De Waddenzee barst dit jaar van de jonge mosselen. Naar schatting is het aantal mosselbanken verdubbeld. Er blijkt 4000 hectare aan mosselbanken bijgekomen op de droogvallende platen van de Waddenzee, aldus de NOS. De broedval, de komst van piepjonge mosselen, zou volgens experts de beste zijn sinds 1987. De exacte oorzaak blijft onduidelijk, de ecologische gevolgen voor zowel vogels als het gehele ecosysteem zijn positief.
Bruno Ens, voormalig vogelonderzoeker en nu verbonden aan het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ), ontdekte de enorme velden jonge mosselen eerder dit jaar op droogvallende platen rondom Texel, schrijft Trouw. Zelfs op nieuwe zandige natuurgebieden, zoals bij de Prins Hendrikzanddijk, vonden de mossellarven een plekje om zich te vestigen. Deze larven, slechts millimeters groot, hebben zich ontwikkeld tot schelpjes waar verschillende diersoorten van profiteren. De laatste keer dat Ens zulke gigantische hoeveelheden jonge mosseltjes in de Waddenzee had gezien, was in de zomer van 1987 na 2 Elfstedenwinters, vertelt hij de krant.
Daarna braken er tijden aan met langdurige spanningen tussen vissers en milieuorganisaties tot het zogeheten 'Mosselconvenant' van 2008. Begin jaren '90 leidde overbevissing van drooggevallen mosselzaadbanken in de Waddenzee tot voedseltekorten voor vogels en massale sterfte. Sindsdien was er af en toe nog wel een goed jaar, maar nooit zo goed als dit, aldus Ens.
Luxeprobleem
Bioloog Allert Bijleveld, die bij het NIOZ een jaarlijks onderzoek naar bodemdieren in de Waddenzee coördineert, heeft zelfs een luxeprobleem: de enorme hoeveelheden mosselen hebben geleid tot ruimtegebrek in de laboratoria. Sinds 2008 trekt elk jaar een groep onderzoekers alle droogvallende stukjes van het Nederlandse wad over en steken ze elke 500 meter een monster uit de bodem. Die monsters worden nu uitgeplozen. Ook voor de nonnetjes, een eendensoort, was het een goed jaar. Voor vogels zoals de kanoet, die kleine schelpen kraken en eten, vormen de jonge mosselen dit jaar een overvloedige voedselbron. Andere vogelsoorten profiteren pas later, wanneer de mosselen groter en vlezig genoeg zijn.
Het raadsel van de aanwas
Waarom een jaar goed kan zijn voor zowel schelpdieren als vissen, is al jaren onderdeel van onderzoek en blijft vooralsnog een raadsel. Wel zijn er verschillende theorieën over 'het raadsel van de aanwas'. Onderzoekers noemen de 'juiste samenloop van omstandigheden' als mogelijke verklaring, zoals een goede timing van voedsel en een lagere aanwezigheid van natuurlijke vijanden. Een theorie van Bijleveld suggereert dat strenge winters de broedval bevorderen, omdat garnalen - belangrijke mossellarveneters - dan langer wegblijven. Dit jaar was echter geen bijzonder koude winter. Ens zoekt de verklaring in het nattere weer, spuiende sluizen brachten hierdoor meer zoet water naar de Waddenzee, waardoor garnalen mogelijk minder actief waren.
Volgend jaar wordt pas duidelijk hoeveel van de nieuwe mosselbanken blijven bestaan. Stormen en winterse temperaturen kunnen de banken nog onder druk zetten. Daarnaast zijn veel mosselbanken tegenwoordig gemengd met Japanse oesters, die voor vogels ongeschikt zijn als voedsel. Dit maakt de situatie complex voor soorten zoals scholeksters, die afhankelijk zijn van mosselen. De onderzoekers zijn wel hoopvol, het biedt misschien wel een tijdelijke boost voor kwetsbare populaties. Ze noemen de ecologische winst fragiel.
