Afgelopen week werden Foodloglezers bevestigd in het vermoeden dat extreem gewichtsverlies in hoog tempo niet gezond kan zijn. BOvV-lid en vitaliteitscoach Chi L. Chiu plaatst kanttekeningen bij onderzoeksresultaten van de bekende obesitasonderzoeker Kevin Hall.
Uit het artikel1 van Marjolein Streur op Foodlog over de televisie-afslankrace The Biggest Loser valt op te maken dat de deelnemers grotendeels teruggevallen zijn op hun oude gewicht. Zes jaar na de exhibitionistische hongerbootcamp, blijkt het rustmetabolisme (het aantal calorieën dat het lichaam nodig heeft voor het onderhoud van zijn basisfuncties) honderden kcal lager te zijn dan verwacht mag worden op basis van de lichaamsmassa. Kevin Hall, hoofdauteur van het onderzoek, leidt daaruit af dat veel van de deelnemers zo snel weer aankomen omdat hun stofwisseling vertraagd is en ze dus meer energie opslaan dan verbranden.
Insulinehypothese
Dr. Kevin Hall is een rockster onder de obesitasonderzoekers. Zijn wiskundige modellen geven realistische voorspellingen over gewichtsfluctuaties en door al zijn gecombineerd werk, zit de calorietoename als basis van de obesitasepidemie weer stevig in het zadel. Recent rekende hij zelfs af met de hardnekkige, maar weinig plausibele alternatieve oorzaak van obesitas, namelijk de insulinehypothese.
Het mag duidelijk zijn, Hall is baas!
Uitzonderlijk
Het is de facto een slecht gecontroleerd observationeel onderzoek dat weinig bewijskracht heeft. Normaal gesproken zou het wegkwijnen tussen de grijze massa van slechte en middelmatige onderzoeken. Het valt op omdat de uitkomsten het sensatiebeluste publiek opruien en door de naam en faam van Hall.
De vertraging van het rustmetabolisme na een periode van afslanken is al langer bekend en waargenomen bij zowel bescheiden als extreem gewichtsverlies. Het is beschreven in tientallen publicaties, maar nog nooit is er een verdere vertraging genoteerd, die in de buurt komt van dit onderzoek. Dat geven de auteurs ook ruiterlijk toe. Er zijn zelfs onderzoeken die een volledig herstel van het rustmetabolisme laten zien2,4. De gemeten vertraging uit de Biggest Loser is dan ook uitzonderlijk. Daarom moet de vraag gesteld worden hoe dit te rijmen valt met alle andere waarnemingen.
Een gebrek aan herstel suggereert een soort metabole apocalyps, ware het niet dat dit soort grote dalingen niet zo uitzonderlijk zijn. Tenminste, niet bij mensen die recent in een extreme negatieve energiebalans verkeerden4. Hoewel de deelnemers twee weken voor aanvang dagelijks hun gewicht doorstuurden, weten we dat het maanden duurt voor een vertraagd rustmetabolisme hersteld is. De waargenomen afwijking kan simpelweg het gevolg zijn van maandenlang uithongeren. Het is natuurlijk niet zo, dat de deelnemers pas twee weken van te voren te horen kregen dat ze op moesten voor de metingen van Hall. Het ligt dan ook veel meer voor de hand dat deze mensen flink zijn gaan diëten voor de weging. Die veronderstelling past bij het profiel van een populatie, die bereid was om een onevenredig portie tough-love te incasseren voor hun 15 frames of fame in de media.
Onmacht
Natuurlijk is extreem afslanken mogelijk in een omgeving waarin alles gericht is op afslanken. Wie die omgeving weer verlaat, keert terug in de zogenaamde obesogene omgeving die had gezorgd voor een extreem gewicht. Daar was geen vertraagd rustmetabolisme voor nodig. Het is eerder vreemd dat we verwonderd zijn over terugval, terwijl slank blijven in een dikmakende omgeving pas echt uitzonderlijk zou zijn. Het bewijs voor een permanent vertraagd rustmetabolisme, is gezien de beperkingen van dit onderzoek, verre van zeker. Er is evenmin bewijs dat langzaam afslanken, beter is voor de gezondheid5. Wat overblijft is onmacht. We hebben namelijk geen oplossing voor de obesitasepidemie zolang de omgeving obesogeen is. Het enige wat we kunnen bieden is compassie voor obese mensen en dat lijkt net zo zeldzaam te zijn als een succesvolle ex-obees.
