Kleine beetjes helpen
Ze hopen zo mensen vaker een 'vleesvrije' dag te laten inlassen. Want waar 1 persoon die 1 dag geen vlees eet maar een klein beetje helpt (zie de calculator op worldmeatfreeday.com), lopen de besparingen al snel op bij een gezin, schoolklas, bedrijf of stadion vol voetbalsupporters. De veeteelt is namelijk verantwoordelijk voor een geschatte 14,5% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Het is een van de belangrijkste oorzaken van ontbossing en de klimaatverandering. Met het vooruitzicht dat de bevolking in 2050 uit zo’n 9 miljard mensen zal bestaan, is het onmogelijk om zoveel vlees te blijven eten als we nu doen, benadrukt het Amerikaanse Treehugger.
Vleesobsessie
De westerse vleeseetgewoontes zullen dus moeten veranderen. Dat lijkt in Europa al wel redelijk te lukken, gezien de groeiende aantallen flexitariërs en vego's. Maar in de VS is het eten van vlees zo 'ingebakken' dat vleesminderen bijna onbespreekbaar is. De Amerikaanse journalist Marta Zaraska ging op zoek naar een verklaring voor de Amerikaanse vleesobsessie. Ze schreef er een boek over: Meathooked: The History and Science of Our 2.5-Million- Year Obsession with Meat.
Volgens Zaraska is onze obsessie voor vlees mogelijk terug te voeren op een biologische basis. Uit tweelingstudies blijkt dat de voorkeur voor vlees erfelijk is en dat er dus mogelijk een genetische component is. Er is ook ontdekt dat een bepaald type honger alleen gestild kan worden met eiwitten, en niet met koolhydraten of groenten. Die eiwitten kun je natuurlijk uit vlees halen, maar evengoed uit pindakaas, linzen of bonen.
Sociaal verband
Zaraska oppert nog een andere mogelijkheid: misschien eten we wel vlees omdat dat onze sociale verbanden versterkte. Het delen van vlees gaat al 2,5 miljoen jaar terug. Volgens paleoantropologen was jagen voor onze verre voorouders niet alleen een manier om voedsel te vinden - dat kon immers gemakkelijker en met minder risico's door plantaardig eten te verzamelen - maar een manier om bondgenootschappen te vormen en banden met anderen te versterken. De mens is een sociaal dier, en vlees was het oorspronkelijke 'sociale wisselgeld'.
Vanuit dat oogpunt is vleesminderen ook een sociale inspanning. Want daar wordt niet alleen de (westerse) mens, maar ook de wereld beter van.
Ik citeer:
Zaraska oppert nog een andere mogelijkheid: misschien eten we wel vlees omdat dat onze sociale verbanden versterkte. (..)Volgens paleoantropologen was jagen voor onze verre voorouders niet alleen een manier om voedsel te vinden - dat kon immers gemakkelijker en met minder risico's door plantaardig eten te verzamelen - maar een manier om bondgenootschappen te vormen en banden met anderen te versterken.
Dit is precies de reden waarom ik denk dat veel sociale wetenschap quatsch is (enkele uitzonderingen zoals Marvin Harris daargelaten). Deze theorie verklaart natuurlijk precies nix. Waarom waren die bondgenootschappen zo belangrijk? En waarom vormden we die door vlees te delen (terwijl bessen delen net zo sociaal is). Vlees delen heeft pas zin, als de ontvanger ook waarde hecht aan dat vlees. Delen kan dus nooit de oorzaak zijn van voorliefde voor vlees. Die voorliefde was er eerst.
Het is veel logischer dat het precies omgekeerd is: we vormden bondgenootschappen om samen vlees te vangen. Dan hebben die bondgenootschappen zin: Wolven zijn ook heel sociaal.
Delen kan ook praktische solidariteit zijn: Ik geef jou vandaag een stuk van het hert dat ik heb gevangen, omdat jij mij verleden week een stuk gaf van het wild-zwijn dat jij ving. En wie weet vang jij volgende week ook weer iets.