Europese visministers onder wie Carola Schouten willen dat tolerantiemarges voor de vangsthoeveelheid gaan gelden voor overkoepelende soorten vis. Het wordt dan bijvoorbeeld 30 ton ‘tonijn’, in plaats van 15 ton skipjacktonijn, 10 ton geelvintonijn en 5 ton grootoogtonijn. Deze veel grovere manier van categoriseren van de vangst maakt het voor zeebiologen onmogelijk om nog te kunnen inschatten hoe veelvoorkomend iedere soort vis is. Daarmee wordt beleid maken over toegestane vangst per soort en het voorkómen van uitsterven van soorten ook gedwarsboomd.