Vorige week presenteerde de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) het rapport De Witte Motor, een studie over de perspectieven voor de Nederlandse melkveehouderij en zuivelsector.
Daarin valt te lezen dat er fors wordt geïnvesteerd in de Nederlandse melkveehouderij en zuivelverwerking. Er is voor maar liefst 2 miljard euro geïnvesteerd in 'melkfabrieken'. Dat is niet onbelangrijk want van iedere euro die Nederland aan export verdient, komt 8 cent uit de grondstof die ontspruit aan de uiers van Nederlandse koeien. Ook boeren investeren en breiden uit.
Schommelende prijzen
Het rapport verwacht dat de Europese export van zuivel iedere tien jaar verdubbelt. Mocht dat een beetje minder worden, dan is de stijgende import die Europa laat zien ook al voldoende reden om te investeren in groei. Boeren doen daar aan mee, maar de eersten blijken ondanks de historisch hoge melkprijzen nu al in de problemen te komen omdat ze niet zo goed met volatiliteit kunnen omgaan. 'Volatiele' markten worden gekenmerkt door schommelende prijzen. Boeren die investeren moeten ook bij lagere prijzen hun aflossingen en rente kunnen opbrengen. Kunnen ze dat niet, dan gaat de bank sputteren. Dat kan uiteindelijk leiden tot de gedwongen verkoop van hun bedrijf.
Elisa
Onvoldoende cash
Melkveehouders zijn de laatste grote groep boeren in ons land. Er zijn er nog zo'n 18.000. Kip telt zo'n 1.000 serieuze ondernemers. Varken circa 4.000; verwacht wordt dat die groep snel zal slinken. De grootte van de melkkoeiengroep laat zich verklaren door de mate van marktbescherming en de kracht van hun samenwerkingsverband. FrieslandCampina en bijvoorbeeld het kleinere Cono zijn sterke coöperaties met hoogwaardig verwerkende fabrieken en merken die melk meerwaarde geven.
Met ingang van dit jaar vervalt het zgn. melkquotum waarmee het productievolume van melkveehouders en dus hun prijs werd beschermd tegen sterke schommelingen. In die nieuwe situatie kunnen boeren bij sterk fluctuerende marktprijzen gemakkelijker in betalingsmoeilijkheden komen. Ze investeren nu bij goed weer (de melkprijzen zijn al een aantal jaren hoog), en komen bij slechter weer in de problemen omdat ze onvoldoende cash in reserve hebben en de bank het hen bij problemen niet zal lenen.
Daarover blijkt FrieslandCampina zich zorgen te maken.
Boerderij noteerde wat topman Cees 't Hart van FrieslandCampina zei bij de presentatie van het NZO rapport:. "Als de leden van FrieslandCampina ten tijde van de fusie was gevraagd: wat vinden jullie van een melkprijs van 32 cent voor de komende jaren? Dan hadden de meeste leden gezegd: we tekenen bij het kruisje." De melkprijs is sindsdien echter naar een veel hoger gemiddeld niveau gegaan, al is die nu even weer iets lager. Soms lijkt het wel dat niet alle boeren zich dit realiseren, meent 't Hart: "Ik denk dat als over een aantal jaren eens wordt teruggekeken boeren dan wel eens kunnen zeggen: we hebben nog nooit zo veel verdiend als toen (in de jaren 2013 en 2014)."" De woorden zijn diplomatiek en voorkomend gekozen, maar moeten gelezen worden tegen de zojuist geschetste achtergrond.
Ook Rabobank-directeur Ruud Huirne - die onlangs in het nieuws kwam door de financieringsverantwoordelijkheid van zijn bank bij de vele faillieten in de tuinbouw - zegt in het NZO-rapport: "De toenemende prijsvolatiliteit is de volgende uitdaging: liquiditeitsplanning, buffers opbouwen en aanspreken als dat nodig is." Huirne geeft daarmee alvast aan dat de bank boeren in problemen niet zal redden. Ze moeten zelf voldoende reserves hebben en niet investeren in groei als ze niet in staat zijn om zelfstandig marktrisico's op te vangen.
