Het persbericht zegt:
NVV en LTO hebben vandaag geen akkoord bereikt met Sharon Dijksma over de crisis in de varkenshouderij. ‘Het was een pittig gesprek’, zeggen NVV-voorzitter Ingrid Jansen waarnemend voorzitter Eric Douma van LTO Varkenshouderij.
Dijksma is bereid te kijken naar het verlagen van de keuringskosten, maar heeft aangegeven niet te willen tornen aan het terugdraaien van regels, die de Nederlandse varkenshouders de laatste jaren op enorme kosten hebben gejaagd.
'Wij gaan het gesprek nu terugkoppelen met onze leden. Met de leden zullen wij bepalen of wij ons neerleggen bij de uitkomsten van het gesprek en of we acties gaan voeren en zo ja, hoe we dat gaan doen. De leden hebben daarin het laatste woord’, aldus Jansen en Douma.
Minder varkenshouders
Volgens Dijksma moet onder ogen worden gezien dat er niet meer varkenshouders bij moeten komen in Europa, met nog meer varkens. Dat zou de opbrengsten verder verminderen.
Jansen en Douma benadrukken dat in het vitaleringsplan, waarin de Producenten Organisatie Varkenshouderij sinds enkele maanden samenwerkt met het ministerie van Economische
Zaken en Rabobank, serieus gekeken wordt naar het reguleren van het aanbod.
'Dit is lange termijn, waarmee we sowieso doorgaan, dat neemt niet weg dat er op korte termijn oplossingen moeten komen voor onze varkenshouders. En daar heeft Dijksma geen
toezeggingen over gedaan. We gaan nu overleggen met onze leden wat onze volgende stap zal zijn.'
Volgens De Telegraaf formuleerde de staatsscretaris haar standpunt nadrukkelijker dan de NVV en LTO het weergeven. De krant citeert haar als volgt:
„Er wordt gewoon te veel varkensvlees geproduceerd, niet alleen in Nederland", zegt ze. Dat probleem speelde volgens haar al voor de Russische boycot. „Het wegvallen van de Russische markt heeft het probleem alleen maar versneld", stelt de PvdA-bewindsvrouw. Zij wijst er bovendien op dat er ook problemen zijn in landen die varkenshouders geen extra kosten opleggen. „We produceren gewoon te veel", herhaalt ze.
Het lijkt erop dat de boerenbestuurders dat nieuws voorzichtig aan hun achterbannen proberen te vertellen.
Toegevoegd 27 augustus 12.00h (zie commentaar #31) deze kostprijs grafiek vanaf pig333 om de commercieel-economische discussie feitelijk te houden:
Op basis van Eurostat-gegevens is de EU van een zelfvoorzieningsgraad van 105 (1990) naar 114 (2014, een historical high) gegaan. Op die top in 2014 wil de top even niet meer weg naar Rusland. Dat excedent blijkt niet het gevolg van onze Russische exporten, maar de oorzaak. (onderaan de grafiek is een complete datasheet te downloaden).
Fotocredits: Sharon Dijksma, PvdA
Mark, niet alleen de waardendiscussie met consumenten, maar ook die met omwonenden is niet meer te stoppen. In die waardendiscussie dienen eindelijk ook een keer de externalisaties,
de op de maatschappij afgewentelde overlast en kosten, geïncludeerd te worden.
Zelfs in de laatste "integrale" kosten/batenberekeningen van het LEI schitteren bijvoorbeeld de kosten van zoönosen als de varkenspest - die bijna 3 miljard gulden kostte - nog steeds door afwezigheid. Ook MRSA en Hepatitis E verhogen (zorg)kosten.
Gebrek aan koopkrachtige onderzoeksvraag voor onwelgevallige issues, meldde Krijn Poppe.
Misschien wordt het toch een keer tijd om de realiteit onder ogen te zien en een écht volledig integraal kosten/baten plaatje op te stellen voor de sector?
"Deze (.... milieu-) kosten zijn terug te voeren op de hoge veebezetting en het gebrek aan grond om voer te produceren en verantwoorde afzet van mest in combinatie met de hoge bevolkingsdichtheid. Je kunt het ook omdraaien: juist doordat de veehouderij in Nederland meent zoveel dieren te kunnen houden in een land met zo veel inwoners en zo weinig grond (noodzakelijk voor een gezonde kringloop), roept de sector deze ‘hoge milieukosten’ in feite over zichzelf af."
Nog dit jaar kostte de varkensgriep meer dan 1.600 doden in India.
De hoge concentraties van varkens, kippen en mensen, dicht op elkaar, zeker in regio's als de Peel vergroot de kans dat griepvirussen ook in Nederland muteren tot voor de mens gevaarlijke.
Onder andere om die reden adviseert de GGD een minimale afstand van een kilometer tussen varkens- en kippenstallen, en van 250 tot 1.000 meter tussen stallen en woningen.
Het zou nuttig zijn om daar bij helaas onontkoombare saneringen rekening mee te houden.