Ik maak me er zelf ook zorgen over. Straks eten we nog 4 gewassen. Of niks meer. Kan ook.
Italianen kunnen koken maar doen het niet meer
Iets waar geen mens zich de geringste zorgen om maakt. Zijn er morgen nog wel bruine bonen?
Ik heb er boze dromen over. Zoals over vis. Nederlandse vissers brengen puike kwaliteit aan wal en vissen zorgvuldiger dan ooit. Maar ze krijgen er minder geld voor. We willen er niet genoeg voor betalen of de tussenhandel pikt te veel van ons huishoudgeld in dat we uitgeven aan verse vis. Straks is het over. Geen vis meer, want geen vissers. En geen bonen. Ze werden geteeld in Zeeuws Vlaanderen, misschien nog steeds. Ze brengen haast niets op.
Ik heb reden te vrezen dat het met de Nederlandse bruine boon binnenkort gedaan is. Het was in Italië, waar een oude boer aan de rand van een bonenveld me zopas vertelde dat dit zijn laatste oogst was. Hij stopt er mee. De bonen brengen minder op dan de kosten die hij er aan heeft. Zijn zoon neemt het boerenbedrijf niet over. Omdat er niets aan te verdienen is. Nou eten Italianen nog altijd veel bonen. Meer dan Nederlandse consumenten.
Je zou denken dat hun boeren er werk aan hebben en inkomen. Nee, zegt de oude boer, bonen van ver weg zijn goedkoper. Ze komen uit Noord- en Zuid Amerika naar Europa. Italiaanse akkerbouwers hebben het nakijken. Nog niet allemaal geven ze op, de boeren, maar Europeaanse burgers in de stad, burgers die boeren nooit van dichtbij zagen, hebben reden om zich zorgen te maken. Op een dag is er geen boer meer te bekennen. Wel lekker veel ongerepte natuur er bij, maar niks meer te eten.
He wordt eens wakker, wat heb je, je ligt zo te woelen. O niks, een nachtmerrietje.
In een oude buitenlandse stad moet je oude gebouwen bezichtigen. Dat hoort zo. Eerbiedig omhoog kijken. Ze zijn knap gebouwd zonder hulp van iele gele hijskranen die alles optillen, vroeger moest het met de hand. Ze zijn vaak adembenemend mooi, de oude gebouwen. Dat ik kathedralen soms pure aanstellerij vind houd ik voor me in het gezelschap dat vol bewondering naar het glas in lood staat te staren, sommige in korte broek om God de vakantierode knieën te laten zien.
De Italiaanse keuken wordt alom geroemd en geprezen, maar denk niet dat Italianen er minder soep uit een pakje om eten. En de bonen zijn ginder niet van Hak maar zitten even zo vrolijk voorgekookt in blikjes. En in doosjes. Dat is nieuw voor mij. Het doosje dat we in Nederland kennen met gezeefde tomatensaus (aangelengde tomatenpuree). In zulke doosjes doen Italiaanse kant-en-klaarkokers gezeefde bruine bonen.
Ik vond doosjes met alleen maar bonensaus en doosje bonentomatensaus. Handig? Vast wel. En best mogelijk komt ook dit kookgemak naar het noorden achter de tomatensauzen aan. Maar de bonen zelf zullen in vergetelheid raken. Hoe opwindend verschillend ze zijn en hoe lekker ze ruiken als ze worden gekookt. Daar heb je mijn boze droom weer. Kan ik morgen nog wel droge bonen kopen? En citroenbonen en krombekken. En grauwe erwten. Moederlief wat zijn die lekker
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Dat boeren ermee stoppen is een ernstige zaak. Dat gaat een vervlakking van het aanbod tot gevolg hebben en vermindering van biodiversiteit. Toch zal er aanbod van 28 soorten aardbeien blijven als wij erom blijven vragen. Zonder te vervallen in nostalgie moeten we bewaken dat we kunnen blijven kiezen uit een diversiteit van voedsel. Blijf dus kopen, maar belangrijker: draag het uit en vertel je omgeving, je familie en je kinderen hoe boeiend het is om zelf eten klaar te maken, met producten die minder voor de hand liggen. Maak anderen bewust hiervan en vervul die rol als voorloper en opinion leader. Je leest Foodlog niet voor niets....
