Sinds de jaren '90 neemt het aantal soorten zweefvliegen dat uit ons land verdwijnt, veel sneller af dan daarvoor. Dat blijkt uit een nieuw onderzoek van het Kenniscentrum Insecten (EIS). De onderzoekers wijten de trendbreuk aan de grootschalige introductie van neonicotinoïden in ons land.
Zweefvliegen en bijen zijn cruciaal voor de bestuiving van bloemen, bomen en landbouwgewassen. In Nederland leven circa 360 soorten bijen (waarvan de honingbij er één is) en zijn ruim 360 soorten zweefvliegen waargenomen.

Omdat beide groepen insecten zo'n belangrijke rol spelen bij de bestuiving, zijn ze opgenomen in de 'Nationale Bijenstrategie', het beleidsplan van de overheid dat streeft naar een einde aan de achteruitgang van de wilde bestuivers in ons land in 2030.

Tot nu toe werd ervan uitgegaan dat wilde bijen sneller achteruit gingen dan zweefvliegen. Voor wilde bijen publiceerde EIS in 2018 al een Rode Lijst. In opdracht van de overheid voerde het Kenniscentrum Insecten (EIS) samen met statistiekbureau CBS een nieuw, breder onderzoek uit. Eind maart werd het basisrapport 'Rode Lijst Zweefvliegen' aangeboden aan het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Trendbreuk
Uit het deze week gepubliceerde artikel blijkt dat er sinds 1992-1993 sprake is van een trendbreuk. Sindsdien sterven er jaarlijks tweeënhalf keer zoveel soorten zweefvliegen uit als wilde bijen, aldus de Volkskrant. De afgelopen 30 jaar lag het tempo van uitsterven van zweefvliegen 5 keer zo hoog als daarvoor.

De onderzoekers koppelen dat omslagpunt aan de introductie van neonicotinoïden als gewasbeschermingsmiddel in de jaren '90. Het viel hen namelijk op dat juist de soorten waarvan de larven direct van planten leven of van bladluizen die op planten zitten, het slecht doen. "Dit zijn bij uitstek de soorten die gevoelig zijn voor insecticiden als neonicotinoïden. Deze voor insecten zeer schadelijke stoffen komen veel voor in planten in de natuur en zijn ook gevonden in bladluizen. Ze zullen door opstapeling in hogere concentraties terechtkomen in plantenetende en in bladluisetende zweefvlieglarven dan in de bacteriefilterende larven in water of hout", schrijft EIS in Nature Today.

Zonder forse aanvullende maatregelen zullen de doelen van de Nationale Bijenstrategie buiten bereik raken. Want naast neonics hebben insecten ook nog te kampen met habitatverlies, klimaatverandering, pesticiden, droogte en stikstof.

Of en wanneer de overheid de Rode Lijst voor zweefvliegen publiceert, is op dit moment onbekend.