Het kwam door een paar dingen. Ik schreef hier over de perziken die PLUS deze zomer in petto heeft. Ze zorgden hier voor een waar kabaal over de eetrijpheid van perziken, de stoethaspeligheid van logistiek en winkelpersoneel en de hoeveelheden techniek die wel niet nodig zouden zijn om een goeie perzik ook nog eens fatsoenlijk bij ons in de keuken te krijgen. Dat was één. Ik schreef over die perziken vóór ze in de winkel lagen en wilde ze zelf proeven. Uit de winkel. Toen ik ze bij een Utrechtse PLUS wilde halen, had die ze niet. Teleurgesteld fietste ik weer naar huis. Dat was twee. Dat kwam onder meer omdat er onvoldoende PLUS-winkels de perziken bij hun hoofdkantoor hadden besteld. Ze zitten nl. niet in de bakken die wij tegenwoordig gewend zijn, maar gewoon in trays, u-weet-wel, die platte dozen waarin ze netjes één voor één naast elkaar uitgestald liggen. De winkeliers dachten wij consumenten ze dan niet zouden willen, want een hele tray, dat zijn er wel veertien. Losse verkoop, dat zijn we niet meer gewend.

Daarom kreeg ik vorige week vrijdag twee volle trays. De ene vol met perziken. De andere met nectarines. Bij elkaar 28 stuks. Ze waren nog flink hard om de reis en het distributiecentrum van de super te kunnen doorstaan. De perzikenverkopers wilden mij ervan overtuigen dat die harde jongens lekker zacht en sappig zouden worden. En dat deden ze. Binnen drie dagen. Ze waren dus met vlag en wimpel geslaagd en hadden bewezen dat de discussie hier academisch genoemd mocht worden. Lekker spul kan ook je huis inkomen zonder dat daarvoor de wereld eerst helemaal op zijn kop moet worden gezet.

Maar nou wat anders. Ik maak me zorgen. De perziken die ik vrijdagmiddag hard binnenkreeg waren op zondagmiddag lekker, op maandagmorgen heerlijk en sappig en maandagavond waren zalig zacht en super sappig. Zo zalig zacht maar nog ongebutst dat aanraken en vervoeren onmogelijk zonder ongelukken kan. In van die plastic doosje waar ze op elkaar zijn gestapeld zouden ze het niet meer houden. Eigenlijk kun je ze dus beter een beetje hard kopen. En al even eigenlijk kun je ze maar beter in zo'n treetje kopen. Wij thuis ontdekten nl. dat zo'n treetje zo goed smaakt dat de perziken er doorheen vliegen. Eerst gaat het rustig en dan gaat het gulzig los. We laten er gewoon wat anders voor staan. Dat is bepaald geen straf.Maar nee, zeggen de superbazen, zo'n heel treetje wil geen hond. Het zou te veel en te duur zijn, terwijl het toch zonder meer de beste manier van meenemen is. Daar gaat m'n ideetje dus over. Als supers nou eens hun lekkerste en kwetsbaarste spullen het hele seizoen in de Dwaze Dagen zouden doen, net als in de Bijenkorf. De Bijenkorf haalt een hap uit zijn marge, maar verkoopt vijf keer zoveel. Zoveel meer dat hij meer verdient op zijn totale omzet en wij minder kwijt zijn voor dat beetje dat wij mee naar huis nemen. Daar worden we allemaal blij van. Als super moet je er net als De Bijenkorf bergen nieuwe binnenlopers van die geheid wat meer kopen dan alleen je aanbiedingen. Natuurlijk gaan we voor kwaliteit die betaalbaar is.

Winkelier, verkoop dus rustig een hele tray tegen de marge van een doosje. Omdat je het zo doet, komt de hele buurt en verkoopt je er meteen vier keer zoveel.
Het ideetje is zo simpel als wat. Maak kwaliteit niet chique en duur, maar doodgewoon. Dan vliegt het de winkel uit en hoef je je geen zorgen te maken dat je blijft zitten met wegrottende spullen van de duurte. Maak er slimme wegvliegers van.

Of iedereen dat dan niet gaat doen, hoor ik PLUS vragen. Welnee, zoveel kwaliteit is er voorlopig niet dus je kunt nog even vooruit eer de Albert Heijnen dat trucje terug kunnen flikken. Later zien we wel weer verder.




Dit artikel afdrukken