In De Correspondent besteedde Evert Nieuwenhuis recent aandacht aan de Urker visser Louwe de Boer, die "als enige in Nederland" zijn vissen verdooft voor hij ze fileert. In een tweede artikel schreef Nieuwenhuis dat we ons wel druk over diervriendelijke slacht van koeien, varkens en kippen, maar niet over het welzijn van vissen.

In de beleving van het grote publiek wel zijn vissen anders dan koeien, varkens en kippen. Ze staan verder van ons af, denken we. Ze zijn koudbloedig, tonen geen expressie, zijn glad en glibberig en voelen geen pijn. Ze leven letterlijk in een andere wereld, onder water.

Klopt dat beeld? Dat vroeg ik aan Gert Flik, hoogleraar Dierecologie en Fysiologie binnen het Institute for Water and Wetland Research van de Radboud Universiteit Nijmegen.

Zou jij je eigen achterneefje opeten? We delen met de vis een voorouder. Voor Flik staat onomstotelijk vast dat vissen kunnen leren, kunnen onthouden en ook in staat zijn aangeleerd gedrag weer aan te passen. Ze ervaren angst, stress en pijn
"Van dat denken moeten we af", zegt Flik. "Zou jij je eigen achterneefje opeten? We delen met de vis een voorouder ('shared ancestor'), het zijn net als wij gewervelde dieren." Flik vertelt dat vissen maar liefst 60 à 70% van alle soorten gewervelde dieren uitmaken. Het is een opvallend succesvolle groep dieren die (door een aantal genoomduplicaties in de loop der evolutie) over alle instrumenten beschikt om zich aan uiteenlopende omstandigheden aan te passen. Inclusief de overgang van water- naar land. De kwastvinnige vissen als de coelacanth die die stap maakten staan van alle vissen het dichtst bij ons. Er bestaan dan ook meer dan 35.000 soorten vissen. Mensachtigen bestaan er maar in 1 soort, de Homo Sapiens.

Is de aandacht die de Correspondent voor vissenwelzijn vraagt terecht? "Vissen hebben, net als wij, hersenen", doceert Flik. "Sterker nog, ze hebben alle basale neuronale systemen die wij ook hebben. Ze zijn alleen in een aantal opzichten minder ver ontwikkeld." Flik bestudeerde vissen, hun zenuwstelsel, reflexen en hoe de daarmee samenhangende systemen werken. Voor hem staat onomstotelijk vast dat vissen kunnen leren, kunnen onthouden en ook in staat zijn aangeleerd gedrag weer aan te passen. Ze ervaren angst, stress en pijn. "Die Urker visser heeft het dus begrepen," zegt Flik. "In het artikel staat deze zin 'Daarom trekt Ekofish relatief korte baantjes, zodat de netten niet te vol raken en de vis niet te veel geplet wordt.' Dat lijkt in eerste instantie een economische overweging, want gavere vis levert meer op. Maar het is een stress-reducerende maatregel van de bovenste plank." Uit zijn onderzoek weet Flik dat de 3 ergste dingen die een vis kan overkomen, te maken hebben met de vangst. In de eerste plaats krijgt de vis stress van het net - hoe dat precies komt, is nog onbekend, maar een net is een stressfactor van jewelste. Ten tweede houdt een vis niet van direct contact. Net als bij ons heeft een vis zenuwen dicht onder de huid. Met veel vissen in het net zitten, zorgt voor (te) veel contact en dus stress. En uiteraard is uit het water gehaald en aan de lucht blootgesteld worden een superstressor.

Met veel vissen in het net zitten, zorgt voor (te) veel contact en dus stress
Verdoven van vis is dus helemaal niet van de gekke. Eigenlijk is het juist ongehoord dat we dat niet met alle vissen proberen te doen, vindt Flik. Nog gekker is het dat het welzijn van de vis geen rol lijkt te spelen bij certificeringsorganisaties of toezichthouders. Verantwoord gevangen, dat horen we graag. Maar dat 'verantwoord' gaat over arbeidsomstandigheden van de vissers, bescherming van het milieu en tegengaan van overbevissing. Toch zou het eigenlijk misschien wel op de eerste plaats moeten gaan over wat we de vis aandoen. Het zijn net als wij gewervelde dieren, die leren en voelen. Maar wie ter wereld realiseert zich dat? Ja, Louwe de Boer dus. En de andere vissers die inmiddels installaties aan boord hebben om vissen te verdoven. Dat doen ze ook, en misschien wel op de eerste plaats, omdat het hen kwalitatief mooiere fileetjes oplevert.

Flik vertelt me dat de EU regelgeving in de maak heeft die de balans zoekt tussen het welzijn van de vis, het ethisch besef van de consument en de boterham van de visser. "Als je weet dat het een gewerveld dier is, dan moet je er anders mee om gaan", besluit hij.

Ik begin maar met mezelf. De volgende keer vraag ik de visboer om verdoofde vis. Zo zet je bewustwording in gang.
Dit artikel afdrukken