Ook nog rekening houden met andere kosten
Weliswaar is het de afgelopen jaren in harde euro's 'beter gegaan dan welke analist ook had durven voorzien', schrijft Boerderij, met een melkprijs die tot boven de 39 cent per kilo gepiekt heeft. Maar de melkprijs is niet de enige factor waar een melkveehouder rekening mee moet houden.
De boer moet ook rekening houden met hogere voer- en energiekosten. Dat betekent dat de marge per eenheid product onder druk blijft staan. Met het oog op de ontwikkelingen in de nabije toekomst, afschaffing van de melkquota, verschuivende en wispelturige afzetmarkten, staan de boeren aan de vooravond van een onzekere periode. In de woorden van Boerderij: 'Na jaren van vette prijzen moet de melkveehouder dan ook goed op zijn tellen passen'.
Coöperatie kan zijn leden niet langer beschermen tegen slecht ondernemerschap
Als een melkboer failleert, is er geen man over boord. De buurman die slimmer is geweest zal zijn bedrijf graag overnemen. De melkfabrieken die hier staan en uitbreiden, hebben immers hun volume nodig om te kunnen draaien. 't Hart is dan ook fair. Hij geeft de leden van zijn coöperatie aan dat ze goed op hun ondernemerscapaciteiten moeten letten. Verder kan hij ze niet beschermen tegen de macht van de nieuwe markt en de verleidingen van banken die 'melk' zien als dé solvabele boerensector van Nederland. Een en ander ondanks de woorden van Huirne. Diens bank joeg immers ook tuinbouwondernemers de verdoemenis in en heeft nu nog slechts de melkveehouderij over als groeisector.
Om die reden moeten melkboeren de zorgvuldig gewikte woorden van 't Hart goed ter harte nemen.
Fotocredits: NZO
Dit artikel afdrukken
Daarin valt te lezen dat er fors wordt geïnvesteerd in de Nederlandse melkveehouderij en zuivelverwerking. Er is voor maar liefst 2 miljard euro geïnvesteerd in 'melkfabrieken'. Dat is niet onbelangrijk want van iedere euro die Nederland aan export verdient, komt 8 cent uit de grondstof die ontspruit aan de uiers van Nederlandse koeien. Ook boeren investeren en breiden uit.
Schommelende prijzen
Het rapport verwacht dat de Europese export van zuivel iedere tien jaar verdubbelt. Mocht dat een beetje minder worden, dan is de stijgende import die Europa laat zien ook al voldoende reden om te investeren in groei. Boeren doen daar aan mee, maar de eersten blijken ondanks de historisch hoge melkprijzen nu al in de problemen te komen omdat ze niet zo goed met volatiliteit kunnen omgaan. 'Volatiele' markten worden gekenmerkt door schommelende prijzen. Boeren die investeren moeten ook bij lagere prijzen hun aflossingen en rente kunnen opbrengen. Kunnen ze dat niet, dan gaat de bank sputteren. Dat kan uiteindelijk leiden tot de gedwongen verkoop van hun bedrijf.
Elisa
Onvoldoende cash
Melkveehouders zijn de laatste grote groep boeren in ons land. Er zijn er nog zo'n 18.000. Kip telt zo'n 1.000 serieuze ondernemers. Varken circa 4.000; verwacht wordt dat die groep snel zal slinken. De grootte van de melkkoeiengroep laat zich verklaren door de mate van marktbescherming en de kracht van hun samenwerkingsverband. FrieslandCampina en bijvoorbeeld het kleinere Cono zijn sterke coöperaties met hoogwaardig verwerkende fabrieken en merken die melk meerwaarde geven.
Met ingang van dit jaar vervalt het zgn. melkquotum waarmee het productievolume van melkveehouders en dus hun prijs werd beschermd tegen sterke schommelingen. In die nieuwe situatie kunnen boeren bij sterk fluctuerende marktprijzen gemakkelijker in betalingsmoeilijkheden komen. Ze investeren nu bij goed weer (de melkprijzen zijn al een aantal jaren hoog), en komen bij slechter weer in de problemen omdat ze onvoldoende cash in reserve hebben en de bank het hen bij problemen niet zal lenen.
