Terwijl het publiek wordt voorgehouden dat de wereld zich moet opmaken voor voedseltekorten zijn er forse overschotten in groenten en in graan. Boeren en tuinders komen daardoor in grote problemen. Hun hele productie wordt waardeloos, want inkopers duiken ver onder de kostprijs. Creëren de boeren lichte tekorten, dan stijgen de prijzen voor hun afnemers enorm en verdienen ze prima geld - mogelijks zelfs veel - door wat oogst uit de roulatie te halen. Beleidsmakers zijn daar niet dol op, omdat het de rest van de economie remt. Wat meer in eten gaat, gaat niet in mobieltjes, vakanties of nieuwe auto's en PC's.

Onlangs kwamen twee akkerbouwers met een voorstel. Als er teveel is stop je het in je tank. Van graan maak je biodiesel. Overtollige groenten vergist je en maak je zo ook tot energie.
Een vraagje: voor auto's, huize, kantoren en machines hadden we toch zonne- en windenergie? Waarom gaat dat overtollige groen dan niet naar dieren die daarvoor gemaakt zijn: koeien en schapen? Het graan doet het uitstekend voor varkens en kippen.

Trouwens, hoe leg je het publiek uit dat boeren het over overschotten hebben, terwijl het publiek zo'n beetje denkt dat het moet hamsteren omdat de Chinezen komen?

Hieronder de tekst van hun voorstel (overgenomen uit De Nieuwe Oogst, het blad van LTO, de Nederlanse boerenkoepel).

Autorijden op graanoverschotten
De LTO-vakgroep Akkerbouw lanceert met de variabele bijmengverplichting een nieuw plan. Het graanoverschot uit de markt halen en er biobrandstof van maken. Bij schaarste wordt de bijmengverplichting naar beneden bijgesteld.
In verband met de prijsstijging van onder andere graan besloot het kabinet op 13 oktober 2008 om de geplande bijmengverplichting van biobrandstoffen te verlagen. Politiek werd gesproken over een voedselcrisis. Sommige deskundigen zagen een direct causaal verband tussen de opkomende productie van biobrandstoffen en de honger in arme landen.

Het kan verkeren. Werd nog geen jaar geleden gesproken van een voedselcrisis, vandaag hebben de landbouwprijzen zulke lage niveaus bereikt dat sommigen zich afvragen of zich een landbouwcrisis voordoet. Die beweeglijkheid van de steeds verder geliberaliseerde agrarische markten vraagt om een nieuw, aan de tijd aangepast marktinstrumentarium. Het consumentenbelang van betaalbaar voedsel moet daarin geborgd worden. En zeker ook het algemeen belang van een stabiele en betrouwbare voedselvoorziening.

De ‘Cramer-criteria’ voor de productie van biobrandstoffen zijn een uitgangspunt om zulke maatschappelijke waarden te borgen. Op basis daarvan wordt gewerkt aan een certificatiesysteem voor duurzame biomassa voor energieopwekking. Een marktinstrument op grond van maatschappelijke criteria is daarmee nog niet ontwikkeld.

Variabel
Een variabele bijmengverplichting zou zo’n instrument kunnen zijn. De overschotten worden uit de markt gehaald voor de productie van biobrandstoffen. Zodra er schaarste ontstaat en prijzen stijgen, wordt de bijmengverplichting naar beneden bijgesteld en wordt eerst de vraag naar voedingsproducten bediend.Producentenbelang
Een variabele bijmengverplichting van biobrandstof functioneert aan de vraagkant en kan zo als prijsregulerend instrument worden ingezet. De overheid bedient zich van dat instrument in het maatschappelijke belang van de voedselvoorziening: betrouwbaar en betaalbaar.

Bijkomend voordeel is de toename in het gebruik van hernieuwbare energie. Tegelijkertijd wordt ook het producentenbelang gediend. Immers, overschotten worden uit de markt genomen en verwerkt tot biobrandstof. Op die manier komt er een bodem in de markt waarop boeren hun bedrijfsontwikkeling kunnen afstemmen.

Over de details van de variabele bijmengverplichting moeten nog goede afspraken worden gemaakt. Het ligt voor de hand om dat op Europees niveau te doen. Ook voor de handliggend is dat de ontwikkeling van graanprijs de basis voor dit marktinstrument wordt. Graan heeft bewezen een spilfunctie in de agrarische markten te vervullen. Als de graanprijs varieert van een tot drie keer de interventieprijs, zou de bijmengverplichting omgekeerd kunnen variëren van bijvoorbeeld 10 tot 4 procent.

Er moeten nog veel praktische zaken geregeld worden voor het zover is. Maar het lijkt erop dat het concept een antwoord in zich heeft op de voedselcrisis van een jaar geleden en tegelijkertijd op de problemen door de lage agrarische prijzen van vandaag.

Geen subsidie
Bijkomend voordeel is dat het instrument niet afhankelijk is van subsidies. Vraag en aanbod worden afgestemd zonder kostbare interventiesystemen. De productie wordt gestimuleerd zonder subsidie, maar door een vraag vanuit de markt. Het concept biedt de mogelijkheid om een nieuwe stap voorwaarts te doen in een gezonde marktwerking voor de agrarische sector. Het maatschappelijk en boerenbelang zijn daarmee gediend.

Jaap Haanstra en Jeroen Kloos,

LTO Akkerbouw


Met dank aan Huib Rijk, die me op dit artikel wees.
Dit artikel afdrukken