Volksmarketing kreeg een smoel. Op het hoofdstedelijke Museumplein werd spontaan een opstootje georganiseerd onder de naam #strawberrymob. Er werd geschreeuwd om lekkere aardbeien. En het werkte. Een kleine 300 PLUS-winkels waren onder de indruk van de volkse vraag en beloofden voortaan echt wat harder te gaan lopen voor lekker spul. Het hele feest maakte zo'n lawaai dat het mogelijk zo'n miljoen oren en ogen bereikte. Het had inmiddels zoveel effect dat een beginnende stap van PLUS op het gebied van lekkere perziken opeens ook door het publiek wordt opgemerkt. En nog mooier, zelfs het feit dat PLUS lekkere kersen doet van een teler met naam gaat nu als een lopende vuurtje door buurten waar dat nieuws welkom maar tot op heden volslagen onbekend was.

Dat lijkt en is heel wat. Maar het effect is ook zo weer weg. Herhalen wordt niks, want dan is het een kopietje. Het zal het nooit meer halen bij het echte spontane origineel. Aardbeienteler Jan Robben moest worden geholpen. Ieders belangen waren zuiver. Zonder mensen als Jan kunnen we naar lekkere aardbeien fluiten en daarom willen wij - 'het volk' - die blijven kunnen kopen. Niemand die ook maar iemand een oor aan probeerde te naaien of iets te verkopen. En toch is herhaling heel belangrijk. Als wij niet weten wat we kunnen vragen, dan doen we dat ook niet. En als je grootkruidenier niet gelooft dat we iets zullen vragen, dan komt het niet of alleen maar af en toe op het schap. Hij zal wel gek zijn, want elk risico kost hem centen. Spelen op veilig is veel makkelijker. Als we dus echt wat willen, moeten we niet op hem rekenen, maar op onszelf. Als we regelmatig vragen om wat we willen, dan krijgen we het.

Daarom sloeg een stel mafkezen aan het dromen. Van onze eigen marketing. Volksmarketing, van onszelf, voor onszelf, door onszelf. Met een verbeelding van zoiets als een Boulevard of Broken Dreams - zoals straattheaterfestijn De Parade vroeger heette - maar dan voor eten. Een feest waarbinnen iedereen zijn eigen feest of feestje kan maken. Dat open is voor iedereen die iets goeds in de aanbieding heeft en dat misschien wel zo de winkel van de kruidenier, de bakker, de slager, de groentenman of de toko en die take-away in kan. Dat als een locomotief door de steden trekt en vooral inspireert tot allerlei 'off-feestjes' zoals je van die off festivals hebt die de boel levend en lekker onofficieel en ondeugend echt houden. En dat zoveel mensen op de been brengen dat ze vanzelf een voedingsbodem voor meer goed bedoeld kattekwaad worden.
Die mafkezen geloven erin, want het gebeurt al een beetje. Ook weer helemaal vanzelf. In Arnhem is aanstaande zondagmiddag de Eerste Open Arnhemse aardbeienlunch in Park Sonsbeek. Het gerucht gaat zelfs dat de Italiaanse aardbeienwijn die in Amsterdam maar niet doorkwam, daar wel te drinken zal zijn.

Inmiddels droomt de redactie van een Food Boulevard op het Domplein in Utrecht. Daar zijn volgend jaar niet alleen aardbeien te proeven, maar ook die braadworst die we niet meer hebben. Caprese van verse Hollandse waterbuffelkaas (dan verdient de boer tenminste wat) en Westlandse tomaten die je laten dromen van een Toscane dat hier wel degelijk kan. Oogmeloenen waarover opa het had en - voor mijn part - kant-en-klaar dat wel geweldig is. Aardappelen waarvan je niet wist dat ze zo lekker waren. Vega waar je je vingers bij aflikt als er maar niet geluld wordt over wat er allemaal moet. Ham die zo zoet en geurig is als die van dat kleine slagertje terwijl je hoort dat het wél in grote aantallen gemaakt kan worden. Kiprollade die lekkerder is dan kipfilet en waarvoor de boer goed betaald wordt door een slimmere verwerking. Brood waarop alleen maar een lik goeie boter en een piets zout hoeft en die je naar de volgende korst doet verlangen. Volle yoghurt die boeren zelf maken zodat ze wat verdienen aan hun melk. Jammen waarvan je dacht dat ze niet meer bestonden en met minder suiker dan een halvajammetje. En nog honderd andere dingen, waaronder high tech groentendrankjes die helemaal natuur zijn, maar waar niemand aan wil omdat 'wij' het nog niet kennen.

Vanwege de worsten en hammen laten we blije varkens vliegen rond de Dom. Doetinchem, Enschede, Alkmaar, Den Bosch, Venlo, Leeuwarden, Middelburg, Groningen en daarna de randsteden moeten hun best maar doen om niet alleen in het zes- maar ook in het achtuur journaal te komen. In komkommertijd moet dat lukken. Zeker als je zou weten wat die mafkezen allemaal bedachten.
Ze dromen zelfs dat er wat geld voor kan worden vrijgemaakt. Iedereen kletst al jaren over boeren die meer aan marketing moeten doen, dus het moet er wezen. Voor volksmarketing is niet veel nodig. Nou, zou het wat worden?

Woon je in Arnhem, dan zie je meteen dat het niet weer alleen iets Amsterdams of randstedelijks wordt.

Dit artikel afdrukken