Een recente publicatie van de Noorse University of Science and Technology (NTNU) laat grote onzekerheden zien over de consequenties van de alomtegenwoordigheid van plasticdeeltjes in het milieu en zelfs de lucht. Een team onderzoekers onder leiding van professor Martin Wagner toont aan dat wegwerpplastic verpakkingen een bron van duizenden chemische stoffen die 'lekken' uit hun oorspronkelijke samenstelling in een plastic. Ze komen vrij in het milieu en kunnen onze hormoonhuishouding en stofwisseling beïnvloeden.
Wagner's onderzoeksteam onderzocht 36 verschillende soorten plastic verpakkingsmaterialen afkomstig uit vijf landen. Het team identificeerde bijna 10.000 verschillende chemische stofjes; een groot aantal daarvan staat bekend om hun vermogen om de productie van menselijke hormonen te verstoren. Hormonen zijn cruciaal voor vrijwel alle systemen in ons lichaam. Ze reguleren onder meer onze groei, de regeneratie van ons lijf via ons metabolisme, onze vruchtbaarheid en zelfs onze stemmingen.

De stofwisseling, het proces waarbij ons lichaam voedingsstoffen omzet in energie en bouwstoffen, is essentieel voor onze gezondheid. Wagner's team ontdekte dat bepaalde chemicaliën in plasticproducten de werking van G-eiwit-gekoppelde receptoren kunnen beïnvloeden. Dat zijn receptoren die signalen binnen onze cellen overdragen en onder meer de stofwisseling reguleren.

Een andere bangmakende bevinding is dat de chemicaliën 'lekken'. Ze blijven niet veilig opgesloten binnen de structuur van het plastic, met andere woorden: het plastic ontbindt in het milieu waardoor allerlei losse stofjes vrijkomen. Omdat het om duizenden stoffen gaat, is niet te overzien wat de gevolgen voor ons en ander leven zijn.

Eerdere studies, waaronder ook onderzoeken die geleid werden door Wagner, toonden dat lek-effect al aan. Toxische stoffen waar we het effect op het milieu niet van kennen, komen uiteindelijk in ons voedsel en drinkwater terecht, zoveel is duidelijk.

Natuurlijk willen we meer weten over de risico's die we inmiddels volop lopen. Wagner benadrukt echter dat we iets kunnen doen door te streven naar het ontwerp van materialen die niet in het milieu belanden of die - als ze daarin terecht komen - daar niet uiteenvallen. Zo kunnen consument en producenten werken aan een veiliger milieu voor voedsel en water.

Het onderzoek naar de impact van plastic op onze gezondheid staat nog in de kinderschoenen. Wat voortschrijdend inzicht aan engs gaat opleveren is onbekend. Onderwijl zal het vooral aanleiding zijn voor angst- en ondergangsverhalen in de media en het aanzwellen van de oproep om plasticvervuiling tegen te gaan. Dat laatste is uiteraard een uitstekende zaak. De risico's zijn inmiddels een feit, waarmee we niet beter om zullen gaan door paniek.