Wouter/Dick, gerenomeerde nederlandse bedrijven die vroeger peulvruchten verkochten van NL oorsprong zijn (bijna) allemaal overgestapt op buitenlandse bonen. Het mocht weer niets kosten van de heren inkopers...
We hadden het zopas nog over streekproducten. Kijk in Frankrijk eens naar de peulruchten. Linzen, flageolets maar vooral witte bonen te kust en te keur. Soms zelfs met een AOP keurmerk of zelfs Label Rouge. Wij hebben hier schijnbaar toch iets fout gedaan... Jammer!
Sneu voor die boeren, maar die kunnen ook veel beter ganzen gaan houden, of koeien, of varkens, of kippen, geiten en andere dieren, liefst allemaal tegelijk. En verder veel verschillende eetbare gewassen, dat is veel beter voor de biodiversiteit en veel voedzamer dan bonen, die helemaal niet zo geschikt zijn voor menselijke consumptie.
Als een boer stopt, de column die ik voor het magazine van Kasteel Groeneveld GRNVLD schreef deze zomer:
Een paar jaar geleden vertelde een vriendin die in Syrië werkzaam was voor de UN dat het land voor het eerst om voedselhulp had moeten vragen voor het eigen volk. Een hele stap voor een land dat er altijd trots op was geweest voldoende eten voor de eigen bevolking te kunnen produceren. Aanhoudende droogte deden een paar oogsten achtereen mislukken. Boeren konden hun bedrijven niet handhaven en de grootste zorg van de overheid was, dat ze hun boerderij zouden verlaten en naar de stad zouden trekken. Want als een boer stopt met boeren, dan keert hij noch zijn nageslacht terug naar het land. Dan gaat de kennis, de ervaring, de traditie verloren. Voorgoed.
Ook hier stoppen boeren. Om verschillende redenen. Ze hebben geen opvolgers, omdat de kinderen andere beroepen kozen. Of het rendement van de boerderij is niet genoeg om voor andere boeren aanlokkelijk te zijn om het bedrijf over te nemen. Of het bedrijf is te kleinschalig om het te kunnen bolwerken tegen de megabedrijven. En de woningbouwcorporaties liggen op de loer om het land te bebouwen, zeker in de omgeving van de steden. Ze hebben de middelen om de boer uit te kopen en ze hebben het geld er graag voor over.
Bij ons in het dorp hebben we de laatste tien jaar veel oudere boerenbedrijven zien verdwijnen. De veehouders verkochten hun melkquotum en stopten, of verhuisden naar een andere streek met hun bedrijf. De oude generatie sterft langzaam uit en de boerderij wordt verkocht aan ?import?. Van de boerderijen in de dorpskern zijn er nog maar een paar echt in bedrijf. En ook daar moet je je afvragen: hoe lang nog?
Neem nou Kees, de fruitteler in ons dorp. Zijn kinderen zijn uit huis, en wonen in de stad. Hij is pas 65 geworden en dus eigenlijk wel een beetje aan pensioen toe. Maar hij gaat elke dag gewoon aan het werk om de boomgaarden te verzorgen. Al is hij niet gezond. En waar doet hij het voor? De opbrengst van appelen en peren is niet geweldig, dat druk je in centen per kilo uit. De vaste kosten blijven er: de ruimte die hij in het koelhuis huurt, de plukkers, de mest en de milieuvriendelijke bestrijdingsmiddelen.
Dit jaar zag ik voor het eerst dat de boomgaard bij de boerderij midden in het dorp maar half geplukt was. De Golden Delicious bleven hangen en bleven maar hangen, tot ze afvielen en lagen te rotten onder de boom. Te veel appels, te lage prijzen, je zou er als boer gewoon mee stoppen. Maar als dorpsbewoner draait je hart om. Want een boer die stopt, dat betekent het einde van een generatie boeren. Binnen enige tijd zullen de eeuwenoude boerderij, het gezellige erf en de boomgaard in het hartje van ons dorp een andere bestemming krijgen. En zo verdwijnt de boerenstand langzaam uit het zicht. Wie wil dat nou?
Sebastiaan, bonen niet voedzaam? Leg ons je wijsheid eens uit.
Bonen heten nl. buitengewoon voedzaam.