Daarover blijkt FrieslandCampina zich zorgen te maken.
Boerderij noteerde wat topman Cees 't Hart van FrieslandCampina zei bij de presentatie van het NZO rapport:. "Als de leden van FrieslandCampina ten tijde van de fusie was gevraagd: wat vinden jullie van een melkprijs van 32 cent voor de komende jaren? Dan hadden de meeste leden gezegd: we tekenen bij het kruisje." De melkprijs is sindsdien echter naar een veel hoger gemiddeld niveau gegaan, al is die nu even weer iets lager. Soms lijkt het wel dat niet alle boeren zich dit realiseren, meent 't Hart: "Ik denk dat als over een aantal jaren eens wordt teruggekeken boeren dan wel eens kunnen zeggen: we hebben nog nooit zo veel verdiend als toen (in de jaren 2013 en 2014)."" De woorden zijn diplomatiek en voorkomend gekozen, maar moeten gelezen worden tegen de zojuist geschetste achtergrond.
Ook Rabobank-directeur Ruud Huirne - die onlangs in het nieuws kwam door de financieringsverantwoordelijkheid van zijn bank bij de vele faillieten in de tuinbouw - zegt in het NZO-rapport: "De toenemende prijsvolatiliteit is de volgende uitdaging: liquiditeitsplanning, buffers opbouwen en aanspreken als dat nodig is." Huirne geeft daarmee alvast aan dat de bank boeren in problemen niet zal redden. Ze moeten zelf voldoende reserves hebben en niet investeren in groei als ze niet in staat zijn om zelfstandig marktrisico's op te vangen.
Ook nog rekening houden met andere kosten
Weliswaar is het de afgelopen jaren in harde euro's 'beter gegaan dan welke analist ook had durven voorzien', schrijft Boerderij, met een melkprijs die tot boven de 39 cent per kilo gepiekt heeft. Maar de melkprijs is niet de enige factor waar een melkveehouder rekening mee moet houden.
De boer moet ook rekening houden met hogere voer- en energiekosten. Dat betekent dat de marge per eenheid product onder druk blijft staan. Met het oog op de ontwikkelingen in de nabije toekomst, afschaffing van de melkquota, verschuivende en wispelturige afzetmarkten, staan de boeren aan de vooravond van een onzekere periode. In de woorden van Boerderij: 'Na jaren van vette prijzen moet de melkveehouder dan ook goed op zijn tellen passen'.
Coöperatie kan zijn leden niet langer beschermen tegen slecht ondernemerschap
Als een melkboer failleert, is er geen man over boord. De buurman die slimmer is geweest zal zijn bedrijf graag overnemen. De melkfabrieken die hier staan en uitbreiden, hebben immers hun volume nodig om te kunnen draaien. 't Hart is dan ook fair. Hij geeft de leden van zijn coöperatie aan dat ze goed op hun ondernemerscapaciteiten moeten letten. Verder kan hij ze niet beschermen tegen de macht van de nieuwe markt en de verleidingen van banken die 'melk' zien als dé solvabele boerensector van Nederland. Een en ander ondanks de woorden van Huirne. Diens bank joeg immers ook tuinbouwondernemers de verdoemenis in en heeft nu nog slechts de melkveehouderij over als groeisector.
Om die reden moeten melkboeren de zorgvuldig gewikte woorden van 't Hart goed ter harte nemen.
Fotocredits: NZO
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
De bovenstaande relativering van Cees 't Hart (en Ruud Huirne) is heel erg op zijn plaats, maar ook een beetje laat. Het dak repareren doe je in de zomer (2013-2014) zodat je droog zit bij het komende natte weer. Nu constateren dat melkveehouders eerder reserves hadden moeten aanleggen, om te voorkomen dat zij de komende jaren 'nat gaan' is een beetje 'de koe in haar kont kijken'.
