Da's een goede gelegenheid om het eens om te draaien: wat vond je er zelf van?
NB: later deze middag gaf ik aan mijn verslag pas wat later vanavond online te zetten om gelegenheid te geven tot wat meer 'vrije vorm' reacties.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Het debat draaide voor een groot deel om de lage prijzen die boeren krijgen voor hun producten, terwijl supers die duur verkopen. Een Ahold-man, verantwoordelijk voor het maatschappelijk verantwoorde gedrag van het bedrijf, werd boos op spreker Jan-Douwe van der Ploeg die aanhaalde dat de uien van de boer die er 2 cent voor krijgt, met een alleen een netje eromheen als waardetoevoeging voor 90 cent in de super liggen. De Ahold-man vertelde dat zijn baas maar 4 cent verdient. Helaas kwam niet aan bod waar die andere 84 cent blijven. Retailkenner Jan Willem Grievink legde slechts in het algemeen uit dat de kosten van een retailer en de handel tussen boer en retailer eten veel toegevoegde waarde zonder eetwaarde creëren. Da's maar goed ook zei hij, want anders zouden we helemaal dichtgroeien. Bedrijven willen immers groeien en moeten dus meer verkopen. Gelukkig hebben ze daar iets voor gevonden. Ze verkopen ons kosten. Van der Ploeg sprak de woorden 'toegevoegde waarde' dan ook met een wat andere intonatie uit en constateerde dat ze gemaakt worden bij de gratie van de boer, terwijl hij er geen fluit van krijgt. Anderen wel, terwijl het voor hen de facto alleen maar bezigheidstherapie is, t.w. ingewikkeld doen met eten om er uiteindelijk iets van te maken dat je ook zo had kunnen opeten.
Maar de boer blijft met lege handen achter, vond een groot deel van de zaal. Jazeker, zei Grievink, maar dat is domweg een gevolg van overproductie. Moeten ze maar beter samenwerken en hun productie niet over laten lopen.
Maar dat zou weer niet mogen omdat de beleidsseinen op liberalisatie staan. Nou nee, dat hoeft helemaal niet, vonden sommigen. In dat licht kwam vanmorgen al een reactie binnen van Jaap Schouls. Als ik me niet vergis is hij een oude-gediende van 'Wageningen' uit Wageningen.
Concentratie van aanbod
De retail is verregaand geconcentreerd; dan zou het boerenaanbod overeenkomstig geconcentreerd moeten kunnen zijn. Daartoe biedt het EG?Verdrag van 1962 wèl mogelijkheden, want deze gaf in Artikel 36 al bijzondere ruimte aan de landbouw.
In het land van de vrijhandel, de USA, kan door de Volstead Capper Act van 1922 het aanbod van de landbouw zich bundelen om tenminste een minimumprijs te realiseren. De rechter ziet er op toe, dat de prijzen daardoor niet unduly enhanced worden.
Al in de Gouden Eeuw verbonden de Hollandse zeevarende kooplieden zich in de Verenigde Oost-Indische Compagnie om hun onderlinge concurrentie te verminderen.
