Vandaag bereidt de Vaste Kamercommissie van EZ zijn debat met de regering over een Nederlands voedselbeleid voor. Dat moet integraal zijn en inzetten op eiwittransitie, zegt Jan-Willem Erisman, directeur van het Louis-Bolk Instituut. Samen met andere sprekers vertelt hij de Kamer waar zij het met de regering over zouden moeten hebben.
Vandaag schuiven vertegenwoordigers van kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en de agrofoodsector aan bij de Vaste Commissie voor Economische Zaken van de Tweede Kamer voor een rondetafelgesprek over het Nederlandse voedselbeleid. Het is de voorbereiding op de parlementaire discussie die volgt naar aanleiding van de kabinetsreactie op het WRR-rapport ‘Naar een voedselbeleid’ dat meer dan een jaar geleden werd gepubliceerd. Het is een goed leesbaar en helder rapport. Jammer dat het zo lang heeft geduurd voor er een gemeenschappelijke reactie van de ministeries is gekomen.
De kern van het rapport is dat we, net als bij energie, bij onze voedselproductie en –consumptie een omslag moeten maken naar verduurzaming. Alleen dan is voedselvoorziening ook op de lange termijn ecologisch en economisch houdbaar, draagt die voldoende bij aan volksgezondheid en ontstaat er een robuust voedselsysteem voor de toekomst. Dit vraagt een integrale aanpak, een voedselbeleid dat met het oog op de toekomst stuurt op een balans tussen economie en biodiversiteit, klimaat, bodemvruchtbaarheid, energiegebruik en volksgezondheid.
Benadruk niet de verschillen maar het gemeenschappelijk doel
In het debat over voedsel en duurzame landbouw wordt in onze optiek veel vanuit scherpe tegenstellingen geredeneerd waardoor vervolgstappen moeilijk te zetten zijn. Of het gaat om de tegenstellingen tussen biologisch versus gangbare landbouw, lokaal versus mondiaal voedsel of plofkippen versus de kip van morgen: deze tegenstellingen zijn onoverbrugbaar als iedereen blijft vasthouden aan eigen belangen en overtuigingen. Hierbij richten de partijen zich teveel op ‘middelen’ in plaats van ‘doelen’. Consumenten en stakeholders onderschrijven over het algemeen wel hetzelfde doel, namelijk voldoende gezond, betaalbaar veilig en duurzaam geproduceerd voedsel voor iedereen voor altijd. Wij pleiten ervoor om met respect voor ieders mening en benadering gezamenlijk de transitie aan te gaan naar dit gemeenschappelijke doel en de synergie tussen de verschillende benaderingen te versterken. Dit vergt echter een bewust beleid op diversiteit in benaderingen, bedrijven, in de keten.
De opbrengsten in de Nederlandse landbouw zijn door veredeling en selectie, grote inzet van kunstmest en (chemische) bestrijdingsmiddelen alsmaar gestegen. Daar betalen we echter een hoge prijs voor. Onze natuurlijke productiemiddelen raken uitgeput en laten dalende meeropbrengsten zien. Daar komt nog bij dat ze extra gevoelig zijn geworden voor weersextremen als overtollige regenval en droogte. Cruciale functies van de bodem worden soms niet meer vervuld, zoals goede doorwortelbaarheid en waterbergend vermogen. Ook andere effecten zijn verontrustend: verspreiding van en blootstelling aan toxische bestrijdingsmiddelen en antibiotica, een forse afname van biodiversiteit, achteruitgang van de bodemvruchtbaarheid en ecosysteemdiensten zoals schoon grond- en oppervlaktewater.
Op termijn zijn ook deze effecten een bedreiging voor onze voedselvoorziening en voor een economisch en ecologisch veerkrachtige landbouwsector. In de voedselketen blijkt bijna de helft van het voedsel verloren te gaan en niet te worden geconsumeerd. In de EU wordt 80% van de landbouwgrond gebruikt voor de productie van veevoer. De mondiaal groeiende consumptie van vlees en zuivelproducten legt een groot beslag op de productiemiddelen. Ook vanuit gezondheidszorg en –kosten is er alle reden om onze vleesconsumptie terug te dringen. De maatschappelijke kosten van de huidige voedselproductie en –consumptie en daaraan gelieerde gezondheidskosten worden nog steeds niet in voedselprijzen meegenomen.
