Minister Piet Adema mocht van het kabinet toelatingsautoriteit Ctgb niet afvallen in de strijd van voor- en tegenstanders rond de toepassing van glyfosaat in de landbouw; het RIVM vond de stellingname van het Ctgb dat glyfosaat veilig kan worden toegelaten 'niet logisch'. Dat ontdekte Zembla via een WOO-procedure en gesprekken met de minister.
Zelfs Bas Bloem, een verklaard voorstander van een glyfosaatverbod, moest toegeven dat het oordeel dat zijn standpunt onderbouwt een mening en geen reden tot paniek is
In het debat over het gebruik van de onkruidverdelger glyfosaat in Nederland is een scherp contrast zichtbaar tussen politieke meningen en wetenschappelijke adviezen. Demissionair minister Piet Adema van de ChristenUnie pleitte afgelopen oktober in het kabinet krachtig voor een verbod op glyfosaat, voornamelijk vanwege zorgen over mogelijke verbanden met de ziekte van Parkinson. Zijn zorgen waren ingegeven door gesprekken met experts en onderzoeken die vermoeden dat symptomen van parkinson gelinkt zijn aan blootstelling aan hoge doseringen glyfosaat.

Tegenover Adema stond minister Mark Harbers van de VVD, die waarschuwde voor de gevolgen van het negeren van het advies van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), onze daarvoor aangestelde toelatingsautoriteit. Het Ctgb had glyfosaat als veilig beoordeeld. Harbers vreesde dat het terzijde schuiven van het oordeel van het Ctgb voortaan alle wetenschappelijk adviezen zou politiseren. Dit zou een precedent scheppen waarbij politieke overwegingen zouden gaan boven wetenschappelijke beoordelingen, een zorg die door Zembla wordt geïnterpreteerd als een conservatieve politieke coup van de VVD. Dat is echter een frame. Het is wel degelijk terecht om te waarschuwen voor emo-politiek. Zelfs Bas Bloem, een verklaard voorstander van een glyfosaatverbod, moest toegeven dat het oordeel dat zijn standpunt onderbouwt een mening en geen reden tot paniek is.

Ctgb-directeur Ingrid Becks heeft consistent vertrouwen uitgesproken in de wetenschappelijke procedures die haar organisatie volgt. Volgens Becks is er op basis van de huidige wetenschappelijke bewijzen geen reden om glyfosaat als een risico voor de volksgezondheid te zien. Ze benadrukt wel dat verdere onderzoeken gerechtvaardigd zijn, gezien de aanhoudende zorgen binnen de wetenschappelijke gemeenschap over de mogelijke toxiciteit van glyfosaat door voedselinname.

De situatie wordt verder gecompliceerd door internationale en nationale kritiek op het toelatingsproces. Hoogleraar risicobeoordeling Ad Ragas (Nijmegen) en de Duitse toxicoloog Peter Clausing hebben beide gewezen op methodologische tekortkomingen en mogelijke misinterpretaties van onderzoeksresultaten. Volgens Ragas en Clausing zou het Ctgb interpretatieprotocollen terzijde hebben geschoven.

Het Ctgb - in samenwerking met de Franse, Zweedse en Hongaarse toelatingsautoriteiten - heeft echter ook na herbeoordeling geconcludeerd dat glyfosaat veilig is. Daardoor mag het product voor nog eens tien jaar op de Europese markt worden toegelaten.

In essentie toont de controverse rond glyfosaat de uitdagingen en spanningen die ontstaan wanneer politiek beleid en wetenschappelijke beoordeling elkaar kruisen. Met glyfosaat nog steeds op de markt, blijft de vraag hoe Nederland en Europa de toekomstige risico’s van pesticiden zullen beoordelen en beheersen, en of deze besluiten zullen leunen op wetenschappelijke inzichten of politieke gevoelens en de onderling verschillende meningen van wetenschappers. Daarom is het zaak om alternatieven te ontwikkelen in integrale benaderingen van mest, bodem, gewas en gewasbescherming, iets waar onze hoofdredacteur Dick Veerman voor pleitte in een Balie-gesprek met Vincent Harmsen, een van de makers van Zembla.

Zembla monteerde zijn onderzoeksresultaten in een uitzending die hier is na te kijken.