Deze week leveren wij PLUS voor het laatst eieren, omdat Plus wil stoppen met scharreleieren en alleen nog maar eieren van kippen met buitenuitloop wil verkopen. Dus ook hun huismerkeieren worden van deze 'uitloop' eieren. Wij zijn hier natuurlijk niet blij mee, omdat we er een goede klant door kwijtraken. Maar ook voor de gehele pluimveesector is dit geen goede zaak, omdat de risico's steeds groter worder als er steeds meer kippen buiten lopen. Wij vinden dit blind insteken op slechts één duurzaamheidsaspect nl. welzijn, zonder oog te hebben voor andere duurzaamheidsaspecten (voor kip en mens, dioxine, overbemesting, uitloop, hygiëne). Bovendien moet de vraag gesteld worden of kippen buiten wel zoveel beter af zijn in ons Nederlands klimaat. Kippen hebben van nature een afkeer van de meestal open vlaktes naast de stallen. Ze voelen zich daar onbeschermd tegen roofvogels en vossen. De meeste kippen blijven daarom liever binnen. Afgelopen jaar zijn er verschillende bedrijven met uitloop geruimd vanwege (laag) pathogene vogelgriep. Onder het mom van dierwelzijn, wordt de bal op de stip gelegd voor de zinloze verspilling van leven en kostbare dierstapels. Bovendien heeft dit grote gevolgen voor de rest van de pluimveesector vanwege grenssluitingen voor broedeieren.
Ik had gehoopt dat retailers meer verantwoordde keuzes zouden maken en niet blind willen scoren bij de 'nietswetende' consument.
Daar sta je dus als consument van PLUS. Het lekkere verse ei verdwijnt en wordt vervangen door een stressei van een durfal buitenkip.
Een onbevestigde bron meldde dat onder het GIJS-merk binnenkort vrije uitloopeieren zullen worden geleverd. Het zijn echter dezelfde als de huismerkeieren, ingekocht bij dezelfde groothandel. Het enige verschil is de foto van 2 boeren op de verpakking. De foto krijgt u er bij het huismerk niet bij. Bij Gijs wel. En dat mag wel wat wel meer kosten. Toch?
Op de foto: vrije uitloopboer Klaas Piel, de nieuwe leverancier van het GIJS-ei, fotocredits: staphorstvanalles
De GIJS-eieren van Piel worden via o.m. de firma Van Beek ook aan Unilever geleverd. Dat bedrijf is reeds sinds 2010 voor zijn sauzen, mayonaises en dressings volledig over op vrije uitloop eieren en koopt die in op de Nederlandse markt.
Door tijdgebrek (bachelor-scriptie tijd en andere onderwijstaken) heb ik nog niet uitgebreid kunnen ingaan op o.a de reacties/vragen/stellingen van Dick Veerman en Jopie Duijnhouwer, al verdienen die wel een serieus antwoord, maar wil ik toch hier even kort (lol) reageren op hetgeen Jan Pieter van Doorn in zijn laatste reactie naar voren brengt.
Vergelijkbare vragen worden eigenlijk ook al enige jaren tijdens diverse werkcolleges door mijn studenten gesteld (en niet per se door de vegetariërs onder hen) in het vak Diergeneeskunde en Samenleving. Ik denk dat dit vragen zijn die een nationaal debat waardig zijn. Ze zijn misschien nog wel belangrijker dan bijvoorbeeld ons nationale debat over kernenergie, omdat landbouw en veeteelt zoveel (meer) impact hebben op ons (cultuur) landschap, landgebruik , het milieu en de volksgezondheid. De kernvraag is, denk ik, of wij , de ' bv NL' , willen/moeten doorgaan met een agrarische productie die onze zelfvoorzieningsgraad vele malen overstijgt. Het ja of nee op deze vraag is in feite bepalend voor alle verdere consequenties. Kiezen ' we' voor nee, dan zullen de scenario's heel anders zijn dan indien 'we' kiezen voor ja.
De keuze voor ja zal door onvermijdelijke economische wetmatigheden leiden tot het pad van de nog verdergaande schaalvergroting. Daarbij past een out of the box denken, omdat Jan Pieter terecht opmerkt dat de grenzen van de huidige veehouderijsystemen bereikt zijn (zo niet overschreden). Een vlucht naar voren, zo men wil, kan alleen succesvol zijn als de huidige wijze van dierhouden wordt verlaten en vervangen door iets geheel nieuws. Dat was ook het punt wat ik trachtte te maken door mijn verwijzing naar Winnie Maas en de Denen. Megastallen als opgepompte versies van wat we nu hebben zal, vrees ik, leiden tot rampspoed, omdat wat we nu hebben in allerlei opzichten tamelijk ontoereikend is. Dit, zowel uit welzijnstechnisch als uit veterinair-hygienisch oogpunt (en waarschijnlijk ook uit ethisch en esthetisch oogpunt). Alleen met een geheel nieuwe benadering en uitvoering van intensieve veehouderij kan een en ander in alle opzichten duurzaam worden
De keuze voor nee, brengt met zich mee, dat de weg open ligt voor de meer Anton Pieck-achtige varianten. Dit vergt evenwel, een sociaal plan om de kaalslag onder onze veehouders op te vangen, alsmede de voortdurende bereidheid van de consument om wezenlijk meer voor hun voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong te betalen. Vooral door de twijfels aan de bereidheid van consumenten om nu eindelijk eens een eerlijke prijs te betalen vrees ik met grote vreze.