Geraadpleegde bronnen
Dit artikel afdrukken
Insulinehypothese
Dr. Kevin Hall is een rockster onder de obesitasonderzoekers. Zijn wiskundige modellen geven realistische voorspellingen over gewichtsfluctuaties en door al zijn gecombineerd werk, zit de calorietoename als basis van de obesitasepidemie weer stevig in het zadel. Recent rekende hij zelfs af met de hardnekkige, maar weinig plausibele alternatieve oorzaak van obesitas, namelijk de insulinehypothese.
Het mag duidelijk zijn, Hall is baas!
Het is vreemd dat we verwonderd zijn over terugval, terwijl slank blijven in een dikmakende omgeving pas echt uitzonderlijk zou zijnOndanks zijn indrukwekkende staat van dienst moeten we de verleiding van het autoriteitsargument (het zogenaamde argumentum ad verecundiam) zien te voorkomen door het onderzoek zelf eens goed bekijken en niet voor zoete koek aan te nemen. De conclusies blijken dan weinig overtuigend.
Uitzonderlijk
Het is de facto een slecht gecontroleerd observationeel onderzoek dat weinig bewijskracht heeft. Normaal gesproken zou het wegkwijnen tussen de grijze massa van slechte en middelmatige onderzoeken. Het valt op omdat de uitkomsten het sensatiebeluste publiek opruien en door de naam en faam van Hall.
De vertraging van het rustmetabolisme na een periode van afslanken is al langer bekend en waargenomen bij zowel bescheiden als extreem gewichtsverlies. Het is beschreven in tientallen publicaties, maar nog nooit is er een verdere vertraging genoteerd, die in de buurt komt van dit onderzoek. Dat geven de auteurs ook ruiterlijk toe. Er zijn zelfs onderzoeken die een volledig herstel van het rustmetabolisme laten zien2,4. De gemeten vertraging uit de Biggest Loser is dan ook uitzonderlijk. Daarom moet de vraag gesteld worden hoe dit te rijmen valt met alle andere waarnemingen.
Een gebrek aan herstel suggereert een soort metabole apocalyps, ware het niet dat dit soort grote dalingen niet zo uitzonderlijk zijn. Tenminste, niet bij mensen die recent in een extreme negatieve energiebalans verkeerden4. Hoewel de deelnemers twee weken voor aanvang dagelijks hun gewicht doorstuurden, weten we dat het maanden duurt voor een vertraagd rustmetabolisme hersteld is. De waargenomen afwijking kan simpelweg het gevolg zijn van maandenlang uithongeren. Het is natuurlijk niet zo, dat de deelnemers pas twee weken van te voren te horen kregen dat ze op moesten voor de metingen van Hall. Het ligt dan ook veel meer voor de hand dat deze mensen flink zijn gaan diëten voor de weging. Die veronderstelling past bij het profiel van een populatie, die bereid was om een onevenredig portie tough-love te incasseren voor hun 15 frames of fame in de media.
Wat overblijft is onmacht. We hebben namelijk geen oplossing voor de obesitasepidemie zolang de omgeving obesogeen isHet gegeven dat zij nagenoeg net zoveel bewegen als zes jaar geleden is niet aannemelijk, maar wordt wel gerapporteerd door de onderzoekers. Het is waarschijnlijk dat hun motivatie om te bewegen door hun gewichtstoename veel lager ligt. Dat sterkt het idee dat zij kunstmatig gedrag vertonen, uitgelokt door een opkomende meting.
Onmacht
Natuurlijk is extreem afslanken mogelijk in een omgeving waarin alles gericht is op afslanken. Wie die omgeving weer verlaat, keert terug in de zogenaamde obesogene omgeving die had gezorgd voor een extreem gewicht. Daar was geen vertraagd rustmetabolisme voor nodig. Het is eerder vreemd dat we verwonderd zijn over terugval, terwijl slank blijven in een dikmakende omgeving pas echt uitzonderlijk zou zijn. Het bewijs voor een permanent vertraagd rustmetabolisme, is gezien de beperkingen van dit onderzoek, verre van zeker. Er is evenmin bewijs dat langzaam afslanken, beter is voor de gezondheid5. Wat overblijft is onmacht. We hebben namelijk geen oplossing voor de obesitasepidemie zolang de omgeving obesogeen is. Het enige wat we kunnen bieden is compassie voor obese mensen en dat lijkt net zo zeldzaam te zijn als een succesvolle ex-obees.
