De betrokkenheid van Nederlanders op het gebied van voedsel en de invloed op het klimaat is groot. 63% van de consumenten realiseert zich dat hun keuze voor bepaald eten gevolgen heeft voor het klimaat. Twee van de vijf Nederlanders heeft zelfs meer geld over voor milieuvriendelijke producten. Deze groep blijft stabiel, ondanks de huidige economische teruggang.
Misverstanden
Nederlandse consumenten hebben steeds meer belangstelling voor onderwerpen als milieu, dierenwelzijn en eerlijke handel, in relatie tot eten. In de winkel is het echter lastig om bewust keuzes te maken over deze onderwerpen, omdat informatie hierover vaak ontbreekt. Daardoor zijn consumenten veelal aangewezen op hun eigen inschattingen en algemene kennis. En daar gaat het nog wel eens mis. Opvallend is het verschil tussen zaken waar mensen ‘spontaan’ aan denken, en wat ze aankruisen bij meerkeuzevragen. Bij meerkeuzevragen over klimaatbelasting van hun eten en wat zij daaraan zelf kunnen doen, kruisen ze zaken aan als verpakking en zuinig omgaan met eten. Maar bij open vragen vergeten consumenten belangrijke zaken te noemen die ook van invloed zijn zoals de productiewijze, transport of de bereidingswijze.
Nederlanders denken spontaan bij de begrippencombinatie ‘eten en milieu’ aan:
- 13% biologisch (voedsel)
- 12% (zonder) bestrijdingsmiddelen/onbespoten
- 10% CO2/uitlaatgassen/luchtvervuiling
- 7% milieubewust/milieuvriendelijk
- 6% gescheiden afval
- 4% kunstmest
- 4% broeikaseffect/ozonlaag/klimaatverandering
Elementen waaraan consumenten dus voorbijgaan, zijn de bewaarmethode en de bereidingswijze, terwijl die wel degelijk van invloed zijn.
Uit het Motivaction-onderzoek blijkt dat 63% van de Nederlanders niet aan een product kan zien of het belastend is voor het klimaat. Daardoor kunnen ze er ook geen rekening mee houden. Slechts 14% doet dat op dit moment wel. Andere belangrijke informatiebronnen die consumenten raadplegen over eten zijn kritische televisieprogramma’s als Radar en Kassa (47%), belangenorganisaties als Consumentenbond en Voedingscentrum (32%) en de supermarkt (31%), zo blijkt uit het onderzoek.
Als er één overkoepelend keurmerk zou zijn voor diervriendelijke, milieuvriendelijke en eerlijke producten (fairtrade), dan zou ongeveer tweederde van de Nederlanders daar wel op letten.
Signaal
“Dit is voor ons een duidelijk signaal dat aan de informatievoorziening over klimaatbelasting van ons eten het nodige kan worden verbeterd, en dat consumenten daar ook op zitten te wachten,” zegt Wouter Rosekrans, projectmanager voedselkwaliteit bij het Voedingscentrum. “Het Voedingscentrum heeft als taak om consumenten objectieve informatie te geven over eten, zodat ze bewust een keuze kunnen maken. Dat geldt bij onderwerpen als voedingswaarde, dierenwelzijn, maar ook bij onderwerpen als de productiewijze en klimaatbelasting.”
Campagne
Het Voedingscentrum lanceert binnenkort een campagne om het bewustzijn van consumenten te vergroten over eten en klimaat.
Over het onderzoek
Het onderzoek is gehouden onder een representatieve groep Nederlanders in de leeftijd van 18-65 jaar. 1.024 respondenten vulden een online vragenlijst in.
Voedingscentrum – eerlijk over eten
Gezond, lekker en bewust eten is belangrijk in onze samenleving. Elke Nederlander kan met al zijn vragen hierover terecht bij een onafhankelijke organisatie: Stichting Voedingscentrum Nederland. Het Voedingscentrum wordt gefinancierd door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om wetenschappelijk verantwoorde, eerlijke informatie te geven over gezonde en veilige voeding en voedselkwaliteit.
bron: persbericht Voedingscentrum
Op 28 mei werd door Dick aangegeven dat het productschap tuinbouw bepaalde informatie niet vrijmaakt. Wat het PT en het ministerie van landbouw hebben gefinancierd in de afgelopen twee jaar is de ontwikkeling van een protocol waarmee van cradle to gate (retail) de broeikasgasemissies van tuinbouwproducten berekend kunnen worden. Dit protocol willen wij graag internationaal erkend zien, want wie zegt dat in Nw Zeeland geproduceerd fruit gunstiger op BroeiKasGas-emissie scoort dan Brits fruit? Welk protocol gebruikt Tesco om dit te berekenen? En wanneer heeft Tesco dit berekent, toen de appeltjes al heel lang in de koeling lagen?
Voor het verkrijgen van dit protocol hebben we cases gebruikt waaronder inderdaad ook biologische producten die er soms beter en soms minder goed uitkomen afhankelijk bijvoorbeeld van de periode van het seizoen dat er geoogst werd. Door de ontwikkeling van dit protocol is inzicht gekregen in de complexiteit om emissieberekeningen uit te voeren van tuinbouwproducten. Maar met voldoende cases en ervaringen is daar wel een slag in te slaan. Ik ben er ook van overtuigd dat het terugdringen van BKG emissie i.v.m. klimaatverandering internationaal een steeds belangrijker issue wordt samen met behoud van de biodiversiteit en onze waterfootprint.
Het protocol wat nu ontwikkeld is, is omgezet in een demotool dat op dinsdag 23 juni bij het PT met ondernemers uit de tuinbouwketen gelanceerd wordt. De bedoeling is dat gebruikers in staat zijn om op bedrijfsniveau en in de keten BKG emissie berekeningen uit te voeren. Op die manier kun je met verschillende scenario?s werken om de kijken wat nu echt effect kan hebben op de BKG uitstoot van jouw product. Natuurlijk zijn er grote verschillen te zien tussen kasproducten en producten van de vollegrond. De essentie echter is dat ondernemers voor beide producten de emissie naar beneden kan gaan brengen en tja, hoe dat dan uiteindelijk te verkopen aan de consument, daar zijn vele wegen voor. Tesco op dit moment eist bijvoorbeeld van sommige leveranciers dat zij hun BKG uitstoot met 50% in 2011 terug moeten brengen. Vervolgens verkopen zij dit in een boodschap naar de consument.
En ik ga voor de plofkip. Kippen gevoerd met biologisch geproduceerd graan vind ik wel heel erg decadent.