Koeien adopteren, meedoen in een wijngaard: voedsel is een ‘beleving’ geworden. Maar veel meer dan een politiek statement is dat niet, stelt Hans Pollemans
Het rommelt in de voedingssector. Niet alleen door gesjoemel met vlees, biofarming, en gentech, ook op ethisch gebied is er veel gaande. Dat wordt gekoppeld aan een nieuwe marketingtrend, die van de aankoop van voeding een ‘beleving’ moet maken: van een nuchtere, fysieke aankoop naar een lifestyle-beleving met gevoel voor milieu en dierenwelzijn.
Geen alternatief voor voedselvoorziening
Het is niet vreemd dat burgers alternatieven ontwikkelen voor het aanbod van de voedselindustrie en voor een verantwoorde ‘beleving’ zelf het heft in handen nemen. Een voorbeeld daarvan is het adopteren van koeien bij boeren om dichter bij de oorsprong van vlees te komen, of door in een wijngaard te participeren en stadstuinbouwprojecten te starten. Deze betrokkenheid om het verloren gegane contact met de natuur te compenseren door een romantischer natuurbeleving, biedt ook nog eens een plezier voor kinderen. De trend is inherent aan toenemende verstedelijking. Toch kan je ‘eigen’ varken eens in de paar weken te voeren, eieren te rapen, of een kwart koe kopen, nooit een alternatief bieden voor de huidige grootschalige productie om de eenvoudige reden dat in Nederland zestien miljoen monden gevoed moeten worden.
Dierenactivisten willen bereikbare prijs voor vlees voorkomen
Opvallend is ook dat adoptie en stadslandbouw veelal parallel lopen aan de wens biologisch en diervriendelijk te produceren. Het is daardoor in veel gevallen een politiek statement of een protest tegen de bio-industrie. Het blijft echter handelen op afstand, waarbij de realiteit van alledag, zoals ziekte, dood en slacht, meestal niet ervaren wordt.
Positief aan de adoptietrend is de motivatie voor een meer natuurlijke productie en dat kan de voedingssector inspireren. Blijft het feit, dat de ‘besmette’ kiloknallers qua logistiek, hoge kwaliteit en prijs voor alle inkomens gemakkelijk bereikbaar zijn. Dat is iets wat dierenactivisten juist willen voorkomen. En dat in een tijd dat landen als China miljoenen hectaren Afrikaanse landbouwgrond kopen en de lokale bevolking verjagen, met name om er granen te telen voor diervoeders die voor bereikbare vleesprijzen moeten zorgen. Staatssecretaris Sharon Dijksma kondigde in maart trots de verkoop aan van veeteeltkennis aan China ter waarde van 20 miljoen euro. Als China in de toekomst de mondiale productie en prijsstelling van voeding domineert, zal die trots misschien verdwijnen.
Dit licht aangepaste artikel verscheen deze maand in Het PAROOL en Dagblad van het Noorden
Fotocredits: De Meentboerderij, Hilversum
Dit artikel afdrukken
Geen alternatief voor voedselvoorziening
Het is niet vreemd dat burgers alternatieven ontwikkelen voor het aanbod van de voedselindustrie en voor een verantwoorde ‘beleving’ zelf het heft in handen nemen. Een voorbeeld daarvan is het adopteren van koeien bij boeren om dichter bij de oorsprong van vlees te komen, of door in een wijngaard te participeren en stadstuinbouwprojecten te starten. Deze betrokkenheid om het verloren gegane contact met de natuur te compenseren door een romantischer natuurbeleving, biedt ook nog eens een plezier voor kinderen. De trend is inherent aan toenemende verstedelijking. Toch kan je ‘eigen’ varken eens in de paar weken te voeren, eieren te rapen, of een kwart koe kopen, nooit een alternatief bieden voor de huidige grootschalige productie om de eenvoudige reden dat in Nederland zestien miljoen monden gevoed moeten worden.
Dierenactivisten willen bereikbare prijs voor vlees voorkomen
Opvallend is ook dat adoptie en stadslandbouw veelal parallel lopen aan de wens biologisch en diervriendelijk te produceren. Het is daardoor in veel gevallen een politiek statement of een protest tegen de bio-industrie. Het blijft echter handelen op afstand, waarbij de realiteit van alledag, zoals ziekte, dood en slacht, meestal niet ervaren wordt.
