Toch kan het wel. Goed gekozen woorden vinden hun ingang. De Bucklerlul (Y. van 't Hek) was na 1 avondje een feit. De plofkip (W.Klootwijk) deed er iets langer over, maar burgerde snel in. Ze drukken iets uit wat leeft en waar het juiste woord nog niet voor bestaat.
Nu het stof van het persbericht van de NGO's is opgetrokken kunnen we het er rustig over hebben. Welke woorden drukken uit wat er leeft onder mensen en sluiten nog aan bij de feiten ook?
De volgende zijn afgeleid voor alle teelt (plantaardige en dierlijke) uit ons eerdere lijntje. De
- intensieve versus extensieve teelt (D. Veerman: droog en zonder emotie)
- plofferij versus boerderij (W. Klootwijk: heldere volkse taal over efficient vs ouderwets)
- fabriek versus boerderij (L. Kruijff: romantisch)
- agro-industrie vs bio-industrie (N. Trachet: onbeschaamd realistisch over efficiency met en zonder bio-label)
Conclusie: de romantici die voor de fabriek/boerderij-kip benaming kiezen zijn hier toch wel in de meerderheid.