Mosselpoep
Naast hun rol in het ecosysteem en als voedselbron voor vogels zijn mosselen ook waterzuiveraars. Rijkswaterstaat experimenteert sinds kort met het gebruik van mosselen om schadelijke stoffen uit het water van de Waddenzee te filteren. Mosselen staan erom bekend microplastics en andere stoffen uit het water te halen. Wat ze niet gebruiken, scheiden ze uit in hun poep. Onderzoekers bekijken nu of ze deze uitgescheiden stoffen - mogelijk gebonden aan sediment - geconcentreerd uit het water kunnen verwijderen om zo de waterkwaliteit te verbeteren.
Daarna braken er tijden aan met langdurige spanningen tussen vissers en milieuorganisaties tot het zogeheten 'Mosselconvenant' van 2008. Begin jaren '90 leidde overbevissing van drooggevallen mosselzaadbanken in de Waddenzee tot voedseltekorten voor vogels en massale sterfte. Sindsdien was er af en toe nog wel een goed jaar, maar nooit zo goed als dit, aldus Ens.
Luxeprobleem
Bioloog Allert Bijleveld, die bij het NIOZ een jaarlijks onderzoek naar bodemdieren in de Waddenzee coördineert, heeft zelfs een luxeprobleem: de enorme hoeveelheden mosselen hebben geleid tot ruimtegebrek in de laboratoria. Sinds 2008 trekt elk jaar een groep onderzoekers alle droogvallende stukjes van het Nederlandse wad over en steken ze elke 500 meter een monster uit de bodem. Die monsters worden nu uitgeplozen. Ook voor de nonnetjes, een eendensoort, was het een goed jaar. Voor vogels zoals de kanoet, die kleine schelpen kraken en eten, vormen de jonge mosselen dit jaar een overvloedige voedselbron. Andere vogelsoorten profiteren pas later, wanneer de mosselen groter en vlezig genoeg zijn.
Het raadsel van de aanwas
Waarom een jaar goed kan zijn voor zowel schelpdieren als vissen, is al jaren onderdeel van onderzoek en blijft vooralsnog een raadsel. Wel zijn er verschillende theorieën over 'het raadsel van de aanwas'. Onderzoekers noemen de 'juiste samenloop van omstandigheden' als mogelijke verklaring, zoals een goede timing van voedsel en een lagere aanwezigheid van natuurlijke vijanden. Een theorie van Bijleveld suggereert dat strenge winters de broedval bevorderen, omdat garnalen - belangrijke mossellarveneters - dan langer wegblijven. Dit jaar was echter geen bijzonder koude winter. Ens zoekt de verklaring in het nattere weer, spuiende sluizen brachten hierdoor meer zoet water naar de Waddenzee, waardoor garnalen mogelijk minder actief waren.
Volgend jaar wordt pas duidelijk hoeveel van de nieuwe mosselbanken blijven bestaan. Stormen en winterse temperaturen kunnen de banken nog onder druk zetten. Daarnaast zijn veel mosselbanken tegenwoordig gemengd met Japanse oesters, die voor vogels ongeschikt zijn als voedsel. Dit maakt de situatie complex voor soorten zoals scholeksters, die afhankelijk zijn van mosselen. De onderzoekers zijn wel hoopvol, het biedt misschien wel een tijdelijke boost voor kwetsbare populaties. Ze noemen de ecologische winst fragiel.
Mosselpoep
Naast hun rol in het ecosysteem en als voedselbron voor vogels zijn mosselen ook waterzuiveraars. Rijkswaterstaat experimenteert sinds kort met het gebruik van mosselen om schadelijke stoffen uit het water van de Waddenzee te filteren. Mosselen staan erom bekend microplastics en andere stoffen uit het water te halen. Wat ze niet gebruiken, scheiden ze uit in hun poep. Onderzoekers bekijken nu of ze deze uitgescheiden stoffen - mogelijk gebonden aan sediment - geconcentreerd uit het water kunnen verwijderen om zo de waterkwaliteit te verbeteren.