In 2011 concludeerden de experts van de Wetenschappelijke Raad voor Integrale Duurzame Landbouw en Voeding al dat landbouw en voeding momenteel veel te veel ontkoppeld zijn: ‘Onduurzame landbouw en ongezonde voeding zijn voor een belangrijk deel terug te voeren op verstoorde ecologische en sociale samenhangen en relaties.’ Dat leidt tot een situatie waarin interventies in het ene deel van de keten tot problemen in een ander deel van de keten leiden. Zo is bijvoorbeeld het gebruik van antibiotica in de veeteelt inmiddels een probleem geworden voor de humane gezondheid in verband met groeiende antibioticaresistentie in ziekenhuizen. Ook vanuit het Louis Bolk Instituut pleiten wij voor het integraal benaderen van landbouw, voeding en gezondheid: deze zijn namelijk onlosmakelijk met elkaar verbonden en dit moet tot uitdrukking komen in voedselbeleid. Juist in een dergelijke systeemaanpak wordt recht gedaan aan de evenwichtige samenhang binnen de keten, redenerend vanuit gezonde voeding voor iedereen met behoud van productiemiddelen voor altijd. Verder kan zo’n voedselbeleid bijdragen aan sterke vermindering van de maatschappelijke kosten op het gebied van gezondheid, het milieu, klimaat en biodiversiteit.
Verduurzaming vergt inzet op een eiwittransitie
Voor het voeden van een wereldbevolking van op termijn negen miljard mensen is een aanpassing van het consumptiepatroon dus onvermijdelijk. Ook voor milieu, klimaat en gezondheid zou het goed zijn als we in Nederland onze eiwitproductie en -consumptie aanpassen. Meer plantaardige eiwitten, eveneens gepropageerd door EU-beleid, en duurzamere dierlijke producten bieden hiervoor kansen. Een goede strategie voor de eiwittransitie behelst bijvoorbeeld1:
- Voor veel consumenten vermindering van de eiwitconsumptie en verschuiving naar een gezonder eetpatroon
- Meer plantaardige eiwitten, minder dierlijke eiwitten
- Productie van meer duurzame (plantaardige) eiwitten in Nederland
- Ketenoptimalisatie, zoals verbeterde stikstof (nutriënten)- en koolstof-efficiëntie
Het versnellen van de gewenste eiwittransitie vergt verandering van eetpatronen en daarnaast verandering in de agrofood sector en de politiek-bestuurlijke aansturing daarvan. Een eiwitdoelstelling vergelijkbaar met de energiesector ten aanzien van.a.v. het aandeel duurzame energie kan daarbij leidend zijn. Last but not least: een dergelijk voedselbeleid zal de volksgezondheid positief beïnvloeden. Gezien de exponentieel stijgende kosten voor Nederlandse gezondheidszorg is dit een niet te verwaarlozen spin-off.
1. Bergsma et al. 2015 Strategieën voor de eiwittransitie. 2.C01.0\GB, Delft
Toegevoegd (donderdag 4 februari): de gehele twitter timeline #rtvoedsel over de Ronde Tafel
#rtvoedsel Tweets
Fotocredits: Hofvijver, Den Haag, Rene Mensen
Dit artikel afdrukken
De kern van het rapport is dat we, net als bij energie, bij onze voedselproductie en –consumptie een omslag moeten maken naar verduurzaming. Alleen dan is voedselvoorziening ook op de lange termijn ecologisch en economisch houdbaar, draagt die voldoende bij aan volksgezondheid en ontstaat er een robuust voedselsysteem voor de toekomst. Dit vraagt een integrale aanpak, een voedselbeleid dat met het oog op de toekomst stuurt op een balans tussen economie en biodiversiteit, klimaat, bodemvruchtbaarheid, energiegebruik en volksgezondheid.
