Het leert mensen te begrijpen wat het maken van eten is en dat je de resten van je groenten aan de kippen kunt geven en dat je die niet allemaal kunt laten leven.

Je gaat het allemaal weer snappen. Dat het makkelijk groeit, maar moeite kost. Dat je ook rijp en optimaal kunt oogsten. Dat het soms mislukt en al die dingen meer. En dat het zo maar 10% van het inkomen van winkeliers weg kan roven. Dat is veel en kost ze de kop. Ze leven namelijk van de marge op vers. 10% van de omzet weghalen gaan ze voelen. En tegen 'home made' kan niks op. Daar hou je meer van dan van de aardigste super, ook al heeft die posters hangen met de allerleukste boeren en tuinders.

Afgelopen zomer kreeg ik tomaten en paprika's van mijn Zuid-Franse boeren buurman. Ze waren om te zoenen en we gooiden er graag de supermarktspullen voor aan de kant. Logisch, want dit kwam van een man die we waarderen. Zijn dochter was er opvallend blij mee. 'Eindelijk, hij deelt uit! Morgen sla van de super. Want dat kunnen we hier niet verbouwen.' Is daar het systeem mee kapot? Nee, daar begint het weer mee. Je snapt de grenzen en waardeert het overschrijden daarvan des te meer.

Pas als we weer gaan ruilen en niets meer uit de winkels halen wordt het subversief. Met ons grondoppervlakte komen we nooit zover, om de simpele redenen dat er nooit genoeg voor ons allemaal vanaf te halen valt. Met ons klimaat kan het ook niet, want we snakken naar variatie. Het kan wel, maar daar is toch echt heel wat high tech voor nodig.
Past dat ook in het beeld? Misschien moeten we er zelfs wel tuinders voor in de arm nemen. Wijzelf ja. En die tuinders moeten dan ook voor de kippen zorgen, de eieren rapen en de haantjes slachten. Wat we teveel hebben of wat gaat vervelen ruilen we met de buren een wijk verderop.

Pas als ook dat in het beeld past, wordt het serieus. De vraag is dan ook: hoe maf is dat?

Mij lijkt het wel wat. Een ruileconomie voor food, in combinatie met door onszelf ingezette high tech.

Dit artikel afdrukken