Daarbij komt de vraag welke melkveehouder-ondernemers (gedwongen door hun financiers) eventueel het loodje zullen leggen. Hiervoor kun je kijken naar de ervaringen in de tuinbouw. Het zijn juist de bedrijven met nog enig eigen vermogen die 'mogen stoppen' want daarmee heeft de bank al zijn uitstaande geld weer terug. De bedrijven die '100% gefinancierd zijn' mogen door, mits de actuele technisch-financiele resultaten goed zijn. Aan die bedrijven kan de bank alleen maar verdienen door ze door het dal heen te slepen. Faillisement kost in dat geval de bank geld.
Voor de melkveehouderij zou dit betekenen dat recent gegroeide (behoorlijk) grondgebonden bedrijven het loodje zullen leggen en dat de verdubbelaars met weinig grond en mestverwerking door de bank in het zadel worden gehouden. Is dat de maatschappelijk gewenste melkveehouderij van de toekomst?
De melkveehouderij is een grondstoffenleverancier. De kenmerken daarvan zijn; een hoge productie met een lage kostprijs. Kostprijsverlaging en - eliminatie hoort in het centrum te staan van de onderneming. De realiteit is dat de kostprijs de opbrengstprijzen volgt. Pure Graze adviseert dit al jaren. Kostprijsverlagen is mooi, het elimineren van kosten is veel effectiever. Neem bijvoorbeeld grasverbouw, waarbij monoculturen worden gebruikt die alleen groeien met gebruik van kunstmest. Dat terwijl er goede alternatieven zijn met vlinderbloemigen die ook nog eens goed zijn voor de gezondheid van het vee, de biodiversiteit en een stabiele productie laten zien.
Roest, rot en afschrijvingen houden de veehouder arm. Investeer daarom alleen in productiemiddelen die geld opbrengen.
@ado,
Hoe kijkt jullie; zijnde pure graze melkveehouders; afnemer van melk naar jullie vanuit zijn productiemiddelen en zijn klant wensen.
Correct me if i'm wrong:
Momenteel leveren pure graze bedrijven praktisch geen melk; Alle koeien zijn met 'zwangersschapsverlof'. En in de maanden april /mei leveren jullie in 2mnd tijd 30% van je totaal productie?
Hoe efficiënt is dat voor 'productiemiddelen in de verwerkende fabriek?
Mijn vraag is dan ook; Hoe heeft Pure Graze dit geborgt in de gehele keten?
Alle boeren weten al dat wintermelktoeslag is gekomen omdat de fabriek aanvoer van melk tekort kwam in de wintermaanden voor efficiënt gebruik van hun productiemiddelen en klant wens.
Sinds enkele jaren zijn we als melkveehouders ook bekend met zomerheffing voor de eigenlijk overvloedige aanvoer van melk in het voorjaar/begin zomer; net even iets teveel voor efficiënt gebruik van productiemiddelen en consument consumptie.
@Jeroen; je stelt een aantal vragen:
Wat vindt de afnemer: Die zien het liefst een jaarrond productie om de plek in het schap te bewaren. Maar hoe is de smaak van aarbeien in de winter in vergelijk met de aardbeien uit de volle grond in de zomer?
Efficiëntie van de fabriek en hoe heeft Pure Graze dat geborgd; Het is de verantwoordelijkheid van de directie van de melkfabriek om te zorgen voor een goede bezetting van de productiecapaciteit. Het artikel gaat over het ondernemerschap van de boer. Het is aan de boer om te zorgen voor een zo goed mogelijk rendement op zijn bedrijf. Hij is niet verantwoordelijk voor de efficiëntie in de hele keten. Wanneer we dat bekijken kan ik melden dat "Natuurlijk Werken" al eens is onderzocht en vergeleken met de traditionele bedrijfssystemen in de melkveehouderij. In dit onderzoek kwam de CO2- equivalent uitstoot op 35% ten opzichte van gangbaar en op 50% van biologisch.
De oorzaak van dit grote verschil is juist de jaarrond productie. Dit geeft zoveel inefficiëntie!
Boeren maaien gras voor de winterperiode. Vers gras heeft rond de 1100 VEM/kg ds aan energie. Ze maaien, schudden, kuilen in en houden een product over van 900 VEM/kg ds. Dat verschil in energie moeten ze aankopen in de vorm van krachtvoer! Dan hebben we nog geen uitkuilverliezen meegerekend!
