In België is een wijnschandaal gaande. Eerlijke wijn van Oxfam die in de bottelarij van Delhaize op de fles gaat, bleek naar poep te ruiken. Oxfam vroeg de wijn te laten 'luchten'. Een paar keer heen en weer pompen helpt immers om poepige geurtjes weg te krijgen. De wijn ging op de fles en werd verkocht. Er kwamen geen klachten. Tot krant De Morgen erover berichtte. Opeens regende het klachten.
Op het blog van De Tijd schrijft wijnjournalist Frank van der Auweraa:
Eén: dit incident is absoluut geen bewijs dat ‘Belgische bottelingen’ altijd sjoemel -of prutswerk zijn. Het heeft zelfs in se niets te maken met de bottelarij in kwestie, die gewoon in opdracht werkte en geen invloed uitoefende op de selectie of kwaliteitsborg van het basisproduct. Belgische bottelingen blijven dus veilig, maar zijn net zo afhankelijk van ‘wat men er in stopt’, als een originele ‘mise au domaine’. Daar komen dit soort accident de parcours trouwens ook geregeld voor, vooral op soms heel slecht geëquipeerde domeinen die zelfs niet eens over een eigen bottelinstallatie beschikken.
Twee: er is geen enkele moment in dit bottelproces sprake geweest van een gezondheidsrisico. Toegegeven, een wijn ontkurken die stinkt alsof men net in paarden -of hondenpoep is gewandeld, betekent een aanslag op onze goede smaak (reukzin), maar de gevolgen ervan situeren zich louter op het mentale vlak...
En drie: naar verluidt is dus heel deze (ex)stalmestlading reeds de Oxfam-rekken uitgevlogen en heeft nog geen enkele koper zich beklaagd over het fenomeen. Dat kan twee dingen betekenen. Ofwel heeft de Oxfam-aankoper dus gelijk en bleek de operatie ‘Geef Ze Lucht!' voldoende om de stank te verjagen. Ofwel zijn veel consumenten tot nu toe te weinig kritisch gebleken en mogen we pas nu de ‘poep-hysterie’ verwachten, waarbij honderden klanten plots rare bijgeurtje in hun cuvée ontdekken.
Lees verder op de site van De Tijd en ontdek hoe slechte wijn kan ontaarden in een gesprek over voor of tegen Oxfam zijn. De journalist van dienst proefde de wijn niet maar schreef er wel over.
Dit artikel afdrukken
Eén: dit incident is absoluut geen bewijs dat ‘Belgische bottelingen’ altijd sjoemel -of prutswerk zijn. Het heeft zelfs in se niets te maken met de bottelarij in kwestie, die gewoon in opdracht werkte en geen invloed uitoefende op de selectie of kwaliteitsborg van het basisproduct. Belgische bottelingen blijven dus veilig, maar zijn net zo afhankelijk van ‘wat men er in stopt’, als een originele ‘mise au domaine’. Daar komen dit soort accident de parcours trouwens ook geregeld voor, vooral op soms heel slecht geëquipeerde domeinen die zelfs niet eens over een eigen bottelinstallatie beschikken.
Twee: er is geen enkele moment in dit bottelproces sprake geweest van een gezondheidsrisico. Toegegeven, een wijn ontkurken die stinkt alsof men net in paarden -of hondenpoep is gewandeld, betekent een aanslag op onze goede smaak (reukzin), maar de gevolgen ervan situeren zich louter op het mentale vlak...
En drie: naar verluidt is dus heel deze (ex)stalmestlading reeds de Oxfam-rekken uitgevlogen en heeft nog geen enkele koper zich beklaagd over het fenomeen. Dat kan twee dingen betekenen. Ofwel heeft de Oxfam-aankoper dus gelijk en bleek de operatie ‘Geef Ze Lucht!' voldoende om de stank te verjagen. Ofwel zijn veel consumenten tot nu toe te weinig kritisch gebleken en mogen we pas nu de ‘poep-hysterie’ verwachten, waarbij honderden klanten plots rare bijgeurtje in hun cuvée ontdekken.
Lees verder op de site van De Tijd en ontdek hoe slechte wijn kan ontaarden in een gesprek over voor of tegen Oxfam zijn. De journalist van dienst proefde de wijn niet maar schreef er wel over.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Mensen smaken alleen als ze dat willen. men drinkt oxfamwijn uit maatschappelijke keuze, niet omdat die lekker is.
Verder wordt er zoveel poespas gemaakt rond wijn dat de essentie, de smaak, vaak maar een bijrolletje krijgt. Drinkers vergeten te proeven, uit gewoonte of omdat ze met iets anders bezig zijn.
Een anecdote:
jaren geleden -ik schreef nog niet voor BDW- was ik uitgenodigd op de Bocuse d'or in Lyon. op de vooravond van de finale gingen de genodigde gastronomische journalisten (voor mij was dat een eerste keer) aan tafel in de school van Bocuse. We zaten per acht rond grote ronde tafels. Op een ogenblik verscheen er een wijn op tafel, een Saint Joseph. Enthousiasme alom. Er wordt gekwettert over de Vaucluse, over de orientatie van de wijngaarden, de cépage, de goede jaren etc.etc. Ik ruik en merk een kurkgeur waar men een spijker in kan kloppen. Mijn disgenoten zijn al lang aan het sippen. Ik vraag dus even aandacht en zeg dat de wijn naar kurk ruikt. Er valt een doodse stilte. Iedereen -ze zijn al minutenlang aan het 'proeven'- duikt met zijn neus het glas en de hel breekt los: "garçon, garçon...". NIEMAND anders had eerst iets gemerkt. Ik zal de namen van mijn disgenoten, het was een uitegelezen gezelschap, maar niet verklappen.
