Voldoende slaap is belangrijk voor je gezondheid. De relatie tussen (te) weinig slaap en obesitas is al langer bekend, al is nog niet precies duidelijk hoe. Misschien komt het wel door een stapeling van heel veel hele kleine veranderingen in de lichaamsprocessen.
Een aantal publicaties over de centrale rol van slaap in ons leven en functioneren komt dezer dagen naar buiten. In de Volkskrant werd gisteren bericht over nieuw slaaponderzoek door het Slaapcentrum van de Britse Universiteit van Surrey, onder leiding van de Nederlander Derk-Jan Dijk. Op basis van een eenvoudig experiment (26 proefpersonen sliepen gedurende 1 week minder dan 6 uur per nacht, en daarna gedurende een week ruim 8 uur) en daarbij verzamelde bloedmonsters komen de onderzoekers tot de conclusie dat de slaapverstoring effect heeft op allerlei micro-processen in het lichaam. Meer dan 700 genen raken van slag, met minieme veranderingen tot gevolg. Die minieme gevolgen kunnen bij elkaar wel de verklaring vormen voor allerlei gezondheidsproblemen die met (te) weinig slaap geassocieerd worden, zoals obesitas, concentratiestoornissen en hart- en vaatziekten. Aanstaande vrijdag promoveert in Wageningen Marieke Hoevenaar-Blom op haar proefschrift Onvoldoende slaap is een risicofactor voor hart- en vaatziekten. Zij heeft vastgesteld dat slechte slapers een 65 procent hogere kans op het krijgen van een hart- of vaatziekte hebben.
Over de relatie tussen weinig slaap en obesitas is meer bekend. In een helder Harvard-artikel wordt de huidige stand van zaken toegelicht. Er zijn diverse onderzoeken die wijzen op een relatie tussen te weinig slaap en een vergrote kans om dik te worden, zowel voor kinderen als voor volwassenen. En nee, hét eenduidige, doorslaggevende onderzoek is er (nog) niet. Maar een aantal conclusies valt wel te trekken.
Onderzoekers zien twee mogelijke oorzaken voor het verband tussen te weinig slaap en gewichtstoename:
1: slechte slapers eten meer, omdat de hormonen die het hongergevoel reguleren (ghreline en leptine) van slag raken. Ze hebben bovendien meer tijd om te eten, want ze zijn langer wakker. De combinatie van deze twee factoren leidt bovendien tot meer vet en zoet eten: snacken. Ook bleek uit een Japans onderzoek dat mensen met een onregelmatig slaappatroon ook onregelmatig eten, en vaak buiten de deur.
2. slechte slapers verbruiken minder energie, omdat ze overdag vaker moe zijn. Daardoor zijn ze fysiek minder actief. Ook lijkt het erop dat mensen met een slaaptekort hun lichaamstemperatuur verlagen, waarmee ze hun energiehuishouding letterlijk op een lager pitje zetten.
Het nieuwe onderzoek van Dijk c.s. zou weleens de sleutel kunnen zijn voor de vertaling van deze 'algemene' onderzoeksbevindingen naar de exacte onderliggende lichaamsprocessen.
Het Harvard-artikel besluit met de opmerking dat het meeste onderzoek tot op heden observationeel van aard is. Er loopt ook een aantal klinische onderzoeken dat meer echte antwoorden belooft. "Maar vanuit een gezondheidsperspectief kan het geen enkel kwaad een aanbeveling te doen voor gezond slapen, door veranderingen door te voeren in de leefstijl zoals een vast moment om naar bed te gaan, minder caffeïne te gebruiken laat op de dag en het verbannen van high-tech afleiding uit de slaapkamer. Goede slaapgewoonten leveren nog meer op: grotere alertheid op school of werk, een beter humeur en een algehele verbetering van de kwaliteit van leven. Des te meer reden om een goede nachtrust op de shortlist van obesitaspreventie op te nemen."
Fotocredits: odecosleepmask, uitsnede, The Thinking Doll
Dit artikel afdrukken
Over de relatie tussen weinig slaap en obesitas is meer bekend. In een helder Harvard-artikel wordt de huidige stand van zaken toegelicht. Er zijn diverse onderzoeken die wijzen op een relatie tussen te weinig slaap en een vergrote kans om dik te worden, zowel voor kinderen als voor volwassenen. En nee, hét eenduidige, doorslaggevende onderzoek is er (nog) niet. Maar een aantal conclusies valt wel te trekken.
