In een prikkelend interview met de Volkskrant krijgt Ger Koopmans, voorzitter van LTO Nederland, stevig de wind van voren. Koopmans, die diep is geworteld in de gangbare landbouw, draait zich in de nesten door wat zijn interviewers zien als halsstarrige ontkenningen van bewezen feiten en de onwil van boeren om te veranderen.
Onder een indrukwekkende foto van een boos kijkende Koopmans ontwikkelt zich een steeds scherper gesprek met een onverschrokken man in een kort jack, die bijna in vechthouding staat. Door zijn harde en onverzettelijke opstelling in de tekst daaronder, positioneert de voorzitter van LTO Nederland - ooit een bolwerk van CDA'ers - zijn belangenvereniging als een soort Farmers Defence Force; zeg maar de PVV van de agrarische sector.
Waar de interviewers op zoek lijken naar een uitleg over het perspectief van LTO op de toekomst van de Nederlandse landbouw, gaat Koopmans de confrontatie aan met zijn gesprekspartners door de feitelijke bevindingen die ze hem voorleggen te ontkennen. Wat volgt, is een krachtmeting waarin de interviewers Koopmans zich als een rabiate radicaal bloot laten geven; ze laten hem bijten in alle aas die ze hem voorhouden.
Het interview begint scherp, met de journalisten die Koopmans confronteren met bevindingen over de falende technische innovaties die stikstofuitstoot zouden moeten verlagen. Zijn reactie is kort en krachtig en laat geen ruimte voor nuance. De vraag of de emissiearme stalvloeren die Nederlandse boeren in gebruik hebben genomen eigenlijk wel werken, kaatst hij terug:
“Bij een aantal stalsystemen daalde de stikstofuitstoot minder dan beloofd, maar hij daalde wel. Ik vind het wonderlijk dat de Raad van State die systemen dan volledig afkeurt. Want dan heb je dus helemaal geen verbetering meer.”
Dat feitelijke data van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en Wageningen UR - die voor een journalist autoriteiten zijn - aantonen dat sommige stalvloeren geen effect hadden, wuift hij weg: “Dat is niet waar.” Koopmans geeft geen verdere technische toelichting waarmee hij op zijn minst zijn deel van het gelijk had kunnen halen. Ook laat hij de juridische redenen onbesproken waarom de Raad van State de technische maatregelen afwijst. De Vogel- en Habitatrichtlijn laat geen onzekerheden toe, en omdat Nederland besloten heeft onzekerheid te wegen aan de hand van juridisch te strict vastgestelde stikstofnormen, ontbrak vooraf al manoeuvreerruimte. Met de opmerking dat een beter en minder juridisch ingestoken natuurbeleid een uitweg had kunnen bieden, had Koopmans kunnen scoren. Hij laat die kans echter liggen.
Naarmate het gesprek vordert, laten de journalisten steeds nadrukkelijker zien hoe vastbesloten Koopmans is om zich niet in een hoek te laten drukken. Op een opmerking dat vrijwillige maatregelen voor boeren zelden effectief zijn zonder druk vanuit de overheid, reageert hij defensief:
“Dus volgens jullie nemen boeren óf niet genoeg maatregelen, óf doen ze dat alleen als de wetgever hen daartoe dwingt. Wat doen jullie daar onaardig over. Ik vind dat echt onaardig.”
Zijn verdediging, dat de journalisten ‘onaardig’ zijn, doet niet ter zake. De journalisten willen weten vanuit welke visie LTO Nederland optreedt en hoe de organisatie omgaat met het beeld dat de samenleving van haar krijgt door de antwoorden die Koopmans geeft.
Bij vragen over de gevolgen van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) wordt het gesprek verder op scherp gezet. Koopmans, mede-bedenker van dit beleid dat Nederland komend voorjaar al zes jaar in een bouwcrisis houdt, beschrijft het als een succesverhaal:
“Sinds het PAS geïntroduceerd is, is de ammoniakuitstoot in Nederland flink verminderd. Mede door het PAS.”
Wanneer de journalisten tegenwerpen dat het PAS enkel de vergunningverlening bevorderde en niet het natuurherstel, reageert Koopmans door de verantwoordelijkheid bij de regering neer te leggen. Hij kiest zijn verdediging onhandig, aangezien het PAS in werking trad in 2015, terwijl de grote daling van de stikstofuitstoot het resultaat was van milieubeleid uit de tijd van de VVD-ministers Winsemius en Nijpels eind jaren '80 en '90.
Het PAS was een compromis omdat Nederlandse regeringen niet kozen tussen natuur, landbouw, wonen en industrie in Nederland. Koopmans laat dan ook een kans liggen door niet te wijzen op het gebrek aan die ruimtelijke ordeningskeuzes. Zo’n antwoord had de toon van het gesprek in een totaal andere richting kunnen sturen.
Rond het onderwerp mest zet Koopmans zijn harde toon in de overdrive. Hij gaat zover dat hij de verantwoordelijkheid voor het lot van boeren volledig naar zijn eigen kamp trekt, buiten de verantwoordelijkheid van de overheid. Merkwaardig, want de overheid is nu eenmaal verantwoordelijk voor de milieuwetgeving waaronder mesttoepassing valt en gaat hier al decennia onhandig polderend mee om. Op de vraag hoe hij dan wil omgaan met volle mestkelders en mogelijke mestfraude, geeft Koopmans slechts aan dat de boeren zelf een oplossing moeten komen. Uitpuilende mestkelders dwingen boeren tot illegaal handelen, maar Koopmans ontkent dat zoiets zelfs maar het geval zou kunnen zijn omdat hij er 'geen signalen' van heeft.