N.B. Ik beschouw mijzelf niet als een wijnkenner
Mooi verhaal van Trachet. Ik kan het net zo sterk vertellen. Deed voor de Consumentengids verslag van een champagneproeverij. Blind proeven. Ook ik moet maar niet zeggen welke meesters in de wijn deelnamen.
Bij een van de champagnes slaakte een wijnschrijver de verzuchting: 'Eindelijk een echte champagne.' Er was tevredenheid. Maar een van de proevers kwam op me af en vroeg of het mogelijk was nog zo een fles open te maken. En ja hoor, ook de tweede fles van hetzelfde huis bevatte bedorven wijn onder een rotte kurk.
Er was er werkelijk maar één onder de kenners die dat in eerste instantie opmerkte.
Overigens was de beste champagne uit de proeverij geen champagne maar prik uit het Loiregebied.
Zozo, woensdag Belgenmopdag, redactie? :-)
Nick, je zegt dat Oxfam-wijndrinkers die wijn drinken uit sympathie, niet uit kwaliteitsoverwegingen. Da's waar. Met enige nuance. Iedere wijnhandelaar positioneert zich binnen een bepaald segment, en dat van Oxfam is natuurlijk de fairtradesympathisant. Anderzijds haalt die Oxfam-wijn vaak heel goeie scores ('beste koop') in Test-Aankoop, dus de kwaliteit is er. En zelfs de verwende Oxfam-klant vraagt kwaliteit. Nu, de wijn waar het hier over gaat is niet bepaald de top. Volgens Test-Aankoop nochtans goed genoeg kwa prijs/kwaliteit-verhouding. Blijkbaar beschikt de redactie over de Test-Aankoop wijngids, aan de prent boven het artikel te zien. Die gele bol is het teken dat TA 'm wel lustte.
Wat me verheugt is dat Frank van der Auweraa de professionaliteit (en vriendelijkheid) zelve blijft en de stemmingmakerij overstijgt. Net als de redactie, hier.
Mooie verhalen. En ze zijn heel erg waar. Als je vaak en lang met veel mensen proeft en het zelf wel kunt, ontdek je iets beangstigends: zelfs professionals laten zich leiden door hun ogen, verwachting en de voorgebakken waarderingen in hun hoofd, maar niet met hun neus en mond. Bij blind proeven proberen ze te raden in plaats van te proeven. Hoeveel mensen kunnen 'proeven'? Ik zou het niet weten maar het zijn er minder dan we denken.
Het gevalletje De Morgen (en De Tijd) over Oxfam maakte het heel anders bont. Een professional schrijft een enorme lap tekst over wijn die hij niet eens heeft geproefd.
Deze informatie vond ik gisteren over stinkwijn op wijnvriend.nl.
Stinkende wijn
(2 oktober 2000)
Natuurlijk gemaakte wijn kan in een bepaald stadium van ontwikkeling nogal stinken. Naar stal. En soms net iets te erg. Want een beetje stallucht is juist wel lekker.
Wat is dat? In het Frans heet het 'autolyse', en het zit zo.
Wijn wordt wijn doordat druivensap vergist. Gist is een micro-organisme dat suiker omzet in o.a. alcohol. Gistcellen zorgen voor hun eigen einde, want bij een bepaald alcoholgehalte leggen ze het loodje. Ze vormen dan een depot (een depot kan overigens vele oorzaken hebben). Bij 'industriële' wijn wordt dat depot bij de filtering verwijderd en/of door zwavel gestabiliseerd. Natuurlijke wijnen worden echter niet gefilterd, dus daar blijven die gistcellen in de wijn. Dat zorgt aan de ene kant juist voor extra lekkere smaak, maar het kan gebeuren dat er een chemische reactie plaatsvindt. Deze wordt niet tegengehouden door zwavel, want die zit niet in natuurlijk gemaakte wijn. Door dit chemische proces ontstaat een minder aangename lucht, die ontaarde stallucht dus. Is dat erg? Nee, in het geheel niet. Je kunt er niet van houden, maar erg is het niet.
De geur van autolyse verdwijnt overigens weer vanzelf met langer bewaren van de fles. Maar goed, u maakt een fles open en die heeft 't! Wat dan? De remedie is: fles decanteren met flink wat beweging, of een tijdje open laten staan, of flink walsen in 't glas of alle drie. De geur verdwijnt, afhankelijk van de ernst van de zaak, vlug of langzamer. In het uiterste geval kunt u besluiten om de fles de volgende dag pas te drinken, dan is die geur vrijwel zeker weg. U zult zien wat een heerlijke smaak er in die stal verstopt zit!
Een ander aspect van die dode gistcellen is, dat jonge natuurlijke wijn soms veel beter smaakt als je de fles voor het openen flink schudt. De wijn is dan wel troebel - origineel! - maar smaakt echt beter.