Onderzoekers zien twee mogelijke oorzaken voor het verband tussen te weinig slaap en gewichtstoename:
1: slechte slapers eten meer, omdat de hormonen die het hongergevoel reguleren (ghreline en leptine) van slag raken. Ze hebben bovendien meer tijd om te eten, want ze zijn langer wakker. De combinatie van deze twee factoren leidt bovendien tot meer vet en zoet eten: snacken. Ook bleek uit een Japans onderzoek dat mensen met een onregelmatig slaappatroon ook onregelmatig eten, en vaak buiten de deur.
2. slechte slapers verbruiken minder energie, omdat ze overdag vaker moe zijn. Daardoor zijn ze fysiek minder actief. Ook lijkt het erop dat mensen met een slaaptekort hun lichaamstemperatuur verlagen, waarmee ze hun energiehuishouding letterlijk op een lager pitje zetten.
Het nieuwe onderzoek van Dijk c.s. zou weleens de sleutel kunnen zijn voor de vertaling van deze 'algemene' onderzoeksbevindingen naar de exacte onderliggende lichaamsprocessen.
Het Harvard-artikel besluit met de opmerking dat het meeste onderzoek tot op heden observationeel van aard is. Er loopt ook een aantal klinische onderzoeken dat meer echte antwoorden belooft. "Maar vanuit een gezondheidsperspectief kan het geen enkel kwaad een aanbeveling te doen voor gezond slapen, door veranderingen door te voeren in de leefstijl zoals een vast moment om naar bed te gaan, minder caffeïne te gebruiken laat op de dag en het verbannen van high-tech afleiding uit de slaapkamer. Goede slaapgewoonten leveren nog meer op: grotere alertheid op school of werk, een beter humeur en een algehele verbetering van de kwaliteit van leven. Des te meer reden om een goede nachtrust op de shortlist van obesitaspreventie op te nemen."
Fotocredits: odecosleepmask, uitsnede, The Thinking Doll
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Er is recent nog een ander artikel gepubliceerd waarin associaties tussen bepaalde componenten in voeding en de duur van slaap werd gevonden (Appetite, Jan. 2013). De onderzochte stoffen beïnvloeden ook diverse biochemische processen, dus misschien is de suggestie dat er ook een omgekeerd verband bestaat nog niet zo gek. In elke geval blijkt hier maar weer eens opnieuw dat alles met alles verband houdt.
dit is volgens mij geen studie met slechte slapers, maar met mensen die minder slaap krijgen dan ze zouden willen. Dat is heel iets anders dan insomnia.
Als je de gezondheid van slechte slapers wil onderzoeken moet je mensen vinden die uit zich zelf minder dan 6 uur slaap krijgen per nacht, en niet goede slapers uit hun slaap houden
Grappig Dick B., jouw voorbeeld heeft een omgekeerd causaal verband tussen slaapverstoring en overgewicht vergeleken met hetgeen in het bericht staat. Ik ben ook wel benieuwd of de gevonden verbanden causaal zijn. Het onderzoek van Dijk suggereert dit wel. Maar zou het omgekeerde ook kunnen: zouden verstoorde microprocessen kunnen leiden tot slechtere slaapkwaliteit?
Een voorbeeld is recent onderzoek waaruit bleek dat het uitscheiden van ATP een trigger is in de hersenen die een hele cascade in gang zet die leidt tot in slaap vallen. Wat nou als mensen die weinig energie hebben (bijvoorbeeld door een mitochondriale ziekte) nou juist daardoor slecht in slaap kunnen vallen? Misschien slapen die mensen wel slecht doordat ze moe/energieloos zijn i.p.v. andersom.
Hoe dan ook, dit is een erg interessant onderwerp.
Vitamine D. Diepere slaap (hoeft niet lang), aanmaak van groei-hormoon na de remfase. En hierdoor creeer je een 'zelfhelend' lichaam. Vooral erg handig als je last hebt van (lichte) ontstekingen doordat je teveel suiker/koolhydraat eet. Meer hierover wellicht later.
Er is nóg een verband tussen obesitas en slecht slapen: slaapapneu.
Komt frequenter voor bij mensen die (te) zwaar zijn.
Slaapapneu is ook onderliggend aan hypertensie en hart- en vaatziekten.
Helaas wordt op slaapapneu door o.a. cardiologen nog steeds te weinig acht geslagen, en door wordt het door huisartsen soms ten onrechte gediagnosticeerd als burn-out.