Supermarkten zijn bang voor een te duurzaam imago. Dat zegt - heel verrassend - oud-Albert Heijn marketeer Bart Fischer. Tegenwoordig is hij zelfstandig adviseur. Wat bedoelt hij en wat zijn de consequenties van zijn gedachten?
“Zij denken dat de klant duurzaam associeert met hoge prijzen.” Ze zijn ook huiverig om te vertellen wat ze goed doen, voegt Fischer eraan toe. “Ze zijn bang om kritiek te krijgen, bijvoorbeeld als ze óók nog steeds goedkoop vlees verkopen. Ze durven weinig te claimen, terwijl ze grote stappen zetten.”

Fischer legt uit dat biologische producten ongeveer 5 procent van de omzet van supermarkten uitmaken. De ruimte in het schap is bij Albert Heijn al veel meer dan dit percentage. Bij Albert Heijn krijgen premium-klanten bovendien 10% korting op biologische producten. Plus voert alleen nog maar biologische zuivel onder huismerk. En Lidl verkoopt de duurzame eieren van Kipster en biologische kaas met drie sterren van het Beter Leven-keurmerk. "Maar het kan altijd beter. Het móet ook beter als je 15 procent biologische landbouw wil en die producten ook gaat verkopen.”

Supers doen al een boel maar ze moeten van de politiek nog meer. Waarom spreken ze zich dan niet duidelijker uit?

Fischer legt het uit. Omdat duurzaam wordt geassocieerd met duur terwijl dat helemaal niet hoeft. Als duurzaam gewoon wordt, gaat de extra marge er vanzelf vanaf. Iedereen moet het dan immers kunnen betalen.

Op Nieuwe Oogst, het blad van de boeren van LTO, is te horen dat de afzet van biologisch krimpt omdat het zo duur is. Als de prijzencrisis straks weer voorbij is, trekt het segment weer aan, denkt het blad.

Volgens Fischer zal het anders gaan: als biologisch en ecologisch - want hem betreft is er meer duurzaam dan biologisch alleen - gewoon worden, worden ze goedkoper.

Toen Foodlog al in 2017 over die trend schreef, reageerden biologische boeren boos. En toch zullen ze zien dat hun marges krimpen als biologisch flink gaat groeien zoals de Nederlandse regering (met 15%) en Brussel (liefst met 25%) willen.