Geraadpleegde bronnen
- 1. Streur M (2016) Deelnemers afvalprogramma worden nog zwaarder. 3 mei 2016
2. de Jonge L (2012), Bray GA et al. Effect of diet composition and weight loss on resting energy expenditure in the POUNDS LOST study. Obesity 2012;20:2384-89
3. Fothergill E (2016), Guo J, Howard L, et al. Persistent metabolic adaptation 6 years after “The Biggest Loser” competition. Journal Of Obesity Article first published online: 2 MAY 2016
4. Keys A (1950) The Biology of Human Starvation. University of Minnesota Press: Minneapolis; 1950.
5. Casazza K (2013), Fontaine KR, Astrup A, e.a. Myths, presumptions, and facts about obesity. N Engl J Med. 2013 Jan 31;368(5):446-54.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Chi #9 ,
Mijn excuus als ik niet duidelijk ben geweest in de punten die ik probeerde te maken. Het waren er slechts twee:
1. Dit onderzoek laat duidelijk zien dat er 'iets' aan de hand is met het metabolisme van de deelnemers. De oorzaak daarvan valt echter niet te duiden, maar het simpele feit dat het metabolisme veranderd is, geeft geen ondersteuning aan het simplistische CiCu-model.
2. Ik ben het helemaal met je eens dat deze studie nauwelijks conclusies toelaat (jouw 1,2,3,5) en het is goed dat je dat op een rij hebt gezet. Het is m.i. echter niet nodig (en het ondermijnt je standpunt) om te speculeren over wat dan wel de oorzaak kan zijn van de gevonden resultaten (jouw 4). Het feit dat Hall's uitleg niet juist is, hoeft jouw alternatieve verklaring niet te bevestigen, en omgekeerd ook niet.
Jouw stuk heeft mij in elk geval geïnspireerd om de publicatie nog eens kritisch te bekijken, en daarbij viel mij op dat de bevindingen de conclusie die de media haalde (dat een vertraagd rustmetabolisme zorgt voor weer aankomen) eigenlijk helemaal niet bevestigen. De deelnemers met waarvan het rustmetabolisme het verst gedaald was, kwamen namelijk het minst aan (zie #6 ). Over jouw punt 5 zijn we het dus eens, sterker nog, ik zou zelfs willen stellen dat een metabole apocalyps de resultaten niet kan verklaren.
Nou Dennis, dat is heel kort door de bocht, aangezien je een slecht gecontroleerd onderzoek met een disproportioneel resultaat afzet tegen een totaallichaam aan bewijs. Dat klinkt veel minder plausibel.
Laat ik het puntsgewijs samenvatten:
1. Besproken onderzoek is slecht gecontroleerd (feit)
2. Meetwaarden liggen ver buiten de bandbreedte van bestaand bewijs (feit)
3. Meetwaarden komen overeen met populatie die net uit een negatieve energiebalans is (feit)
4. Deelnemers BL komen net uit een negatieve energiebalans (speculatie, maar wel in lijn met de feiten)
5. Er is geen metabole apocalyps nodig om terugval te verklaren (feit)
Of de RMR meting objectief vastgesteld is, is irrelevant. Ik vecht het immers niet aan, hoewel ik ook daar zeker een zaak van zou kunnen maken. Ik kan punt 4 niet bewijzen en moet mij dus beperkingen tot de verklaring met de minste aannames. En dat is precies waar het artikel overgaat. Het is onwaarschijnlijk dat er een metabole apocalyps is en als ie er al zou zijn, dan is het niet eens nodig om terug te vallen.
Zover ik begrijp gaat onze discussie over niets anders dan het herhalen van de beperkingen die impliciet in het artikel zijn opgenomen.
