"Kosten voor huishoudens stijgen door de energietransitie komende tien jaar fors", schrijft De Telegraaf. Het gaat om zeker €400 per jaar, berekende vermogensbeheerder Carmignac. Maar als we nu niet investeren, krijgen we te maken met tientallen miljarden aan klimaatschade. Investeren móet, zegt Carmignac, ook al zit het politieke klimaat tegen.
Simpel gezegd komt het er op neer dat de energietransitie tot een jaarlijkse inflatie van 1,6% leidt. De overgang van fossiele energie naar schone energiebronnen als wind- en zonne-energie moet de temperatuurstijging op aarde beperken tot 1,5°C. De inflatie die dat met zich meebrengt, komt doordat de vraag naar grondstoffen als metalen, mineralen en geschoolde technici voor de productie van windturbines, batterijen, elektrische auto’s en zonnepanelen extra investeringen groeit, terwijl de prijs van fossiele brandstoffen tegelijk zal stijgen.
Hoofdeconoom Raphaël Gallardo van Carmignac verwacht dat de olieprijs ook bij een geslaagde energietransitie 20% per jaar zal stijgen. Producenten van fossiele brandstoffen zullen namelijk hun investeringen in de winning van olie en gas en het onderhoud van installaties afbouwen. Dat zal leiden tot een daling van de wereldwijde productie, zegt Gallardo in De Telegraaf. De olieprijs zal ook bij een goede afstemming van de opbouw van duurzame energiebronnen en afbouw van fossiele al 20% stijgen, voorspelt Gallardo. Dat veroorzaakt 0,8% van de inflatie die hij voorspelt.
Het begrip inflatie verwijst naar de algemene stijging van het prijsniveau van goederen en diensten in een economie over een langere periode, die wordt veroorzaakt door krapte van aanbod terwijl er genoeg geld in omloop is. Worden goederen of diensten te duur, dan gaan consumenten besparen of in koopstaking. Energie zullen ze blijven afnemen omdat ze er voor hun basislevensonderhoud van afhankelijk zijn. Wel zullen ze gaan consuminderen als hun huidige gebruik een te grote hap uit hun huishoudbudget gaat nemen. In de context van de energietransitie heeft Gallardo het specifiek over het duurder worden van energie door de dynamiek tussen de opbouw van duurzame energie en tegelijk in prijs stijgende fossiele energie.
Het gebruik van het woord 'inflatie' in deze context kan ten onterechte de indruk wekken dat deze prijsstijgingen ongezond of onwenselijk zijn voor de economie. Maar dat is niet zo volgens Gallardo, want nú investeren levert "voldoende goedkope, betrouwbare hernieuwbare energie" op. Doen we dat niet omdat in de politiek veel verzet bestaat tegen te grote investeringen in het klimaat en duurzame energievormen, dan worden we de komende decennia met aanzienlijk hogere economische kosten geconfronteerd waarschuwt hij.
'Ontwrichting economie'
Zonder investeringen nu is er "de komende tien jaar een langzamere stijging van de inflatie, maar daarna een permanente toestand van onstabiele klimaatpatronen” (denk aan extreme hitte en hevige overstromingen), voorspelt Gallardo. "Die patronen zullen de economie voortdurend ontwrichten, met veel hogere kosten voor de samenleving tot gevolg.” In de Telegraaf zegt Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde, dat we tot 2050 "circa €80 tot €175 miljard aan klimaatschade" kunnen verwachten.
Gallardo en Rotmans gaan ervan uit dat investeringen in klimaatvriendelijke energievormen net zoveel energie kunnen leveren als fossiele brandstoffen en mee kunnen groeien met de toekomstige groeiende vraag naar energie; er zijn vooraanstaande energie-experts die daar aan twijfelen. Ook gaan zij ervan uit dat de klimaatverandering die inmiddels merkbaar is, gestopt of gemitigeerd wordt door een versnelde transitie naar fossielvrije energie. Mogelijk is zeker dat laatste niet het geval; wetenschappelijk bestaat daar geen zekerheid over. Dat betekent dat de energie-inflatie door sterke schommelingen niet kan worden geremd door tijdige hernieuwbare energiebronnen op en fossiele af te bouwen. Wel zal onze afhankelijkheid van fossiele vraag van elders afnemen. En dat is een goede reden om onze fossiele behoeften omlaag te brengen.
Hoofdeconoom Raphaël Gallardo van Carmignac verwacht dat de olieprijs ook bij een geslaagde energietransitie 20% per jaar zal stijgen. Producenten van fossiele brandstoffen zullen namelijk hun investeringen in de winning van olie en gas en het onderhoud van installaties afbouwen. Dat zal leiden tot een daling van de wereldwijde productie, zegt Gallardo in De Telegraaf. De olieprijs zal ook bij een goede afstemming van de opbouw van duurzame energiebronnen en afbouw van fossiele al 20% stijgen, voorspelt Gallardo. Dat veroorzaakt 0,8% van de inflatie die hij voorspelt.
Het begrip inflatie verwijst naar de algemene stijging van het prijsniveau van goederen en diensten in een economie over een langere periode, die wordt veroorzaakt door krapte van aanbod terwijl er genoeg geld in omloop is. Worden goederen of diensten te duur, dan gaan consumenten besparen of in koopstaking. Energie zullen ze blijven afnemen omdat ze er voor hun basislevensonderhoud van afhankelijk zijn. Wel zullen ze gaan consuminderen als hun huidige gebruik een te grote hap uit hun huishoudbudget gaat nemen. In de context van de energietransitie heeft Gallardo het specifiek over het duurder worden van energie door de dynamiek tussen de opbouw van duurzame energie en tegelijk in prijs stijgende fossiele energie.
Het gebruik van het woord 'inflatie' in deze context kan ten onterechte de indruk wekken dat deze prijsstijgingen ongezond of onwenselijk zijn voor de economie. Maar dat is niet zo volgens Gallardo, want nú investeren levert "voldoende goedkope, betrouwbare hernieuwbare energie" op. Doen we dat niet omdat in de politiek veel verzet bestaat tegen te grote investeringen in het klimaat en duurzame energievormen, dan worden we de komende decennia met aanzienlijk hogere economische kosten geconfronteerd waarschuwt hij.
'Ontwrichting economie'
Zonder investeringen nu is er "de komende tien jaar een langzamere stijging van de inflatie, maar daarna een permanente toestand van onstabiele klimaatpatronen” (denk aan extreme hitte en hevige overstromingen), voorspelt Gallardo. "Die patronen zullen de economie voortdurend ontwrichten, met veel hogere kosten voor de samenleving tot gevolg.” In de Telegraaf zegt Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde, dat we tot 2050 "circa €80 tot €175 miljard aan klimaatschade" kunnen verwachten.
Gallardo en Rotmans gaan ervan uit dat investeringen in klimaatvriendelijke energievormen net zoveel energie kunnen leveren als fossiele brandstoffen en mee kunnen groeien met de toekomstige groeiende vraag naar energie; er zijn vooraanstaande energie-experts die daar aan twijfelen. Ook gaan zij ervan uit dat de klimaatverandering die inmiddels merkbaar is, gestopt of gemitigeerd wordt door een versnelde transitie naar fossielvrije energie. Mogelijk is zeker dat laatste niet het geval; wetenschappelijk bestaat daar geen zekerheid over. Dat betekent dat de energie-inflatie door sterke schommelingen niet kan worden geremd door tijdige hernieuwbare energiebronnen op en fossiele af te bouwen. Wel zal onze afhankelijkheid van fossiele vraag van elders afnemen. En dat is een goede reden om onze fossiele behoeften omlaag te brengen.