Kristina Persson, de Zweedse minister voor Strategie en Toekomstzaken, wil weten of een plantaardige landbouw in combinatie met een 'vleestaks' Zweden duurzamer zal laten eten én de Zweedse landbouwsector economisch en ecologisch krachtiger maakt.

Duurder vlees verlaagt vleesconsumptie
Vlees is een inefficiënte manier om voedsel te produceren. Op eenzelfde oppervlak kun je met planten tien keer meer calorieën produceren dan wanneer je er dieren houdt. Zweden cultiveert van oudsher grote oppervlakten weiland en taluds als grasland. Persson zou die graslanden efficiënter willen benutten door er bio-energie op te laten produceren, schrijft Mercy for Animals in een blog.

Hoe wil Zweden zonder (koeien)poep zijn plantenteelt en biogasproductie duurzaam - zonder afhankelijkheid van kunstmest - aan de gang houden?
Boost voor vleesalternatieven
Aan de andere kant betekent minder vlees een boost voor de consumptie van alternatieve (plantaardige) producten in plaats van melk en vlees. Maar liefst tien procent van de Zweedse bevolking is inmiddels vegetariër of veganist. Er is dus een grote markt voor alternatieve producten. Een vleestaks maakt plantaardige producten in verhouding goedkoper, zodat de vegetarische markt sneller zal kunnen groeien.

Het nieuws werd ons aangereikt door Foodlogcommentator Zé Povinho, kenner van kringloop tussen dierlijke en plantaardige systemen. Hij zet met één opmerking de Zweedse milieu- en dierenwelzijnsorganisaties weer met twee benen op de grond. Hoe wil Zweden zonder (koeien)poep zijn plantenteelt en biogasproductie duurzaam - zonder afhankelijkheid van kunstmest - aan de gang houden?

Een antwoord zou kunnen zijn: met lokale mensenpoep.

Zou de Zweedse commissie zich Zé's vraag überhaupt stellen? Die vraag stellen wij de lezer.

Fotocredits: 'Björnytterfilé och björnentrecôte', Nikke Lindqvist
Dit artikel afdrukken