Bijna 46 miljoen dieren in de Nederlandse vee-industrie gingen in 2023 dood, ver voordat ze het slachthuis bereikten, volgens een rapport van Wakker Dier. Deze dieren gingen dood door geboorteproblemen, ziekte, transportomstandigheden of omdat ze simpelweg economisch niet rendabel waren. “Dit betekent dus gigantisch veel dierenleed”, zegt Leonie Vestering van Wakker Dier.
De sterfte concentreerde zich vooral bij kippen en varkens: meer dan 39 miljoen kuikens en kippen en 6 miljoen varkens haalden het slachthuis niet. Een groot deel van de dieren sterft jong. Zo stierven vijf miljoen biggen in de varkensstallen. Zo'n 150.000 kalveren haalden hun eerste twee weken niet.

Morgen staat de kwestie op de Kameragenda, maar Wakker Dier heeft weinig hoop. Al in 2009 beloofde toenmalig landbouwminister Gerda Verburg om de biggensterfte aan te pakken, maar 15 jaar later is er weinig veranderd. Ook de huidige plannen van het kabinet bieden nauwelijks perspectief voor verbetering, ondanks de toezeggingen om toe te werken naar een “dierwaardige veehouderij”, stelt Wakker Dier.

Voedselverspilling
Naast dat het vroegtijdig sterven van dieren onnodig dierenleed met zich meebrengt, is dit ook een vorm van voedselverspilling. “En vleesverspilling gaat samen met een groot moreel ongemak”, zegt Toine Timmermans, onderzoeker aan de Wageningen Universiteit en leider van de coalitie ‘Samen tegen Voedselverspilling’ in de NRC. Het dier is namelijk voor niets gestorven.

Vleesverspilling gebeurt niet alleen voordat de dieren het slachthuis bereiken, maar vindt plaats door de hele voedselketen heen. In rijke landen, zoals in Nederland, wordt vlees vaak aan het einde van de voedselketen verspild, bijvoorbeeld in supermarkten of door consumenten thuis. Wereldwijd kwam in 2019 zo’n 77 miljoen ton vlees niet op de borden terecht, berekende en schatte de Duitse promovenda Juliane Klaura in haar onderzoek. Volgens haar komt dat overeen met het verlies van 18 miljard dierenlevens.

Hoewel dit aantal confronterend is, moet je er volgens Timmermans genuanceerder naar kijken: "Het tellen in dierenlevens wekt de suggestie dat er hele dieren worden weggegooid. Dat gebeurt zelden. In de moderne vleesindustrie wordt vrijwel elk deel van het dier benut. Nederlandse varkensoortjes worden geëxporteerd naar bijvoorbeeld China waar ze een delicatesse zijn.”

De industrie probeert verspilling steeds verder terug te dringen. Supermarkten hebben de verspilling van vlees al gehalveerd door beter voorraadbeheer en samenwerking met voedselbanken. Daarnaast zijn fabrikanten minder bang om woorden als ‘separatorvlees’ op de verpakking te zetten. Albert Heijn mengt sinds kort bijvoorbeeld eiwit uit runderbloed door het gehakt en vermeld dit prominent op de verpakking.

Dit jaar kwam de vleesindustrie voor het eerst met cijfers over de situatie in Nederland. Vooral veel rund- en kalfsvlees wordt vernietigd (21%), omdat een aantal delen van deze dieren door wet- en regelgeving zijn uitgesloten voor humane consumptie. De industrie stelt dat met andere regelgeving deze delen wel verwerkt zouden kunnen worden in diervoeder.

"Alle makkelijke dingen zijn nu gedaan", zegt Timmermans. De echte winst ligt volgens hem in minder vlees produceren. “Voedselzekerheid bereik je niet met meer productie. De winst zit in minder voedsel produceren en dat beter verdelen.”