Positief aan de adoptietrend is de motivatie voor een meer natuurlijke productie en dat kan de voedingssector inspireren. Blijft het feit, dat de ‘besmette’ kiloknallers qua logistiek, hoge kwaliteit en prijs voor alle inkomens gemakkelijk bereikbaar zijn. Dat is iets wat dierenactivisten juist willen voorkomen. En dat in een tijd dat landen als China miljoenen hectaren Afrikaanse landbouwgrond kopen en de lokale bevolking verjagen, met name om er granen te telen voor diervoeders die voor bereikbare vleesprijzen moeten zorgen. Staatssecretaris Sharon Dijksma kondigde in maart trots de verkoop aan van veeteeltkennis aan China ter waarde van 20 miljoen euro. Als China in de toekomst de mondiale productie en prijsstelling van voeding domineert, zal die trots misschien verdwijnen.
Dit licht aangepaste artikel verscheen deze maand in Het PAROOL en Dagblad van het Noorden
Fotocredits: De Meentboerderij, Hilversum
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Lokale initiatieven kunnen misschien niet heel Nederland voeden. Dit omdat in verhouding tot de industrie er vaak weinig rendement is. Echter is het wel een belangrijke vorm van onderwijs. Waar komt het vandaan, en beseffen dat het allemaal niet vanzelf sprekend is.
Het is toch ook helemaal niet erg als je als consument meer betrokken wil zijn met hoe ons eten groeit, als wij het nou leuk vinden om dichter bij de natuur te willen staan door onze eigen sla te kweken dan geeft dat toch ook helemaal niet, ook al hebben we er misschien geen volledig maal aan, het geeft ons van binnen een goed gevoel en dat is ook heel belangrijk, bijv om ons stressniveau omlaag te krijgen.
Aan de andere kant geeft het wel een signaal af naar de grote producenten dat wij bewuster willen zijn en worden.
Tom#1
Met je eens. Het Parool schrapte in de oorspronkelijke tekst het woord 'educatief' in de zin "...biedt ook nog eens een (educatief) plezier voor kinderen".. Dat educatieve samen met de bewustwording waar Astrid over spreekt, zijn positieve aspecten. Mijn stelling is dat de strijd voor 'biologisch-diervriendelijk' NIET primair rationeel is, maar gevoelsmatig/politiek. Dat je zelf ideale omstandigheden kunt creëren in je eigen tuintje, is een andere zaak.
Jouw berichtje kwam net ff voor de mijen aan zie ik Tom. Wat jij zegt is ook precies wat ik bedoel te zeggen. De 'kenners' denken altijd meteen dat men zelf zijn groente wil verbouwen omdat ze de industrie niet vertrouwt ofzo, maar dat is niet de hoofdzaak, voor de meeste mensen is het gewoon leuk om te doen, kinderen weer te leren(en volwassenen) waar ons eten vandaan komt en als je er dan wat aan overhoudt, leuk toch? Mijn sperciebonen doen het bijv supergoed, van 2 vakken gele stambonen en 1 klimrek met paarse bonen heb ik in 3 weken tijd al 3x met 2 personen kunnen eten en er ligt in de koelkast al haast weer de goede hoeveelheid voor 2 personen. Andere groentes duren nu eenmaal langer en zal je met 1 vak met een bloemkool erin geen winter doorkomen, maar het is gewoon leuk, vooral de eeuwige rupsenjacht. Ik had vorig jaar knoflookaftreksel gemaakt, maar dit jaar geen zin in, vorig jaar hielp het ook nauwelijks.
Ik heb het overigens over vakken, omdat ik het makkelijke moestuinconcept heb aangepakt, het idee wat het stadtuinieren ook aanpakt.
Helaas blijft bij de consument de beleving van voedselproductie beperkt tot de productie van humaan voedsel. De consument loopt niet echt warm voor de productie van veevoer, zaaizaden, poot- en zetmeelaardappelen. Wanneer ik bij mij uit het raam kijk dan zie ik in de velden gras, graan en mais voor veevoer. En verder suikerbieten en pootaardappelen. Niet echt gewassen waar de consument een beleving aan weet te koppelen. En dat terwijl 3/4 van het Nederlandse landbouwareaal met deze gewassen worden beteeld. Bij de consument blijft beleving en educatie van voedselproductie erg beperkt.