Jarenlang aten we 'ouderwetse' aardappelrassen als bintje en frieslander. Maar deze gaan uit de schappen verdwijnen (althans, de biologische versie) om plaats te maken voor robuuste biologische aardappelrassen zoals carolus, twinner of vitabella. Dat is het resultaat van een woensdag gesloten convenant tussen telers, kwekers, handel en 7 supermarktketens. Je aardappelen gaan er niet duurder door worden, zeggen de convenantspartijen.
Vandaag tekenden 31 ketenpartijen een aardappelconvenant. In het convenant zeggen 7 supermarktketens (Albert Heijn, Jumbo, Aldi, Lidl, Ekoplaza, Odin en Superunie), 7 toeleveranciers, 11 kweekbedrijven en 6 telersverenigingen binnen 5 jaar volledig over te stappen op robuuste biologische aardappelrassen. Dat zijn aardappelrassen die bestand zijn tegen de aardappelziekte Phytophthora, die in natte zomers grote schade aan kan richten en de aardappels laat verrotten. In de gangbare aardappelteelt gebruiken telers pesticiden om de ziekte te voorkomen, maar in de biologische landbouw is dat niet toegestaan.

Nadat in 2016 Phytophtora ongenadig had huisgehouden onder de biologische aardappeltelers, besloten telers, kwekers én retailers aan een overgang naar resistente aardappelrassen te gaan werken. Inmiddels zijn er zo'n 30 nieuwe resistente rassen ontwikkeld dankzij veredelingstechnieken. Er is dan ook genoeg keuze in smaak, kleur en structuur om volledig over te stappen op een robuuste variant aardappel. Bintje, frieslander en agria zullen niet meer biologisch geteeld worden, connect, carolus, sevilla, twinner en vitabella wel.

De 7 retailers zullen hun toeleveranciers vragen om ook voor verwerkte aardappelproducten, zoals chips, friet en aardappelschijfjes voor de robuuste rassen te kiezen. De robuuste aardappelen zullen niet duurder worden. Doordat de financiële risico's bij de telers afgeschermd zijn - in 2016 beliep de opbrengstvermindering 30 tot 50% - en de robuuste rassen tot stabielere oogsten zullen leiden, kunnen de aardappelen op termijn wellicht zelfs goedkoper worden, volgens Bionext, de brancheorganisatie van de biologische sector. "Nu is de consument aan zet," zegt directeur Michaël Wilde van Bionext. "Die kan de boer steunen door voor een biologische aardappel te kiezen."

Ook voor de reguliere aardappelsector is de overstap op resistente rassen aantrekkelijk. "Zij kunnen de rassen telen met gebruik van kunstmest, maar hoeven dan ook geen pesticiden meer te gebruiken," aldus Wilde. Dat sluit aan bij de Green Deal van de Europese Commissie, waarin afgesproken is het pesticidengebruik in de landbouw te halveren per 2030.

In Nederland werd in 2020 op ruim 163.000 hectare aardappelen geteeld door 9.300 aardappeltelers. De 262 biologische aardappelboeren bewerken daarvan 2.054 hectare biologisch en produceren ruim 70.000 ton biologische aardappelen. Daarmee voorzien ze 14% van de Nederlandse markt, aldus Bionext. Nederlanders eten gemiddeld 26,3 kilogram aardappelen per jaar.