Hoewel de voedselinflatie de prijzen van levensmiddelen snel omhoog jaagt, blijven Nederlandse consumenten trouw aan hun voorkeursupermarkten. Dat blijkt uit cijfers van ABN Amro. De bank bracht de pinbestedingen van zijn particuliere klanten in kaart.
Sinds 2018 bezoekt een Nederlandse consument gemiddeld drie supermarktformules per maand (de zogeheten primaire, secundaire en tertiaire winkels). In die klantentrouw is (nog) geen wijziging waar te nemen, ondanks het feit dat de foodinflatie dit jaar elke maand versnelt (van 5,3% in januari tot 8,5% in april). Naar verwachting komt de voedselinflatie over het hele jaar uit op 6,4%. Op grond van die stijging is de verwachting dat klanten vaker boodschappen gaan doen bij discountformules. Op basis van de door ABN Amro onderzochte geanonimiseerde pintransacties blijken consumenten echter nog niet van hoofdsupermarkt te veranderen.

Over eventuele verschuivingen bínnen de bestedingen van de consumenten bij hun vaste supermarkten zeggen de ABN Amro-cijfers niets, aldus Distrifood. Eerder GfK-onderzoek lijkt er wel op te wijzen dat klanten een groter deel van hun budget besteden bij de prijsfomules en bovendien vaker kiezen voor huismerken in plaats van A-merken. "Als we alles optellen, zien we dat bij het marktaandeel onder supermarkten discount in de eerste drie periodes van dit jaar in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar op een index van 103 zit en servicesupermarkten op 99," zei GfK-onderzoeker Norman Buysse daar onlangs over.

De pintransactiecijfers lieten nog eens zien dat consumenten tijdens de coronapandemie méér gingen besteden in de supermarkten. Vooral mensen uit de hogere inkomensgroepen, die normaliter vaker uit eten gaan, konden dat tijdens de lockdowns niet omdat de horeca nu eenmaal dicht was. Deze groep blijkt vooral in de feestmaand december flink - luxe - boodschappen te hebben gedaan, aldus De Telegraaf.