Het bericht van gisteren als zou foodlog zijn ziel aan de duivel hebben verkocht is niet waar. Ik zeg het nog maar even op de voorpagina voor degenen die de draad van het oorspronkelijke artikel te lang vinden.

'Ziel' en 'duivel' zijn de twee woorden die we gisteren nogal hoorden. De ziel van foodlog is die van de natuurlijke tegenpool van de makers van voedingswaar en -wetten die er een potje van maken. Die kun je niet als een kat op het spek van de duivel binden. Hoe leuk die duivel het ook misschien mag vinden om gekieteld te worden door een kat met de nodige luizen in zijn pels.
De verleidingen zijn er. Komende week wordt er aan de HAS in Den Bosch een besloten congres gehouden waar 48 eetjournalisten bij elkaar zijn om na te denken over de manier waarop zij met commercie om moeten gaan. Het is een initiatief van Volkskrantjournalist Onno Kleyn. Ik ga erheen en zal er hier - feitelijk, een trend die de redactie inzet - verslag van doen. Ik ben zeer benieuwd naar de gedachten en overwegingen die daar aan de orde zullen komen.

Marieke vroeg me waarom ik zo speelde met de emoties van de foodlogcommunity, die deze krant mede maakt. Het lijkt me goed m'n antwoord daarop ook naar de voorpagina te halen:

Ik deed het om de grens af te tasten waar jij en en de nodige anderen (ook in de mail en per telefoon) ‘intrapten’. Je gaf deze krant het ‘voordeel van de twijfel’ op basis van de opgebouwde track record, cq. die van personen die de krant dragen. Daar zitten precies het gevaar en de verleiding. Het is nl. best denkbaar dat zelfs een krant als deze kanbestaan op de ‘blanco gesponsorde’ basis van z’n credibility om als luis in de pels te fungeren. Misschien zal het een tijdje goed gaan. Maar het bloed zal altijd kruipen waar het niet kan gaan, zoals in de Chinese parabel van de kikker en de schorpioen. De laatste wil een brede rivier oversteken maar kan dat niet zelf. Hij vraagt de kikker of die hem op zijn rug wil overzetten. Die weigert aanvankelijk en zegt ‘je zult me onderweg doodsteken’. ‘Welnee’, zegt de schorpioen, ‘dan ben ik er zelf ook geweest.’ Dat vindt de kikker een overtuigend argument en stapt met de schorpioen het water in. Halverwege de tocht voelt hij plotseling de angel van de schorpioen in zijn rug. Hij kan nog net vragen waarom hij dat doet. ‘Zo ben ik nou eenmaal ‘, zegt de schorpioen, ‘het spijt me.’ Het spijt hem diep, wat hij gaat er ook aan en bereikt zijn doel niet.

Het zou misschien wel kunnen, maar elke afhankelijkheid op de achtergrond maakt ons onbetrouwbaar omdat niet meer duidelijk is waarom iemand iets schrijft zelfs als z/hij het meent. Ik wilde weten hoe scherp deze community die grens ziet. Dat kon alleen met een echt experiment dat de volle emotie zou oproepen. Ik wilde die voelen omdat ik me er bewust van ben dat dit soort verleidingen zal in de toekomst toenemen. Wie ze in het groot aanneemt of zich afhankelijk maakt van heel grote partijen zoals ik hierboven suggereerde, is per definitie zijn geloofwaardigheid kwijt.

Een voorbeeld is Marcel Schuttelaar, ex-activist (Milieudefensie, Consumentenbond) die nu in opdracht van bedrijven de publieke opinie beinvloedt met een bureau dat inmiddels uit tientallen mensen bestaat. Wat zit er achter de stukken die hij in de kranten schrijft? Wie betaalt de tijd die hij heeft om columns te schrijven. Dat weet je als lezer niet meer en daarom kan het niet.
Dit artikel afdrukken