Daarnaast spelen er nog 2 zaken; al het voer dat op de kuilplaat ligt moet door de stal, komt in de vorm van mest in de put en moet uitgereden worden! In goede ruwvoerjaren is de kans groot dat de winst lager is op een melkveebedrijf omdat alles op het melkveebedrijf er op gericht is om zo veel mogelijk, goed kwaliteit ruwvoer te winnen voor de winter. Een goed ruwvoerjaar brengt al snel extra machine- , loonwerkkosten en arbeid met zich mee!
Punt 2: Vertel dit aan een directeur in een andere sector. Niemand zal meegaan in een methode waarbij je geld en arbeid investeert waarna het oorspronkelijke product 20% verliest aan waarde!
Welke industrie heeft nog voorraden liggen voor een half tot een heel jaar? Last minute delivery is al jaren de standaard! Dat bied je door zoveel mogelijk vers gras te grazen! Groeiseizoen en graasseizoen te zien als 2 verschillende zaken en gebruik te maken van verschillende plantsoorten elk met hun eigen groeipatroon om zo het graasseizoen zo veel mogelijk te rekken. Een koe op stal kost rond de 100,=/maand aan kosten voor inkuilen en mestuitrijden.
Wanneer we om ons heen kijken zien we bijvoorbeeld melkverwerkers in Nieuw Zeeland en Ierland die ook met een seizoensmatige productie te maken hebben. Ook in eigen land in de aardappel en suikerindustrie zien we dit, evenals bij grasdrogerijen. Ik sprak ooit een directeur van een grasdrogerij, Hij zag het als groot voordeel dat ze niet jaarrond produceren omdat het hen de kans geeft de fabriek te reviseren, verbeteringen door te voeren, het bedrijf klaar te maken voor het komende seizoen. Hij moest er niet aan denken jaarrond te draaien! Dus al met al zie ik dat het vooral uitmaakt waar je staat, wat je gewend bent, op hoe je reageert.
De wintermelktoeslag vindt plaats vanaf augustus. Is dus een hefstmelktoeslag. In die periode leveren Pure Graze bedrijven meer melk af dan toen ze in het traditionele systeem zaten.
Vergeet niet; winst is het verschil tussen kosten en opbrengsten!
Nu hebben we het alleen over economie. Net als bij het gas in Groningen gaat economie in de voeding voor volksgezondheid. Het is al lang bekend dat grasgevoerde producten superieur zijn in kwaliteit, zowel in vetzuursamenstelling, vitamine en mineralengehalte als bacteriologisch.
Wanneer wij als voedselproducenten onze taak serieus nemen dan zijn we verplicht naar onze medemens, de consument, om een zo goed mogelijk product aan te bieden, waarmee de consument zijn lichaam kan voeden zodanig dat het gezond blijft. Een product dat voldoet aan de laatste inzichten!
Ado,
Dank voor je uitgebreide reactie op alle punten.
Twee punten die mij opvallen:
Voedsel is een keten; #ketensamenwerking voorwaarts en achterwaarts is juist actueel en nodig voor efficiëntie als ik om me heen kijk.
Juist het 'eilandjes denken' ik ben boer dus boerderij en na mij.. kijk maar wat je er mee doet melkfabriek...?
Je eindigt met voldoet aan de laatste inzichten; ik begrijp hem volledig.
wel vraag ik me af of zin in je opening niet meer actueel is:
Wat vindt de afnemer: Die zien het liefst een jaarrond productie om de plek in het schap te bewaren. je verwoord afnemer als een melkfabriek gezien schap positie.
En de koper uit dat schap de consument wat wil die?
Onderstaande klinkt tegenstrijdig:
"Welke industrie heeft nog voorraden liggen voor een half tot een heel jaar? Last minute delivery is al jaren de standaard!"
verderop benoem je:
"Ook in eigen land in de aardappel en suikerindustrie zien we dit, evenals bij grasdrogerijen".
Ik kan je daarin niet geheel volgen...
Kun je dat nogmaals uitleggen?