Het moest hét alternatief voor fossiele olie worden: biofuel uit algen. Begin deze eeuw staken grote olie- en gasbedrijven als ExxonMobil en Total honderden miljoenen in bedrijven die algen zouden gaan kweken om er olie uit te winnen. Inmiddels blijken de biobrandstof-uit-algenprojecten een stille dood te sterven. Maar schrijf de alg niet af.
Micro-algen hebben het potentieel om soja-eiwit, visolie en palmolie te vervangen en om te worden ingezet als celfabrieken in de moderne industriële biotechnologie
Fossiele aardolie bestaat uit plantenresten, die door eeuwen heen zijn samengeperst, geconcentreerd en omgezet in olie. Kunnen we dat proces niet herhalen en versnellen met algen, was de vraag aan het begin van deze eeuw. Toentertijd steeg de olieprijs, was het onrustig in het Midden-Oosten en wilde president George W. Bush de olie-import van de VS verminderen door biodiesel te maken. Maar op grond waar je energiegewassen zoals suikerbiet, soja en oliezaad verbouwt, kun je geen voedselgewassen meer verbouwen en dat drijft de voedselprijs op.
Op zoek naar algen dus, uit de zee. De algen - de verzamelnaam voor talloze waterorganismen, van cyanobacteriën tot kelpwouden - waar het hier over gaat, zijn in (zee)water levende microscopisch kleine plantaardige eencelligen. Stel ze bloot aan zonlicht en ze veranderen helder water in een groene, vettige soep. Van nature bevatten sommige algen al zo'n 20% olieachtige vetten. Die eruit halen en omzetten in energie was het ideaal waarop ExxonMobil en Total miljoenen investeerden. Maar eind vorig jaar trok ExxonMobil de stekker uit algenbedrijf Viridos en uit de Wageningse proefkweekfaciliteit AlgaeParc heeft Total zich ook teruggetrokken, aldus Maarten Keulemans in de Volkskrant.
Technisch is het allemaal wel mogelijk, olie uit algen halen. Maar algen die én snel groeien én meer vet bevatten, zijn moeilijk te vinden en te maken (in de VS is een alg ontwikkeld met 40% vet). Om te voorkomen dat ze doodgaan door gebrek aan licht, moet je ze voortdurend omroeren en dat kost energie. In algenbassins buiten is het contaminatierisico groot en zelfs de oogst is lastig: waar laat je al het water? Aardolie is al met al goedkoper, zegt René Wijffels, wetenschappelijk leider van AlgaeParc. "De energiedichtheid is vele malen hoger dan bij onze gekweekte algen, waar je met al dat water zit."
Wijffels schreef in 2010 samen met zijn collega Maria Barbosa een overzichtsartikel in Science over de mogelijkheden van commerciële productie van algen. Ja, er staat een cruciaal zinnetje over biobrandstof in: "We denken dat tien tot vijftien jaar een redelijke verwachting is voor de ontwikkeling van een duurzaam en economisch rendabel proces voor de commerciële productie van biobrandstof uit algen." Maar, zegt Wijffels, "als ik eerlijk ben, hadden we ook toen al grote twijfels."
Algen moet je helemaal niet voor biobrandstof willen gebruiken, zegt Wijffels nu. "Maatschappelijk gezien staan we nog steeds voor de uitdaging: hoe voorzien we ons van voldoende eiwitten en voedingsstoffen?" De kennis en ervaring van de afgelopen jaren verwerkte hij, opnieuw met Barbosa, in een recent verschenen nieuw overzichtsartikel. "Micro-algen hebben het potentieel om soja-eiwit, visolie en palmolie te vervangen en om te worden ingezet als celfabrieken in de moderne industriële biotechnologie."
Een hectare algenpark kan per jaar wel 30 ton eiwit en 12 ton koolhydraten produceren. Dat is meer dan zeewier, aardappel, cassave, rijst, tarwe of maïs. Per hectare leveren algen drie keer zoveel voedingsolie als oliepalmen. En algen zijn een bron van visvetten (omega-3), maar dan plantaardig. "Ik denk dat ze zeer onderschat zijn. Er zijn maar weinig gewassen die zoveel eiwit en olie produceren als algen," zegt Wijffels.