Er moet politieke druk komen vanuit de landbouw op de Europese Commissie om de voorwaarden van de uitzondering voor de landbouw nader vast te stellen. Niet de Wet op de mededinging of de NMA is de boosdoener, maar de wijze waarop de regels de laatste decennia gehanteerd worden. Er is zeker ruimte in de Wet van de mededinging; die ruimte moet benut gaan worden
Zie verder mijn recente artikel in Spil, 261-262, 2009, nr. 4, pag. 33-36, aan te vragen bij spiladministratie@platteland-in-perspectief.nl
Jaap Schouls, Wageningen, jaapschouls101@hotmail.com
De boosheid van 'de Ahold man' is onterecht. Hij gebruikte later zelfs het woord 'complot' waarvan Jan Douwe hem zou beschuldigen. Bij Ahold werken geen boosaardige lieden die erop uit zijn de boer een poot uit te draaien. Er werken inkopers, gewone, prima, hardwerkende huisvaders met als opdracht goeie deals af te sluiten met leveranciers. Zij willen graag aan het eind van de dag thuiskomen met een verhaal hoe scherp zij die dag weer hebben ingekocht. En hun werkgever rekent hen daarop natuurlijk ook af. Dat is het spel. Dat zit in het systeem. Waar het om gaat is dat Ahold als grote speler eisen kan stellen en dat het voor de toeleveranciers een kwestie is van slikken of stikken. Ahold kan kiezen, de toeleverancier nauwelijks. Er bestaat dan ook geen gelijkwaardigheid van marktpartijen. Maar intussen wordt er gedaan (door politici en economen) alsof hier sprake zou zijn van een vrije markt. Een werkelijk vrije markt veronderstelt volledige mededinging, maar in de agrarische markt overheerst de oligopolistische mededinging en dat is een ernstige systeemfout waar de inkoper van Ahold niet voor verantwoordelijk is maar wel de politiek. Ook economen zouden er goed aan doen deze markten eens beter te analyseren alvorens elkaar na te praten dat het nu eenmaal zo toegaat op de vrije markt.
Dat is het systeem, zeg je, Jacques. Dat klopt. Maar er is een 'maar': mensen in het systeem die zeggen dat ze 4 cent winst maken, moeten niet doen of hun directe productmarge 4 cent is. Dat is de boel verdraaien en pertinent onwaar.
Waar de discussie gisteren niet over ging - mede omdat het een heel specialisisch onderwerp is, waar boeren en boereneconomen geen of nauwelijks zicht op hebben - is de kosten- en prijsopbouw van supers. Het zijn topzware systemen geworden die veel kosten, maar geen werkelijke waarde toevoegen. Onderwijl knijpen ze met die zich steeds verder doorontwikkelende 'toegevoegde waarde' de primaire productie plat. Zo plat, dat'ie daadwerkelijk zou kunnen zeggen: 'nee, dankuwel, neemt u uzelf maar in de maling'. En dan heb je gelijk: die systemen kunnen ze niet van vandaag op morgen veranderen. Zelfs niet vandaag op volgende jaar.
Ik las zaterdag in de NRC dat Van der Ploeg, het mogelijke doemscenario dat de grootschalige boer ermee stopt ook onderschrijft (hij had het over melk): de boer die zijn buurman niet meer overneemt. De voortdurende creatie van toegevoegde kosten die we maar toegevoegde waarde blijven noemen, kan leiden tot een implosie van het hele systeem. En dat komt omdat mensen in de systemen die jij beschrijft slechts kijken naar hun bottom line winst en mogelijk niet eens weten hoe de prijzen per productgroep zijn opgebouwd. Deze man was tenslotte van de stafafdeling MVO. Hoeveel mensen in bedrijven weten hoe hun bedrijven echt in elkaar steken? Het feit dat het antwoord op die vraag 'heel weinig' is, is een van de grootste problemen en waarschijnlijk de reden van zijn houding.
Enne .... zuur natuurlijk dat zoiets zelfs een maatschappelijk verantwoord ondernemende medewerker kan treffen.
Haha, Dick vraagt aan Foodloglezers om 10.23 wat ze ervan vonden en geeft zelf het eerste antwoord om 10.36. Een vraag aan zichzelf dus. Ik wil best reageren, maar dat lukt niet zó snel ;-)
Zo snel gaat handel met voorkennis nou ;-). Maarre Joost, je gaat me toch niet vertellen dat jij na alle getwit gisteravond en vanmorgen nou nog geen impressie kunt formuleren?
Maar serieus, zoveel invuling gaf ik niet, wel een kader bij de reactie van Schouls.
Ik vind eerlijk gezegd dat het beetje lauw blijft. Ik hou mijn stukkie nog even op tot in de avond, als meer mensen de gelegenheid hebben gehad zelf hun belangrijkste impressies