Benadruk niet de verschillen maar het gemeenschappelijk doel
In het debat over voedsel en duurzame landbouw wordt in onze optiek veel vanuit scherpe tegenstellingen geredeneerd waardoor vervolgstappen moeilijk te zetten zijn. Of het gaat om de tegenstellingen tussen biologisch versus gangbare landbouw, lokaal versus mondiaal voedsel of plofkippen versus de kip van morgen: deze tegenstellingen zijn onoverbrugbaar als iedereen blijft vasthouden aan eigen belangen en overtuigingen. Hierbij richten de partijen zich teveel op ‘middelen’ in plaats van ‘doelen’. Consumenten en stakeholders onderschrijven over het algemeen wel hetzelfde doel, namelijk voldoende gezond, betaalbaar veilig en duurzaam geproduceerd voedsel voor iedereen voor altijd. Wij pleiten ervoor om met respect voor ieders mening en benadering gezamenlijk de transitie aan te gaan naar dit gemeenschappelijke doel en de synergie tussen de verschillende benaderingen te versterken. Dit vergt echter een bewust beleid op diversiteit in benaderingen, bedrijven, in de keten.
Onze natuurlijke productiemiddelen raken uitgeput en laten dalende meeropbrengsten zien. Daar komt nog bij dat ze extra gevoelig zijn geworden voor weersextremen als overtollige regenval en droogteHuidige intensieve landbouw en voedselconsumptie niet duurzaam
De opbrengsten in de Nederlandse landbouw zijn door veredeling en selectie, grote inzet van kunstmest en (chemische) bestrijdingsmiddelen alsmaar gestegen. Daar betalen we echter een hoge prijs voor. Onze natuurlijke productiemiddelen raken uitgeput en laten dalende meeropbrengsten zien. Daar komt nog bij dat ze extra gevoelig zijn geworden voor weersextremen als overtollige regenval en droogte. Cruciale functies van de bodem worden soms niet meer vervuld, zoals goede doorwortelbaarheid en waterbergend vermogen. Ook andere effecten zijn verontrustend: verspreiding van en blootstelling aan toxische bestrijdingsmiddelen en antibiotica, een forse afname van biodiversiteit, achteruitgang van de bodemvruchtbaarheid en ecosysteemdiensten zoals schoon grond- en oppervlaktewater.
Op termijn zijn ook deze effecten een bedreiging voor onze voedselvoorziening en voor een economisch en ecologisch veerkrachtige landbouwsector. In de voedselketen blijkt bijna de helft van het voedsel verloren te gaan en niet te worden geconsumeerd. In de EU wordt 80% van de landbouwgrond gebruikt voor de productie van veevoer. De mondiaal groeiende consumptie van vlees en zuivelproducten legt een groot beslag op de productiemiddelen. Ook vanuit gezondheidszorg en –kosten is er alle reden om onze vleesconsumptie terug te dringen. De maatschappelijke kosten van de huidige voedselproductie en –consumptie en daaraan gelieerde gezondheidskosten worden nog steeds niet in voedselprijzen meegenomen.
Verder kan zo’n voedselbeleid bijdragen aan sterke vermindering van de maatschappelijke kosten op het gebied van gezondheid, het milieu, klimaat en biodiversiteitVoedsel, gezondheid en landbouw onlosmakelijk verbonden
In 2011 concludeerden de experts van de Wetenschappelijke Raad voor Integrale Duurzame Landbouw en Voeding al dat landbouw en voeding momenteel veel te veel ontkoppeld zijn: ‘Onduurzame landbouw en ongezonde voeding zijn voor een belangrijk deel terug te voeren op verstoorde ecologische en sociale samenhangen en relaties.’ Dat leidt tot een situatie waarin interventies in het ene deel van de keten tot problemen in een ander deel van de keten leiden. Zo is bijvoorbeeld het gebruik van antibiotica in de veeteelt inmiddels een probleem geworden voor de humane gezondheid in verband met groeiende antibioticaresistentie in ziekenhuizen. Ook vanuit het Louis Bolk Instituut pleiten wij voor het integraal benaderen van landbouw, voeding en gezondheid: deze zijn namelijk onlosmakelijk met elkaar verbonden en dit moet tot uitdrukking komen in voedselbeleid. Juist in een dergelijke systeemaanpak wordt recht gedaan aan de evenwichtige samenhang binnen de keten, redenerend vanuit gezonde voeding voor iedereen met behoud van productiemiddelen voor altijd. Verder kan zo’n voedselbeleid bijdragen aan sterke vermindering van de maatschappelijke kosten op het gebied van gezondheid, het milieu, klimaat en biodiversiteit.