Het interview bood de Volkskrant de gelegenheid een portret te schetsen van LTO Nederland als een organisatie die zich hardnekkig vastklampt aan boerendenken uit de vorige eeuw. Koopmans positioneert LTO als een club die nadrukkelijk de vingers in de oren stopt voor kritiek op boeren, terwijl de ontstane situatie te verklaren valt en van daaruit nieuwe bruggen geslagen kunnen worden. Met de BBB in regering, was de Farmers Defence Force al stiller geworden in de afgelopen maanden. Met dit interview verdwijnt de relevantie van de FDF. LTO Nederland verdrukt de radicalen uit hun positie en neemt die zelf in.
Waar de interviewers op zoek lijken naar een uitleg over het perspectief van LTO op de toekomst van de Nederlandse landbouw, gaat Koopmans de confrontatie aan met zijn gesprekspartners door de feitelijke bevindingen die ze hem voorleggen te ontkennen. Wat volgt, is een krachtmeting waarin de interviewers Koopmans zich als een rabiate radicaal bloot laten geven; ze laten hem bijten in alle aas die ze hem voorhouden.
Het interview begint scherp, met de journalisten die Koopmans confronteren met bevindingen over de falende technische innovaties die stikstofuitstoot zouden moeten verlagen. Zijn reactie is kort en krachtig en laat geen ruimte voor nuance. De vraag of de emissiearme stalvloeren die Nederlandse boeren in gebruik hebben genomen eigenlijk wel werken, kaatst hij terug:
Dat feitelijke data van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en Wageningen UR - die voor een journalist autoriteiten zijn - aantonen dat sommige stalvloeren geen effect hadden, wuift hij weg: “Dat is niet waar.” Koopmans geeft geen verdere technische toelichting waarmee hij op zijn minst zijn deel van het gelijk had kunnen halen. Ook laat hij de juridische redenen onbesproken waarom de Raad van State de technische maatregelen afwijst. De Vogel- en Habitatrichtlijn laat geen onzekerheden toe, en omdat Nederland besloten heeft onzekerheid te wegen aan de hand van juridisch te strict vastgestelde stikstofnormen, ontbrak vooraf al manoeuvreerruimte. Met de opmerking dat een beter en minder juridisch ingestoken natuurbeleid een uitweg had kunnen bieden, had Koopmans kunnen scoren. Hij laat die kans echter liggen.
Naarmate het gesprek vordert, laten de journalisten steeds nadrukkelijker zien hoe vastbesloten Koopmans is om zich niet in een hoek te laten drukken. Op een opmerking dat vrijwillige maatregelen voor boeren zelden effectief zijn zonder druk vanuit de overheid, reageert hij defensief:
Zijn verdediging, dat de journalisten ‘onaardig’ zijn, doet niet ter zake. De journalisten willen weten vanuit welke visie LTO Nederland optreedt en hoe de organisatie omgaat met het beeld dat de samenleving van haar krijgt door de antwoorden die Koopmans geeft.
Bij vragen over de gevolgen van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) wordt het gesprek verder op scherp gezet. Koopmans, mede-bedenker van dit beleid dat Nederland komend voorjaar al zes jaar in een bouwcrisis houdt, beschrijft het als een succesverhaal:
Wanneer de journalisten tegenwerpen dat het PAS enkel de vergunningverlening bevorderde en niet het natuurherstel, reageert Koopmans door de verantwoordelijkheid bij de regering neer te leggen. Hij kiest zijn verdediging onhandig, aangezien het PAS in werking trad in 2015, terwijl de grote daling van de stikstofuitstoot het resultaat was van milieubeleid uit de tijd van de VVD-ministers Winsemius en Nijpels eind jaren '80 en '90.
Het PAS was een compromis omdat Nederlandse regeringen niet kozen tussen natuur, landbouw, wonen en industrie in Nederland. Koopmans laat dan ook een kans liggen door niet te wijzen op het gebrek aan die ruimtelijke ordeningskeuzes. Zo’n antwoord had de toon van het gesprek in een totaal andere richting kunnen sturen.
Rond het onderwerp mest zet Koopmans zijn harde toon in de overdrive. Hij gaat zover dat hij de verantwoordelijkheid voor het lot van boeren volledig naar zijn eigen kamp trekt, buiten de verantwoordelijkheid van de overheid. Merkwaardig, want de overheid is nu eenmaal verantwoordelijk voor de milieuwetgeving waaronder mesttoepassing valt en gaat hier al decennia onhandig polderend mee om. Op de vraag hoe hij dan wil omgaan met volle mestkelders en mogelijke mestfraude, geeft Koopmans slechts aan dat de boeren zelf een oplossing moeten komen. Uitpuilende mestkelders dwingen boeren tot illegaal handelen, maar Koopmans ontkent dat zoiets zelfs maar het geval zou kunnen zijn omdat hij er 'geen signalen' van heeft.
Het interview bood de Volkskrant de gelegenheid een portret te schetsen van LTO Nederland als een organisatie die zich hardnekkig vastklampt aan boerendenken uit de vorige eeuw. Koopmans positioneert LTO als een club die nadrukkelijk de vingers in de oren stopt voor kritiek op boeren, terwijl de ontstane situatie te verklaren valt en van daaruit nieuwe bruggen geslagen kunnen worden. Met de BBB in regering, was de Farmers Defence Force al stiller geworden in de afgelopen maanden. Met dit interview verdwijnt de relevantie van de FDF. LTO Nederland verdrukt de radicalen uit hun positie en neemt die zelf in.