Chi,
Mijn fout, ik verwar denk ik de andere recente Hall studie met deze. Maar punt was dat de lagere RMR niet slechts een suggestie was, maar een meting. Daar zijn we het dus over eens.
Ik ben echter bang dat jouw suggestie over hoe die lage RMR ontstond net zo min hard te maken is als de suggestie dat het door het afvallen 6 jaar eerder komt. Het is natuurlijk wel opvallend dat op één na alle deelnemers een lagere RMR laten zien, en dat bij geen van hen een substantiële gewichtsafname te zien was in de twee weken voorafgaand aan de RMR meting. Het klinkt niet erg plausibel dat ze allen als een gek zijn gaan pogen af te vallen voor deze follow-up studie. Ook de interviews met deelnemers laten een ander beeld zien dan jij schetst.
Maar laten we het erop houden dat we het eens zijn dat deze resultaten ons niet zoveel leren.
Dennis,
De deelnemers zaten niet geinterneerd ('metabolic ward'), maar zijn gemeten met gas-ademanalyse. Er zijn veel beperkingen aan deze vorm van meten, waaronder lekkage, ijkproblemen met de omgeving, angst en hyperventilatie, etc. Ik had veel liever een metabole kamer, maar dat doet niets af aan mijn verhaal. Toch zal ik het beknopt proberen toe te lichten.
Net als dat je geen conclusies kunt verbinden aan een enkele cholesterol- of bloeddrukmeting, geldt dat ook voor het vastleggen van het rustmetabolisme. Er is voorbereidingstijd nodig om de meting goed te kunnen doen. In een ideale situatie heb je een stabilisatiefase van twee en bij voorkeur vier weken. waarin je controle hebt over wat iemand eet. Dat eten moet idealiter ook geproduceerd zijn in een metabole keuken. Dit is allemaal niet gebeurd en we hebben dus geen idee wat de deelnemers gedaan hebben en veel berust op gecalculeerde aannames. De enige controle was feitelijk de dagelijkse weegpartij, twee weken voor de meting. Je ziet het aantal bezwaren stapelen en dan ben ik feitelijk nog niet eens begonnen met mijn punt. Ik vecht de gemeten RMR niet eens aan, hoewel ik dat op grond van voorgaande repliek wel aanhanging kan maken.
Mijn punt is dat de gemeten RMR niet het product is van de 30 weken uihongerbootcamp van zes jaar geleden. De huidige RMR is het product van een recent extreem dieet. Er is geen metabole apocalyps. Dat zou rijmen met het totaallichaam aan bewijs. De vaststelling dat de fysieke activiteit zes jaar later even hoog is als net na de bootcamp is onwaarschijnlijk. Het sterkt het idee dat de BL deelnemers hun gedrag rondom de meting hebben veranderd. Ik stel dat de afwijking niet fysiologisch, maar psychologisch verklaard moet worden.
En ja, RMR is met een marge proportioneel gerelateerd aan lichaamsmassa.
Chi,
Ik neem aan dat je, ondanks dat je er niet naar verwijst, de originele publicatie hebt gelezen, niet alleen het stuk op Foodlog. In tegenstelling tot het stuk van Marjolein, kan je in de originele paper lezen dat het rust-metabolisme (RMR) is gemeten in een 'metabolic ward'. Dit type meting is relatief objectief en er valt misschien te twisten over de oorzaak van dat resultaat, maar m.i. niet zozeer over de constatering zelf. Ben je het daarmee eens?
Er is wel iets merkwaardigs aan de hand, want degenen met de laagste RMR bij de follow-up zijn ook degenen die de minste gewichtstoename hadden. Dat ondersteunt de suggestie dat de blijvend lage RMR verantwoordelijk is voor het aankomen juist niet. Het roept bij mij de vraag op of de RMR niet simpelweg gecorreleerd is aan het lichaamsgewicht en het resultaat van een kleine zoektocht suggereert dat dit inderdaad het geval is. Ofwel, het gevonden resultaat hoeft helemaal geen indicatie te zijn van een metabolische apocalyps.
Ik ben het met je eens dat deze enkele studie niet zoveel conclusies toelaat. Maar ik ben wel van mening dat het duidelijke aanwijzingen levert dat het metabolisme veranderd is, zonder daar overigens een verdere interpretatie aan te willen hangen.