Verduurzaming vergt inzet op een eiwittransitie
Voor het voeden van een wereldbevolking van op termijn negen miljard mensen is een aanpassing van het consumptiepatroon dus onvermijdelijk. Ook voor milieu, klimaat en gezondheid zou het goed zijn als we in Nederland onze eiwitproductie en -consumptie aanpassen. Meer plantaardige eiwitten, eveneens gepropageerd door EU-beleid, en duurzamere dierlijke producten bieden hiervoor kansen. Een goede strategie voor de eiwittransitie behelst bijvoorbeeld1:
- Voor veel consumenten vermindering van de eiwitconsumptie en verschuiving naar een gezonder eetpatroon
- Meer plantaardige eiwitten, minder dierlijke eiwitten
- Productie van meer duurzame (plantaardige) eiwitten in Nederland
- Ketenoptimalisatie, zoals verbeterde stikstof (nutriënten)- en koolstof-efficiëntie
Het versnellen van de gewenste eiwittransitie vergt verandering van eetpatronen en daarnaast verandering in de agrofood sector en de politiek-bestuurlijke aansturing daarvan. Een eiwitdoelstelling vergelijkbaar met de energiesector ten aanzien van.a.v. het aandeel duurzame energie kan daarbij leidend zijn. Last but not least: een dergelijk voedselbeleid zal de volksgezondheid positief beïnvloeden. Gezien de exponentieel stijgende kosten voor Nederlandse gezondheidszorg is dit een niet te verwaarlozen spin-off.
1. Bergsma et al. 2015 Strategieën voor de eiwittransitie. 2.C01.0\GB, Delft
Toegevoegd (donderdag 4 februari): de gehele twitter timeline #rtvoedsel over de Ronde Tafel
Fotocredits: Hofvijver, Den Haag, Rene Mensen
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Jan, je "--- vergt verandering van eetpatronen en daarnaast verandering in de agrofood sector en de politiek-bestuurlijke aansturing daarvan." brengt me toch enigszins in confuse.
Wat is de doelstelling van het Louis-Bolk Instituut?
Veranderen van het eetpatroon van de gemiddelde (toekomstige) Nederlander?
Veranderen van de agro-food sector in Nederland?
Veranderen van de politiek-bestuurlijke aansturing daarvan?
Schrijver hierboven haalt twee dingen door elkaar: de consumptie in Nederland en die van de wereld. Citaat:
'Voor het voeden van een wereldbevolking van op termijn negen miljard mensen is een aanpassing van het consumptiepatroon dus (dus altijd weer!) onvermijdelijk. Ook voor milieu, klimaat en gezondheid zou het goed zijn als we in Nederland onze eiwitproductie en -consumptie aanpassen'.
Dat we in Nederland, een stipje op de wereld, minder moeten eten zegt de dokter ook. Maar 'onze eiwitproductie' ? De minder fortuinlijke aardbewoners snakken naar iets van waar een klein deel, de rijken, wij, minder van zouden moeten nemen. Het 'consumptiepatroon' aanpassen? Ze zouden het graag doen in het grootste deel van de wereld. Dus.
Verandering van eetpatroon gaat in de landbouw ook ander landgebruik betekenen.
Of boeren dat veranderen van landgebruik uitvoerbaar kunnen maken is dan een grote vraag.
Ik begrijp ook absoluut niet dat NLers (uit de landbouwsfeer) steeds aankomen met die 9 miljard wereldbewoners die gevoed moeten worden, wat hebben wij daar mee te maken? Kunnen ze dat zelf niet? Niks simpeler dan wat knolgewassen, granen, groentes en wat kipjes en varkentjes en melkkoetjes houden, een kind kan het bijna (ik tenminste wel, als 15 jarige, minus die melkkoe dan), auto's en mobieltjes, dat is iets anders, maar dat hoor je nooit!
Zonet na een keer lezen eerst 'Nederland' eens vervangen door 'Europa' en toen door 'de Wereld'. Het was met het middelste woord ineens een stuk leesbaarder.