Er zitten nog meer toepassingsmogelijkheden voor algen in het vat. Letterlijk, want omdat algen zo makkelijk groeien zou je ze genetisch kunnen aanpassen zodat ze specifieke eiwitten gaan produceren. Dan kunnen ze ingezet worden als 'werkpaard' in de biotechnologie. En dan gaat er pas echt een wereld aan mogelijkheden open.
Op zoek naar algen dus, uit de zee. De algen - de verzamelnaam voor talloze waterorganismen, van cyanobacteriën tot kelpwouden - waar het hier over gaat, zijn in (zee)water levende microscopisch kleine plantaardige eencelligen. Stel ze bloot aan zonlicht en ze veranderen helder water in een groene, vettige soep. Van nature bevatten sommige algen al zo'n 20% olieachtige vetten. Die eruit halen en omzetten in energie was het ideaal waarop ExxonMobil en Total miljoenen investeerden. Maar eind vorig jaar trok ExxonMobil de stekker uit algenbedrijf Viridos en uit de Wageningse proefkweekfaciliteit AlgaeParc heeft Total zich ook teruggetrokken, aldus Maarten Keulemans in de Volkskrant.
Technisch is het allemaal wel mogelijk, olie uit algen halen. Maar algen die én snel groeien én meer vet bevatten, zijn moeilijk te vinden en te maken (in de VS is een alg ontwikkeld met 40% vet). Om te voorkomen dat ze doodgaan door gebrek aan licht, moet je ze voortdurend omroeren en dat kost energie. In algenbassins buiten is het contaminatierisico groot en zelfs de oogst is lastig: waar laat je al het water? Aardolie is al met al goedkoper, zegt René Wijffels, wetenschappelijk leider van AlgaeParc. "De energiedichtheid is vele malen hoger dan bij onze gekweekte algen, waar je met al dat water zit."
Wijffels schreef in 2010 samen met zijn collega Maria Barbosa een overzichtsartikel in Science over de mogelijkheden van commerciële productie van algen. Ja, er staat een cruciaal zinnetje over biobrandstof in: "We denken dat tien tot vijftien jaar een redelijke verwachting is voor de ontwikkeling van een duurzaam en economisch rendabel proces voor de commerciële productie van biobrandstof uit algen." Maar, zegt Wijffels, "als ik eerlijk ben, hadden we ook toen al grote twijfels."
Algen moet je helemaal niet voor biobrandstof willen gebruiken, zegt Wijffels nu. "Maatschappelijk gezien staan we nog steeds voor de uitdaging: hoe voorzien we ons van voldoende eiwitten en voedingsstoffen?" De kennis en ervaring van de afgelopen jaren verwerkte hij, opnieuw met Barbosa, in een recent verschenen nieuw overzichtsartikel. "Micro-algen hebben het potentieel om soja-eiwit, visolie en palmolie te vervangen en om te worden ingezet als celfabrieken in de moderne industriële biotechnologie."
Een hectare algenpark kan per jaar wel 30 ton eiwit en 12 ton koolhydraten produceren. Dat is meer dan zeewier, aardappel, cassave, rijst, tarwe of maïs. Per hectare leveren algen drie keer zoveel voedingsolie als oliepalmen. En algen zijn een bron van visvetten (omega-3), maar dan plantaardig. "Ik denk dat ze zeer onderschat zijn. Er zijn maar weinig gewassen die zoveel eiwit en olie produceren als algen," zegt Wijffels.
Er zitten nog meer toepassingsmogelijkheden voor algen in het vat. Letterlijk, want omdat algen zo makkelijk groeien zou je ze genetisch kunnen aanpassen zodat ze specifieke eiwitten gaan produceren. Dan kunnen ze ingezet worden als 'werkpaard' in de biotechnologie. En dan gaat er pas echt een wereld aan mogelijkheden open.