Er komt een nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de EU (GLB; 'PAC' in het Frans, 'CAP' in het Engels) aan. Onze nieuwe minister van Landbouw, Carola Schouten reisde naar Parijs om daar vandaag op uitnodiging van haar ambtgenoot Stéphane Travert duidelijk te maken wat zij wil voor boeren tijdens de conferentie Faire le Cap sur le PAC ('Klare taal over het gemeenschappelijke landbouwbeleid').
Ze sprak met geen woord over de positie van Nederland als zwaar van export van eigen agrigrondstoffen afhankelijk land. Terwijl we vroeger varkensvlees, melk en room leverden voor in Franse worst, camembert en brie, loopt die positie terug door het keten- en voedselbeleid dat Frankrijk met zijn Etats généraux de l'alimentation heeft opgezet. Onze minister pleitte voor betere Europese faciliteiten om weers- (denk aan hagel die opstallen vernielen of buien die land onder water zetten) en dierziekterisico's (denk aan vogelgriep) van de smalle financiële schouders van boeren te halen. Tevens pleitte ze voor de vorming van gegroepeerde afzet van agrigrondstoffen.
Ze realiseert zich dat het budget voor het GLB krimpt ten gunste van immigratiebeleid en terrorismebestrijding. Ook maakt ze duidelijk het beleid van haar voorganger Van Dam voort te zetten: minder directe steun aan individuele boeren om hun vanuit het verleden verworven posities te ondersteunen.
Frankrijk en Nederland hebben heel ongelijke belangen in de EU. Nederland moet zo'n tweederde van zijn product als grondstof kwijt aan buurlanden en, als het daar niet kan worden verkocht, aan landen buiten de EU. Frankrijk heeft een beleid om 100% van zijn eigen productie te verwerken en als eindproduct in eigen land en het buitenland met meer- en merkwaarde te verkopen. De minister hield dat taboe - het druist feitelijk in tegen de principes van vrij grondstoffenverkeer waarop de EU is gebaseerd - in de coulissen bij haar eerste gesprek met de Fransen die in Europa op dit moment op het terrein van landbouw, financiën, energie en klimaat de leiding nemen in Europa met steun van de in eigen land nog formerende en daarom rustig opererende Angela Merkel.
In Nederland reorganiseert inmiddels de detailhandel de boerenketen. Dat is een kolfje naar de Franse hand. Het enige probleem is dat Nederlandse boeren maar voor een klein deel in eigen, Nederlandse ketens passen omdat onze boeren en tuinders in vrijwel alle sectoren 70% of nog veel meer (eieren, kasgroenten) moeten exporteren; geen enkele ander land ter wereld doet Nederland dat na. Onze Europese buren kiezen net als Frankrijk steeds vaker voor hun eigen boeren. Het dilemma dat daardoor in de open markt voor agriproducten in de EU ontstaat zal - naar mijn verwachting - in de komende jaren de verhoudingen tussen de Europese landen juist op het gebied van landbouw nogal veranderen. Nederland heeft een ongunstige uitgangspositie omdat ons land het sterkst exportafhankelijk is van primair product dat als grondstof de grens over moet, maar nu eenmaal weinig bijzondere toegevoegde waarde heeft. Het geld wordt verdiend met het product zoals het netjes in een netje, zakje, doosje of andere verpakking met een (huis)merk in het schap ligt, kan worden afgehaald of thuisbezorgd.