De regels voor wat betreft social distancing in de intelligente lockdown zijn duidelijk. Blijf zoveel mogelijk thuis. Houd 1,5 meter afstand van anderen. Was je handen regelmatig met water en zeep. Hoest en nies in de binnenkant van je elleboog. Gebruik papieren zakdoekjes.

Deze maatregelen moeten de verspreiding van het coronavirus zo veel mogelijk indammen.

Over die eerste maatregel is nogal wat te doen. Het devies is om alleen naar buiten te gaan als dat noodzakelijk is, mits je geen ziekteverschijnselen hebt natuurlijk. Toch wringt het, want een mens heeft behoefte aan beweging en frisse buitenlucht. Is het dan toch verstandiger om in coronatijden zoveel mogelijk binnen te blijven?

Experts strijden vanuit verschillende perspectieven over het antwoord op die vraag“Zo gaat het niet lukken!” zei de Belgische viroloog Marc van Ranst eerder deze maand in het Algemeen Dagblad over de vele mensen die in het Paasweekend de natuur opzochten. Blijf toch vooral binnen, luidt zijn boodschap. Sociaal psycholoog Karen Phalet zegt op haar beurt in de Standaard: “We moeten ons niet schuldig voelen omdat we weleens buiten komen.” Niet iedereen kan op dezelfde manier met de crisis omgaan. Sommige mensen hebben meer behoefte aan een frisse neus dan anderen. “Het gaat om de gezamenlijke inspanning.”

De lente verleidt ons om naar buiten te gaan om bijvoorbeeld te wandelen of te fietsen in openbare parken en natuurgebieden. Als iedereen massaal naar buiten gaat, bots je daar tegen elkaar op. Dit tot ongenoegen van mensen die zich heel streng houden aan de gestelde maatregelen.

Ga jij nog naar buiten en hoe voelt dat?