846/
[2] Hoenselaar R. De ziektelast door hart- en vaatziekten is het hoogst in landen met een lage consumptie van dierlijke vetten. 28 april 2014. http://www.voedingsnieuws.org/ecologisch-onderzoek/dierlijk-vet-hart-en-vaatziekten
[3] The World Health Organization. Global burden of disease. Beschikbaar op: http://www.who.int/topics/global_burden_of_disease/en/
[4] Food and Agriculture Organization. Food Supply. Beschibaar op: http://faostat3.fao.org/faostat-gateway/go/to/download/C/*/E
[5] ICD10Data.com. Diseases of the circulatory system I00-I99. http://www.icd10data.com/ICD10CM/Codes/I00-I99
Fotocredits: Beef for dinner, uitsnede, Graham Holiday
Dit artikel afdrukken
Vluchtroutes
Omdat de theorie plausibel werd geacht, zochten wetenschappers naar een verklaringen voor deze 'paradox'. Omdat de theorie die je wilt geloven, altijd ruimte voor vluchtroutes langs de feiten biedt werden die ook gevonden. De meest gangbare verklaring luidt dat de Fransen veel wijn drinken. Wijn zou een beschermende werking hebben tegen een hartinfarct. Gelukkig kon verzadigd vet zo een belangrijke oorzaak van hartinfarcten blijven. Afgelopen week kwam het nieuws naar buiten dat die verklaring niet sterk is en misschien zelfs maar beter verlaten kan worden.
In 1999 volgde een andere verklaring voor de Franse paradox [1]. Onderzoekers suggereerden dat het een tijd duurt voor de consumptie van dierlijke vetten leidt tot een verhoogd cholesterol en een verhoogd risico op een hartinfarct. Ze namen 20 landen onder de loep. Uit hun analyse bleek, dat het risico op een hartinfarct sterk samenhing met de consumptie van dierlijke vetten en het cholesterol van 30 jaar terug. Op basis hiervan bestond de Franse paradox volgens hen niet meer. Het risico te overlijden aan een hartinfarct was het hoogste in landen met een hoge consumptie van dierlijke vetten.
170 landen
Onlangs maakte ik aannemelijk dat de hypothese dat een hoge consumptie van dierlijk vet samengaat met een verhoogd risico op hartinfarcten twijfelachtig is [2]. In bestaande onderzoeken zijn slechts enkele tientallen landen betrokken. Ik heb gekeken naar de consumptie van dierlijk vet per hoofd van de bevolking in relatie tot de ziektelast door hart- en vaatziekten, gebruik makend beschikbare gegevens uit maar liefst 170 landen. De gegevens over ziektelast en de voedselconsumptie zijn gepubliceerd door de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) en de Voedsel en Landbouworganisatie (FAO) [3, 4].
Een onverwacht effect
Hart- en vaatziekten omvatten niet alleen hartinfarcten, maar een heel scala aan andere ziekten [5]. De ziektelast door hart- en vaatziekten is uitgedrukt in DALY's. De term DALY staat voor Disability-Adjusted Life Years. De DALY is een combinatie van 2 factoren:
• Het aantal jaren verloren door vroegtijdig overlijden en
• Het aantal jaren verloren als gevolg van leven met een ziekte
Hoe hoger de DALY, hoe hoger de ziektelast door hart- en vaatziekten is.
Uit mijn analyse bleek dat de ziektelast door hart- en vaatziekten het hoogste was in landen met een lage consumptie van dierlijke vetten. Een onverwacht effect.
Om erachter te komen of dit effect verklaard kan worden door de theorie van de Franse paradox, voerde ik 2 analyses uit. Ik heb gekeken:
• of de consumptie van wijn verantwoordelijk is voor de gevonden relatie tussen consumptie van dierlijk vet en de ziektelast door hart- en vaatziekten, via lineaire regressie m.b.v. SPSS.
• of de ziektelast door hart- en vaatziekten verklaard kan worden door de consumptie van dierlijk vet 30 jaar daarvoor.
De resultaten zijn te zien in figuur 1 en 2. In beide gevallen gaat hoge consumptie van dierlijke vetten nog steeds samen met een significant dalende trend voor de ziektelast door hart- en vaatziekten. Beide verklaringen voor de Franse paradox zijn dan ook niet valide voor het gemeten effect.
Figuur 1. Dierlijk vet consumptie in relatie tot de ziektelast door hart- en vaatziekten. Gecorrigeerd voor de wijn consumptie.
Figuur 2. De ziektelast door hart- en vaatziekten in relatie tot de consumptie van dierlijke vetten 30 jaar daarvoor.
Dierlijk vet kán geen verklaring zijn
De ziektelast door hart- en vaatziekten ligt duidelijk het hoogst in landen met een lage consumptie van dierlijk vet. Dit blijkt uit een analyse van 170 landen. Daar kan de Franse paradox weinig mee te maken hebben. Het effect blijft immers overeind staan als we rekening houden met de hoeveelheid wijn die wordt gedronken. Tevens blijkt dat de consumptie van dierlijk vet 30 jaar voordat de hart-en vaatziekten zich voordoen geen verklaring kan zijn.
