De som van
€40 miljard die door ABN AMRO en het Amsterdamse Impact Institute werd berekend, kwam in 2020 overeen met zo'n 5% van het bruto binnenlands product, ofwel €2.300 per Nederlander.
Het leeuwendeel van de schade, circa 70%, is 'verborgen'. Dat houdt in dat deze niet in Nederland maar in het buitenland aangericht is, bij klanten en leveranciers van Nederlandse bedrijven. Denk bijvoorbeeld aan de import van cacao die samengaat met landgebruik in Ivoorkust en Ghana, de methaanuitstoot die samenhangt met de rijstteelt in India of de invoer van rundvlees die te linken valt aan watervervuiling in Argentinië. Zo dragen bijvoorbeeld de hoge verkopen van chemische bestrijdingsmiddelen naar India bij aan de watervervuiling daar.
"Veel mensen, ik zelf ook, associëren biodiversiteit met de voedingsmiddelenindustrie,"
zegt sectoreconoom Sonny Duijn van ABN AMRO in Trouw. “Die gedachte klopt deels, maar tegelijkertijd komt het ook voor in minder voor de hand liggende sectoren.” De agrarische sector en de voedingsmiddelenindustrie blijken samen verantwoordelijk te zijn voor een kwart van de schade. Maar ook de financiële dienstverlening veroorzaakt bijvoorbeeld al bijna anderhalf miljard aan schade, in de vorm van een groot energieverbruik in datacenters en het gebruik van schaarse metalen in hardware.
Die schade is berekend door een prijskaartje te hangen aan de zogeheten 'ecosysteemdiensten', diensten die gezonde natuur levert aan de samenleving. Dat zijn bijvoorbeeld schonere lucht, koolstofopslag, het bieden van voedsel en het filteren van water. Elke hectare verlies aan biodiversiteit ten opzichte van een ‘ongerepte’ staat is omgerekend in een verlies aan waarde van ecosysteemdiensten.
Het kunnen kwantificeren van biodiversiteit is belangrijk, benadrukt Duijn, omdat "meer dan de helft van wat we wereldwijd met elkaar verdienen, afhankelijk is van de ecosysteemdiensten die de natuur levert." Op de biodiversiteitstop die deze week in Montreal begint, staat het toekennen van financiële waarde aan de natuur voor het eerst nadrukkelijk op de agenda. Bewustwording van de schade die bepaalde activiteiten tot gevolg kunnen hebben, helpt bij de besluitvorming en de beoogde systeemverandering.
Eén van de eerste dingen die daarvoor nodig zijn: ga 'waarde' anders meten. "Het bruto binnenlands product (bbp) moet van zijn voetstuk worden gehaald als belangrijkste graadmeter van welvaart," aldus Trouw. "Een recessie wordt momenteel met veel meer bombarie aangekondigd dan, ik noem maar wat, een verhoging van de CO
2-uitstoot," zegt Duijn. "Dat moet anders. Want een heel groot deel van de welvaart meet het bbp niet. Werkelijke welvaart hangt ook samen met maatschappelijke en ecologische ontwikkelingen. Daar ligt een taak voor de overheid, ook zij kan een belangrijke rol spelen om de schade aan biodiversiteit terug te dringen door besluitvorming te baseren op een bredere definitie van welvaart.”