Ook in Frankrijk lopen te veel koeien rond. Dat schrijft de Franse Rekenkamer in een deze week uitgekomen rapport. Het gaat om circa 17 miljoen dieren die volgens de officiële wetenschap goed zijn voor bijna 12% van de Franse broeikasgasuitstoot. De oplossing, volgens de rekenmeesters, is een forse reductie van de veestapel. Maar dat stuit op minstens zo forse weerstand bij de boeren.
Niemand zal grasland behouden als er geen koeien zijn om erop te zetten
Het Cour des Comptes windt er geen doekjes omheen. "De Franse overheid moet een strategie bepalen en openbaar maken om het aantal in Frankrijk gehouden koeien te verminderen" om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, schrijft de Rekenkamer in een maandag gepubliceerd rapport.

Frankrijk telt ongeveer 17 miljoen runderen. Het land is de grootste rundvleesproducent van Europa en heeft, na Duitsland, de bijna grootste melkveestapel. Ter vergelijking: Nederland telt 3,8 miljoen runderen. Alleen is Frankrijk ruim 13,5 keer zo groot in oppervlakte en maar vier keer zo groot in aantal inwoners dan ons land. Wij houden dus als het ware 51,3 miljoen Franse koeien. Niettemin constateert de Franse Rekenkamer: "De balans tussen de rundveehouderij en het klimaat valt ongunstig uit voor het klimaat." De reden? De koolstofvastlegging door de graslanden waar de dieren grazen "compenseert bij lange na niet de emissies van de veehouderij."

Grootste boosdoener is de uitstoot van methaan. Dat krachtige broeikasgas (ruim 20 keer zo sterk als CO2) maakt 45% uit van de Franse landbouwemissies.

Strategie
Wil Frankrijk de afspraken over de vermindering van de methaanuitstoot nakomen, dan "zal noodzakelijkerwijs de veestapel aanzienlijk moeten inkrimpen", aldus de Franse Rekenkamer. Maar dan moet het ministerie van Landbouw daar wel een strategie voor opstellen. Want de veestapel is weliswaar de afgelopen 6 jaar met 10% gekrompen, en het ministerie voorspelt een daling tot 15 miljoen stuks vee in 2035 en 13,5 miljoen in 2050, maar "deze daling blijft ongecontroleerd en wordt door de staat niet echt beheerd, ten nadele van de landbouwers".

Volgens de Rekenkamer kan het land zo'n daling best hebben. De voedselsoevereiniteit op het gebied van rood vlees komt er niet door in gevaar, "op voorwaarde dat de consumenten de aanbevelingen van de gezondheidsautoriteiten opvolgen om niet meer dan 500 gram per week te eten (een drempel die momenteel door 28% van de volwassenen wordt overschreden)", schrijft Le Parisien. Wel moeten de boeren "die het het moeilijkst hebben" een betere ondersteuning krijgen, "zodat zij zich kunnen heroriënteren op andere productiesystemen of hun beroepsoriëntatie kunnen wijzigen".

'Geofferd'
De Franse veehouders zijn tot op het bot geraakt door het rapport en de aanbevelingen. Volgens Arnaud Rousseau, de voorzitter van landbouwvakbond FNSEA, voelen boeren zich in de steek gelaten, gestigmatiseerd en "geofferd op het altaar van de koolstofreductie." De FNSEA staat voor een gezonde veehouderij die afgestemd is op de markt en consumptiebehoefte van de Fransen. Dé oplossing die Rousseau uitdraagt, is innovatie: additieven in het voer kunnen de methaanproductie verlagen. Ook hoeven er volgens hem helemaal geen boeren nu gedwongen te stoppen. "De leeftijdspiramide voorspelt een natuurlijk afname van het aantal boeren en dus van het aantal dieren." En vergeet ook de koolstofvastlegging van door koeien begraasde graslanden niet. "Niemand zal grasland behouden als er geen koeien zijn om erop te zetten", waarschuwt Rousseau.