Wie bereid is deze feitelijke resultaten op face value te accepteren, zal moeten besluiten dat de consumptie van dierlijke vetten geen verklaring kan vormen voor de ziektelast door hart- en vaatziekten. Daarvoor is het aantal verschillen tussen de landen veel te groot. Wel laat het resultaat zien dat resultaten uit bestaande onderzoeken en mogelijk zelfs de opzet daarvan misschien minder relevant zijn dan wetenschappers willen en kunnen aanvaarden.
Referenties
[1] Law M. Wald N. Why heart disease mortality is low in France: the time lag explanation. BMJ. 1999 May 29;318(7196):1471-6. http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC1115846/
[2] Hoenselaar R. De ziektelast door hart- en vaatziekten is het hoogst in landen met een lage consumptie van dierlijke vetten. 28 april 2014. http://www.voedingsnieuws.org/ecologisch-onderzoek/dierlijk-vet-hart-en-vaatziekten
[3] The World Health Organization. Global burden of disease. Beschikbaar op: http://www.who.int/topics/global_burden_of_disease/en/
[4] Food and Agriculture Organization. Food Supply. Beschibaar op: http://faostat3.fao.org/faostat-gateway/go/to/download/C/*/E
[5] ICD10Data.com. Diseases of the circulatory system I00-I99. http://www.icd10data.com/ICD10CM/Codes/I00-I99
Fotocredits: Beef for dinner, uitsnede, Graham Holiday
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Ik heb het niet over duizenden interventiestudies, je moet beter leren lezen Guido. Ik heb het over duizenden studies die allerlei aspecten van met MD onderzoeken - van totaal tot de delen (zoals olijfolie, noten, gedroogde vruchten, verschillende kruiden en andere aspecten van het MD voedingspatroon) - die (bijna) allemaal met positieve resultaten komen (en nooit met negatieve - wat bij jou geliefde vleesconsumptie wel het geval is). Wat interventieonderzoek betreft: zie bijv. het onderzoek van Tognon dat ik hier bespreek.
Voor de slimmeriken onder ons is het totaalplaatje duidelijk. Je hebt ook klimaatsceptici die zichzelf wetenschappelijk denken toedichten... en met dezelfde soort argumentatie komen als jij gebruikt om je vleselijk gelijk te 'bewijzen' - in jou geval zonder voldoende deugdelijke (complete) interventiestudies. Wetenschappelijk bewijs is één ding (en o zo moeilijk onaanvechtbaar bij complexe zaken als (vlees)consumptie). Waarneming en een optelsom maken een ander. Ondanks alle verduisteringsgordijnen het licht zien blijft natuurlijk een kunst/kunde.
@Martijn: dat is al lang aantal malen aan bod geweest op FL. Zoek maar terug, ik heb er geen zin meer in om in herhaling te moeten blijven vallen. Je hebt wel gelijk dat wat als 'MD' gepresenteerd wordt in onderzoeken meestal slechts een deel van het MD omvat (terwijl de resultaten toch meestal positief zijn, en nooit negatief). Zeker het veelzijdige MD ontbijt is een stiefkind (dat de laaste tijd wel meer aandacht krijgt).
@Frank, #194: Definieer 'mediterraan dieet'. Wanneer is iets een Mediterraan dieet, en wanneer niet? Ik kan me niet aan de indruk onttrekken, dat er net zoveel mediterrane diëten als onderzoekers zijn....
Weet je wat interventiestudies zijn Frank? Denk je werkelijk dat er duizenden gedaan zijn voor het mediterraan dieet?
Je maakt gewoon claims die je niet kunt of wilt waarmaken: feitenvrije opinies dus.
Guido ik ga geen meta-overzicht hier presenteren. Dat waarschijnlijk weer door je bediscussieerd zal worden. Kost me teveel tijd. Bovendien zijn gerenommeerde voedingswetenschappers veel gefundeerder en duidelijker hiermee bezig dan ik ooit kan zijn. Op mijn site is een - verre van compleet - plaatje te vinden (type 'mediterraan' in het zoekvenster). Als je de verwijzingen volgt kom je vanzelf bij veel andere (vele duizenden - als je deelstudies over allerlei bestanddelen van het MD meerekent) Pubmed resultaten.
Frank, terwijl je aan het zoeken bent, hier alvast de interventiestudie van Iris Shai.
Drie dieten (voedingspatronen) over een periode van 2 jaar:
1. low-fat, restricted-calorie;
2 Mediterranean, restricted-calorie; or
3. low-carbohydrate, non–restricted-calorie.
Resultaten:
a) Gewichtsverlies:
"The mean weight loss was 2.9 kg for the low-fat group, 4.4
kg for the Mediterranean-diet group, and 4.7 kg for the low-carbohydrate group (P<0.001)"
b) Cholesterol:
The relative reduction in the ratio of total cholesterol to high-density lipoprotein
cholesterol was 20% in the low-carbohydrate group and 12% in the low-fat group
(P = 0.01).