De klimaattop COP29 in Bakoe had vrijdag moeten eindigen. Zaterdag heerste nog altijd crisis omdat er geen zicht was op een akkoord. Voor het weekend werden de eerste paviljoens al afgebroken en vertrokken de eerste delegaties. Toch kwam het zaterdagavond op het nippertje nog tot een akkoord.
Na dagen van chaotische onderhandelingen is er in Bakoe alsnog een akkoord bereikt tijdens de klimaattop. Rijke landen, waaronder Nederland, beloven vanaf 2035 jaarlijks $300 miljard aan klimaatsteun te leveren. Daarmee werd een volledige mislukking van de top voorkomen, maar de uitkomst laat vooral zien hoe verdeeld de wereld blijft over klimaatverandering en wat de invloed is van Trump als nieuwe president van de VS.

Hoog spel om financiering
De gesprekken in Bakoe stonden van begin af aan in het teken van klimaatfinanciering. Kwetsbare landen, zoals kleine eilandstaten in het globale zuiden en de armste Afrikaanse landen, benadrukten hun dringende behoefte aan meer steun. Die hebben ze nodig om zich te beschermen tegen rampen zoals overstromingen en misoogsten, en om schone energie te ontwikkelen.

Hoewel er nu afspraken zijn over $300 miljard per jaar vanaf 2035, is dat slechts een fractie van de $1.300 miljard die volgens de ontwikkelingslanden en onderzoekers nodig is. Het extra geld moet bovendien niet alleen van rijke landen komen, maar ook van investeerders en het bedrijfsleven. “Die 300 miljard zijn een pleister op een gapende wond,” zei een Afrikaanse diplomaat na afloop.

Walk-out afgewend, maar frustratie blijft
Het akkoord kwam pas tot stand na een bijna-debacle. Zaterdagmiddag liepen de minst ontwikkelde landen en eilandstaten boos weg van de onderhandelingstafel. Ze voelden zich genegeerd door rijke landen, die volgens hen te weinig deden om hun beloftes concreet te maken. Vooral de eerdere voorstellen van $250 miljard veroorzaakten woede.

De verhoging naar $300 miljard en de toezegging om te onderzoeken hoe er in totaal $1.300 miljard beschikbaar kan komen, bracht de minst ontwikkelde landen en eilandstaten uiteindelijk terug. De frustratie blijft groot. Veel kwetsbare landen benadrukken dat er niet alleen meer geld nodig is, maar ook harde garanties dat het geld bij hen terechtkomt.

De wereld heeft tijd gekocht, maar de fundamentele vraag blijft: wie betaalt de prijs voor klimaatverandering?
Trump en olie: schaduw over de onderhandelingen
De verkiezing van Donald Trump als nieuwe Amerikaanse president wierp een schaduw over de gesprekken. Verwacht wordt dat de VS onder zijn bewind fors minder zullen bijdragen aan klimaatfinanciering, wat de druk op andere rijke landen vergroot.

Daar kwam bij dat gastland Azerbeidzjan geen gemakkelijke rol speelde. President Ilham Alijev noemde olie tijdens de top een “geschenk van God” en maakte Europese landen uit voor “neokoloniaal”. Dergelijke opmerkingen hielpen de toch al moeizame onderhandelingen niet vooruit.

Minimale vooruitgang
Hoewel het akkoord over klimaatfinanciering belangrijk is om het vertrouwen tussen landen te behouden, blijft de inhoud ervan mager. Zo bevat het slotdocument geen nieuwe afspraken over de beperking van broeikasgassen of het verminderen van fossiele brandstoffen. Vooral de golfstaten, met Saudi-Arabië voorop, blokkeerden dergelijke stappen.

Eurocommissaris Wopke Hoekstra, die zichzelf als bruggenbouwer presenteerde, kreeg kritiek voor zijn late voorstellen. Een beeld van hem bij een ingestorte brug ging viraal op sociale media, als symbool voor de falende onderhandelingen.

Opluchting én teleurstelling
Het akkoord voor de bühne in Bakoe voorkomt dat de internationale klimaatdiplomatie volledig vastloopt. De kloof tussen rijke en arme landen blijft levensgroot. Terwijl rijke landen opgelucht ademhalen, klinkt bij kwetsbare landen vooral teleurstelling. “Dit is niet het ambitieuze akkoord dat de wereld nodig heeft,” stelde een woordvoerder van de eilandstaten.

De volgende klimaattop vindt plaats in Belem, Brazilië. Daar zullen landen verder praten over verhoogde ambities en strengere doelen. De wereld heeft tijd gekocht, maar de fundamentele vraag blijft: wie betaalt de prijs voor klimaatverandering?