Amerikaanse consumenten geven nog altijd de voorkeur aan honing, bruine suiker en gewone suiker boven caloriearme of -vrije alternatieven zoals stevia, erythritol of aspartaam. Uit een nieuw onderzoek van de International Food Information Council (IFIC) blijkt zelfs dat de voorkeur voor calorierijke en 'natuurlijke' zoetstoffen sterker is dan ooit, ondanks de potentiële gezondheidsvoordelen van kunstmatige zoetstoffen. Dat heeft gevolgen voor de suikermindering door Amerikaanse consumenten. Die komt tot stilstand.
"We lopen tegen een muur aan als het gaat om suikerreductie en wat we daadwerkelijk bereiken in suikerconsumptie," zegt Kris Sollid, Senior Director of Research & Consumer Insights bij de International Food Information Council (IFIC) in FoodNavigator. "De trend laat zien dat Amerikanen nog steeds de voorkeur geven aan voedsel en dranken met calorierijke zoetstoffen boven producten met kunstmatige zoetstoffen." Dit gebeurt ondanks dat caloriearme en -vrije zoetstoffen kunnen helpen om de behoefte aan zoet te bevredigen met minder toegevoegde suiker.
Gezond versus veilig
IFIC ondervroeg 1.000 Amerikanen om te onderzoeken of de verschillende, soms tegenstrijdige, adviezen van internationale gezondheidsorganisaties, waaronder de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), invloed hebben op de suikerinname van Amerikanen. De gemiddelde Amerikaan voldoet nog steeds niet aan de WHO-aanbeveling om minder dan 10% van de calorieën uit toegevoegde suikers te halen. Hoewel zoetstoffen de suikerinname kunnen helpen verminderen, zijn er recentelijk rapporten verschenen over mogelijke gezondheidsrisico’s bij zoetstoffen zoals aspartaam (mogelijk kankerverwekkend) en erythritol.
"Amerikanen willen meer duidelijkheid in gezondheidsadviezen om weloverwogen keuzes te maken over wat ze eten en drinken, inclusief zoetstoffen," aldus Sollid. Opvallend is dat ze hun oordeel over de veiligheid van zoetstoffen in 42% van de gevallen baseren op eigen onderzoek, en niet direct op advies van gezondheidsexperts.
Meer dan de helft van de respondenten (56%) uit het IFIC-onderzoek gelooft dat kunstmatige zoetstoffen voor sommige mensen gezondheidsvoordelen kunnen bieden; 25% is het hier zelfs volledig mee eens. Dit resulteert in een voorkeur voor zoetstoffen: onder de Amerikaanse consumenten die meer zoetstoffen zijn gaan gebruiken, noemt 29% gewichtsbeheersing als motivatie. Daartegenover staat dat 31% van de Amerikanen die minder zoetstoffen zijn gaan gebruiken, dit doet vanwege zorgen over de veiligheid ervan.
Om te achterhalen of een product kunstmatige zoetstoffen bevat, kijkt de meerderheid (49%) van de respondenten naar de ingrediëntenlijst, raadpleegt 42% de voedingswaarde-informatie, zoekt 20% naar specifieke woorden, en 19% let op aanduidingen op de voorkant van de verpakking.
'Natuurlijk is gezonder en veiliger'
Het IFIC-onderzoek richtte zich ook op de voorkeuren van consumenten voor specifieke zoetstoffen. Het onderzoek bevestigde een sterke voorkeur voor 'natuurlijke' zoetstoffen, die vaak calorierijk zijn.
Zo scoort honing het hoogst op de 'consumptiewaarschijnlijkheidsschaal' met een score van 7,3 op 10, gevolgd door bruine suiker (6,6). Bij de laag- en nulcaloriezoetstoffen scoort stevia, afkomstig van planten, het hoogst met een score van 4,8, gevolgd door monk fruit (4,3). Kunstmatige zoetstoffen zoals xylitol en allulose scoren het laagst (elk 3,5), en erythritol en maltitol komen uit op 3,4. Minder bekende alternatieven, zoals allulose, zijn nog niet wijdverbreid; slechts 13% van de respondenten heeft er ooit van gehoord.
"Bij caloriearme en calorievrije zoetstoffen hebben stevia en monk fruit het voordeel dat ze als ‘natuurlijk’ worden gezien door consumenten, wat ze een reputatie geeft van gezonder en veiliger te zijn," concludeert Sollid.
Gezond versus veilig
IFIC ondervroeg 1.000 Amerikanen om te onderzoeken of de verschillende, soms tegenstrijdige, adviezen van internationale gezondheidsorganisaties, waaronder de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), invloed hebben op de suikerinname van Amerikanen. De gemiddelde Amerikaan voldoet nog steeds niet aan de WHO-aanbeveling om minder dan 10% van de calorieën uit toegevoegde suikers te halen. Hoewel zoetstoffen de suikerinname kunnen helpen verminderen, zijn er recentelijk rapporten verschenen over mogelijke gezondheidsrisico’s bij zoetstoffen zoals aspartaam (mogelijk kankerverwekkend) en erythritol.
"Amerikanen willen meer duidelijkheid in gezondheidsadviezen om weloverwogen keuzes te maken over wat ze eten en drinken, inclusief zoetstoffen," aldus Sollid. Opvallend is dat ze hun oordeel over de veiligheid van zoetstoffen in 42% van de gevallen baseren op eigen onderzoek, en niet direct op advies van gezondheidsexperts.
Meer dan de helft van de respondenten (56%) uit het IFIC-onderzoek gelooft dat kunstmatige zoetstoffen voor sommige mensen gezondheidsvoordelen kunnen bieden; 25% is het hier zelfs volledig mee eens. Dit resulteert in een voorkeur voor zoetstoffen: onder de Amerikaanse consumenten die meer zoetstoffen zijn gaan gebruiken, noemt 29% gewichtsbeheersing als motivatie. Daartegenover staat dat 31% van de Amerikanen die minder zoetstoffen zijn gaan gebruiken, dit doet vanwege zorgen over de veiligheid ervan.
Om te achterhalen of een product kunstmatige zoetstoffen bevat, kijkt de meerderheid (49%) van de respondenten naar de ingrediëntenlijst, raadpleegt 42% de voedingswaarde-informatie, zoekt 20% naar specifieke woorden, en 19% let op aanduidingen op de voorkant van de verpakking.
'Natuurlijk is gezonder en veiliger'
Het IFIC-onderzoek richtte zich ook op de voorkeuren van consumenten voor specifieke zoetstoffen. Het onderzoek bevestigde een sterke voorkeur voor 'natuurlijke' zoetstoffen, die vaak calorierijk zijn.
Zo scoort honing het hoogst op de 'consumptiewaarschijnlijkheidsschaal' met een score van 7,3 op 10, gevolgd door bruine suiker (6,6). Bij de laag- en nulcaloriezoetstoffen scoort stevia, afkomstig van planten, het hoogst met een score van 4,8, gevolgd door monk fruit (4,3). Kunstmatige zoetstoffen zoals xylitol en allulose scoren het laagst (elk 3,5), en erythritol en maltitol komen uit op 3,4. Minder bekende alternatieven, zoals allulose, zijn nog niet wijdverbreid; slechts 13% van de respondenten heeft er ooit van gehoord.
"Bij caloriearme en calorievrije zoetstoffen hebben stevia en monk fruit het voordeel dat ze als ‘natuurlijk’ worden gezien door consumenten, wat ze een reputatie geeft van gezonder en veiliger te zijn," concludeert Sollid.