De Britse supermarktketen Tesco belooft 'een revolutie in de strijd tegen voedselverspilling'. Tesco bouwde een eigen faciliteit die overtollig voedsel omzet in veevoer. Dat is in Nederland al lang geen revolutie meer, maar juist de de normaalste gang van zaken. Juist doordat wij reststromen omzetten in veevoer, daalde de voedselverspilling bij de Nederlandse supermarkten het afgelopen jaar naar 0,89% van het totale inkoopvolume.
Marktleider Tesco gaat samen met RenEco een grote nieuwe faciliteit te bouwen om zijn voedseloverschotten om te zetten in veevoer. De nieuwe locatie in Northamptonshire kan 1.000 ton voedseloverschotten per week verwerken tot pulp (brijvoer) of brokken (droogvoer). Het gaat vooral om bakkerijproducten en versproducten (voor vlees- en visoverschotten bestaat een apart proces dat naar petfood gaat). En dan nog houdt de faciliteit flink wat restcapaciteit over, want de Tescostroom zal zo'n 40% van de capaciteit benutten. Dat betekent dat er ruimte is voor de reststromen en overschotten van andere retailers en fabrikanten. Dit betekent dus doodgewoon dat supermarkt Tesco een veevoerfabriek is gestart en concurrenten en leveranciers uitnodigt daar hun restanten aan te leveren.
Een 'revolutie' noemt Tesco de nieuwe verwerkingsfaciliteit. Nog maar vorig jaar moest de supermarktketen met de billen bloot, toen bleek dat tienduizenden tonnen voedseloverschotten waarvan was aangegeven dat die gebruikt waren voor veevoer, in feite door Tesco's voormalige afvalpartner naar vergistingsinstallaties waren gestuurd. In plaats van de eerder gerapporteerde reductie van 45% voor het jaar 2022/23 ten opzichte van 2016/17 bleek de supermarktketen slechts 18% verspillingsreductie bereikt te hebben.
Daar komt bij dat vergisten volgens de Ladder van Moerman zo ongeveer het slechtste is wat je kunt doen om voedselverspilling te verminderen. De beste manier om voedselverspilling te verminderen, is voorkomen dat je goed voedsel weg moet gooien. Supermarkten doen dat bijvoorbeeld door producten die tegen de datum aan zijn met korting te verkopen.
De volgende stap is het verwaarden van mensenvoedsel tot diervoeder. In Nederland heeft zich de afgelopen decennia een bloeiende veevoersector ontwikkeld. Dankzij de korte afstanden in Nederland, grote levensmiddelenindustrie en intensieve dierhouderij hebben bedrijven als Nijsen en Duynie zich ontwikkeld tot gewaardeerde spelers in de circulaire voedselketen. Want als je voedselresten verbrandt, houd je er weliswaar energie aan over, maar als je het aan mensen (of dieren) kunt voeren, heeft dat nog veel meer waarde omdat je er onder meer landgebruik en CO2-uitstoot mee reduceert.
In Groot-Brittannië is de voedselketen minder geconcentreerd. Supermarktketens als Tesco moeten dus zelf aan de bak om hun voedselverspilling terug te dringen. Vandaar dat Tesco van een 'revolutie' durft te spreken en de overcapaciteit in de RenEco-faciliteit aanbiedt aan andere bedrijven. "Voedselverspilling is een wereldwijd probleem, dus we zijn voortdurend op zoek naar manieren waarop we dit in ons eigen bedrijf kunnen verminderen en anderen kunnen ondersteunen om dit ook in de bredere sector te doen”, aldus Claire Lorains, groepsdirecteur Kwaliteit en Duurzaamheid bij Tesco.
Wat Tesco’s nieuwe faciliteit vooral laat zien, is dat Groot-Brittannië nog in de beginfase staat van wat in Nederland al een gevestigd systeem is. Net vorige week maakten de Nederlandse supermarkten bekend dat hun totale voedselverspilling teruggebracht is tot 0,89% van hun inkoopvolume, een daling van 35% ten opzichte van de eerste meting in 2018. Dat is zonder de bijna 30 miljoen kilo brood en bakkerijproducten, die daadwerkelijk tot veevoer werden verwerkt.
Een 'revolutie' noemt Tesco de nieuwe verwerkingsfaciliteit. Nog maar vorig jaar moest de supermarktketen met de billen bloot, toen bleek dat tienduizenden tonnen voedseloverschotten waarvan was aangegeven dat die gebruikt waren voor veevoer, in feite door Tesco's voormalige afvalpartner naar vergistingsinstallaties waren gestuurd. In plaats van de eerder gerapporteerde reductie van 45% voor het jaar 2022/23 ten opzichte van 2016/17 bleek de supermarktketen slechts 18% verspillingsreductie bereikt te hebben.
Daar komt bij dat vergisten volgens de Ladder van Moerman zo ongeveer het slechtste is wat je kunt doen om voedselverspilling te verminderen. De beste manier om voedselverspilling te verminderen, is voorkomen dat je goed voedsel weg moet gooien. Supermarkten doen dat bijvoorbeeld door producten die tegen de datum aan zijn met korting te verkopen.
De volgende stap is het verwaarden van mensenvoedsel tot diervoeder. In Nederland heeft zich de afgelopen decennia een bloeiende veevoersector ontwikkeld. Dankzij de korte afstanden in Nederland, grote levensmiddelenindustrie en intensieve dierhouderij hebben bedrijven als Nijsen en Duynie zich ontwikkeld tot gewaardeerde spelers in de circulaire voedselketen. Want als je voedselresten verbrandt, houd je er weliswaar energie aan over, maar als je het aan mensen (of dieren) kunt voeren, heeft dat nog veel meer waarde omdat je er onder meer landgebruik en CO2-uitstoot mee reduceert.
In Groot-Brittannië is de voedselketen minder geconcentreerd. Supermarktketens als Tesco moeten dus zelf aan de bak om hun voedselverspilling terug te dringen. Vandaar dat Tesco van een 'revolutie' durft te spreken en de overcapaciteit in de RenEco-faciliteit aanbiedt aan andere bedrijven. "Voedselverspilling is een wereldwijd probleem, dus we zijn voortdurend op zoek naar manieren waarop we dit in ons eigen bedrijf kunnen verminderen en anderen kunnen ondersteunen om dit ook in de bredere sector te doen”, aldus Claire Lorains, groepsdirecteur Kwaliteit en Duurzaamheid bij Tesco.
Wat Tesco’s nieuwe faciliteit vooral laat zien, is dat Groot-Brittannië nog in de beginfase staat van wat in Nederland al een gevestigd systeem is. Net vorige week maakten de Nederlandse supermarkten bekend dat hun totale voedselverspilling teruggebracht is tot 0,89% van hun inkoopvolume, een daling van 35% ten opzichte van de eerste meting in 2018. Dat is zonder de bijna 30 miljoen kilo brood en bakkerijproducten, die daadwerkelijk tot veevoer werden verwerkt.