Naar schatting komt wereldwijd een derde van alle geteelde groente en fruit nooit bij een consument terecht. Dat is niet alleen economisch zonde van het zaad, water, mest en arbeid die in de gewassen zijn gestopt, maar ook ecologisch gezien puur voedselverlies. Om hoeveel product het precies gaat, blijft ongewis. Het World Wildlife Fund ontwikkelde een tool om daar een eind aan te maken, te beginnen bij de boer. Een meetlint, oogstemmers en weegschaal zijn alles wat nodig is.
Bij het oogsten van groente en fruit zijn er drie categorieën te onderscheiden: 'verkoopbaar', 'eetbaar maar niet verkoopbaar' en 'oneetbaar'. De eerste categorie is simpel, dat verkoopt de boer aan zijn afnemers. De laatste categorie is groente of fruit dat verrot of anderszins aangetast is. Goed voor de composthoop en in sommige gevallen voor veevoer. De middencategorie zijn de zogenoemde 'buitenbeentjes'. Appels met een vlekje, te grote tomaten, te kleine komkommers of kromme wortels. In veel gevallen worden ze niet eens geoogst en blijven ze op het veld of aan de boom/struik/plant achter. Puur zonde. Want juist die middencategorie kan verwerkt worden of naar de voedselbank. Alleen weet een boer vaak niet in welke hokje hij zijn oogst moet plaatsen. Verwerkers, supermarkten en consumenten tasten al helemaal in het duister.

Daar heeft het World Wildlife Fund (WWF) wat op gevonden. Met de Stewardship Index for Specialty Crops Food Loss Metric-tool kunnen boeren zelf vaststellen hoe groot de voedselverliezen van hun specifieke oogsten zijn. Want als een boer niet weet wat er precies op zijn land gebeurt, kan hij ook geen maatregelen nemen om de verliezen te verbeteren. Er is niet meer voor nodig dan een paar vlaggetjes, wat emmers, een meetlint en een uurtje of drie aan tijd.

Het WWF testte de tool uit bij 7 boerenbedrijven. De boeren waren blij verrast over de eenvoud van de tool. "Ze vonden het allemaal erg leuk om midden op de dag de velden in te gaan en dingen te controleren nadat de oogstploegen waren geweest," zegt Leigh Prezkop, projectleider van het voedselverspillingsteam van het WWF. "Ze vonden het ongelooflijk inzichtelijk." De oogst zou wel 20% hoger uit kunnen vallen!

Uiteraard gaat het om een eerste stap. Supermarktketens zullen niet van de een op de andere dag hun 'schoonheidseisen' versoepelen, maar als er meer inzicht ontstaat over de hoeveelheden wel eetbaar product dat in de toeleveringsketen beschikbaar is, zullen ze dat misschien wel tegen een lagere prijs willen kopen. En ook de consument is met een beter verhaal te benaderen. "Je bent misschien eerder bereid een appel met een rare vorm of een knoestige yamswortel te kopen als je weet hoeveel van dergelijke producten niet eens geoogst worden."